IP/05/1227
Brussel, 5 oktober 2005
Concurrentie: Commissie legt boete op van 49,5 miljoen EUR aan Peugeot
wegens belemmering van uitvoer van nieuwe auto's uit Nederland
De Europese Commissie heeft besloten een boete van 49,5 miljoen EUR op
te leggen aan Automobiles Peugeot SA en Peugeot Nederland NV wegens
belemmering tussen 1997 en 2003 van de uitvoer van nieuwe auto's uit
Nederland naar consumenten in andere lidstaten. Door deze uitvoer van
nieuwe auto's te hinderen, begingen deze ondernemingen een zeer
ernstige inbreuk op het verbod op mededingingsbeperkende
handelspraktijken van artikel 81 van het EG-Verdrag.
De voor concurrentie verantwoordelijke commissaris Neelie Kroes
verklaarde: "Uit dit besluit blijkt de vastberadenheid van de
Commissie om de mededingingsregels van het EG-Verdrag aan te wenden om
ondernemingen ervan te weerhouden de voordelen van de eengemaakte
markt aan de consument te onthouden. Dergelijke praktijken in de
automobielsector zijn bijzonder schadelijk omdat de aanschaf van een
auto de op één na duurste uitgave is voor het gezinsbudget."
Van januari 1997 tot september 2003 paste Automobiles Peugeot SA, via
de importeur Peugeot Nederland NV, die volledig haar eigendom is, een
strategie toe om dealers ervan te weerhouden auto's te verkopen aan
consumenten in andere lidstaten om aldus de uitvoer door Nederlandse
Peugeot-dealers tegen te gaan.
De strategie was tweeledig. In de eerste plaats was een deel van de
vergoeding voor Nederlandse Peugeot-dealers afhankelijk gesteld van de
uiteindelijke bestemming van het voertuig, wat discriminerend werkte
voor de verkoop aan buitenlandse consumenten. Met name werden
prestatiebonussen geweigerd wanneer dealers auto's verkochten aan
niet-ingezetenen. In de tweede plaats oefende Automobiles Peugeot SA,
via Peugeot Nederland NV, rechtstreeks druk uit op die dealers die
kennelijk een aanzienlijke exportactiviteit hadden ontwikkeld,
bijvoorbeeld door te dreigen minder auto's aan hen te leveren.
Bij de bepaling van de hoogte van de boete hield de Commissie rekening
met de bijzondere ernst en de vrij lange duur van de inbreuk die door
Automobiles Peugeot SA en haar Nederlandse dochteronderneming was
begaan.
In Nederland waren de prijzen vóór belastingen over het algemeen
aanzienlijk lager dan in andere lidstaten zoals Duitsland en
Frankrijk. De zaak tegen Automobiles Peugeot SA en haar importeur
Peugeot Nederland NV begon met onaangekondigde inspecties die door de
Commissie in september 1999 en april 2003 werden uitgevoerd naar
aanleiding van klachten van klanten die in Nederland auto's wilden
kopen tegen lagere prijzen.
De Commissie treedt op krachtens de mededingingsregels teneinde ervoor
te zorgen dat consumenten de vrijheid hebben om waar ook in de EU te
kopen, een vrijheid die bedoeld is om hun welvaart te bevorderen. Uit
recente rapporten over de autoprijzen die de Commissie elk halfjaar
publiceert, blijkt dat de autoprijzen vóór belastingen in de hele EU
geleidelijk zijn genivelleerd en dat deze nivellering zich voltrok
tegen een achtergrond van relatieve prijsstabiliteit, ook in de
goedkopere landen (zie IP/05/1027). Met andere woorden de autoprijzen
zijn niet opwaarts genivelleerd in de richting van het prijsniveau van
de duurdere landen.
European Union