Videoboodschap van de minister-president bij de opening van het
Ramadanfestival, Amsterdam, 4 oktober 2005
Morgen begint de Ramadan. Een bijzondere maand voor u en voor heel veel
mensen in ons land.
Het is een maand die in veel gezinnen intens wordt beleefd.
Een periode van zuivering. Van saamhorigheid. Van bezinning. En natuurlijk
óók - na zonsondergang - van gezelligheid. Een religieuze traditie met voor
velen een grote betekenis.
Ook de Ramadan hoort in Nederland thuis. Net zoals alle Nederlandse moslims
bij ons land horen.
We weten soms zo weinig van elkaar. We beseffen zo weinig hoeveel
waardevols er bij anderen te vinden is. Vlak om de hoek. Achter voordeuren
in onze eigen straat of wijk.
Daarom vind ik de gedachte achter het Ramadan-festival zo goed. Vanuit
trots op je eigen cultuur en godsdienst, bruggen slaan naar anderen. Werken
aan vertrouwen en onderling begrip.
Een groot aantal islamitische gezinnen zet zijn deur open en nodigt
landgenoten uit voor de traditionele Iftar-maaltijd. Allemaal uitgestoken
handen. Allemaal uitingen van betrokkenheid en interesse. Een prachtig
gebaar vanuit een cultuur waarin je gastvrij de maaltijd met anderen
gebruikt.
Natuurlijk, we weten allemaal dat er spanningen zijn in ons land.
Maar we weten óók allemaal wat de oplossing is. Samen pal staan voor
verdraagzaamheid. Samen nee zeggen tegen geweld en discriminatie. Ons niet
uit elkaar laten spelen door die kleine groep die haat predikt.
De Ramadan verkondigt een andere boodschap. Een positieve boodschap van
harmonie en verbroedering. Voor moslims en niet-moslims.
Ik wens u een gezegende Ramadan toe. Ramadan Mubarak
Ministerie van Algemene Zaken