Korte toespraak van de staatssecretaris van Verkeer en Water en Waterstaat,
Melanie Schultz van Haegen, bij de herdenking van de Bijlmerramp, in
Amsterdam
Dames en heren,
Een moeder die bij de Bijlmerramp haar tienerzoon verloor, omschreef
later haar enorme verdriet in de eerste jaren na de ramp als volgt:
`Ik maakte vroeger altijd plannen. Met kinderen maak je plannen. Maar
ik durfde niet meer.'
Op 4 oktober 1992 stopte dus voor deze vrouw de toekomst, terwijl de
wereld om haar heen gewoon door draaide.
De eenzaamheid en machteloosheid die hier in doorklinken, raken mij
diep.
De gevoelens van deze moeder zijn uniek, zoals haar zoon dat ook was.
En zo heeft elke nabestaande een eigen verhaal, een eigen herinnering.
Maar wat al die verhalen gemeenschappelijk hebben, is het verlies en
het verdriet.
Grote begrippen, die door niemand treffender zijn beschreven dan door
de bekende dichteres Maria Vasalis.
Ik lees de eerste regels voor van haar gedicht: Sotto Voce, zachte
stem.
Zoveel soorten van verdriet,
ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo'n pijn,
maar het afgesneden zijn.
Ik vind het heel moedig dat u zich hier ieder jaar opnieuw verzamelt
rond `de boom die alles zag'.
En ik vind het ook heel goed.
Want 4 oktober is en blijft de dag waarop voor velen van u de `pijn
van het afgesneden zijn' nog eens extra hevig terugkomt.
Ieder jaar opnieuw.
Die pijn te kunnen delen met lotgenoten en andere betrokkenen, helpt
om verder te gaan.
Om wel weer plannen te maken.
Om wel weer verder te durven kijken dan de dag van morgen.
Juist daarom vind ik het zo treffend dat de Bijlmerramp wordt herdacht
bij een `groeiend monument', als symbool van hoop en leven.
Een plek waar herinneringen levend worden gehouden.
Herinneringen die als het ware van onderop groeien, omdat ook jongere
generaties hier naar toe komen.
Daarmee is dit monument ook een plek die ons waarschuwt om de aandacht
voor veiligheid geen moment te laten verslappen.
Deze herdenking gaat dus niet alleen over wat er op 4 oktober 1992
gebeurde, maar ook over de toekomst.
Want ook al lijkt dat misschien soms zo: de toekomst staat nooit voor
altijd stil.
Dat wil ik hier vandaag graag onderstrepen.
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat