Waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Waterschap baggert watergangen polders Batuwe en Graafpolder in Lopik
4 oktober 2005 - Medio oktober 2005 start Hoogheemraadschap De
Stichtse Rijnlanden met het baggeren van de watergangen in de polders
Batuwe en Graafpolder in de gemeente Lopik. Uit onderzoek blijkt dat
de bagger niet verontreinigd is en kan ontwateren op de oevers van de
watergangen. In totaal zal het baggeren ongeveer vijf weken in beslag
nemen.
Uitvoering van de werkzaamheden
De watergangen die gebaggerd zullen worden zijn de Graafse wetering,
de Watersloot, de Watergang Van Beek, de Hogedijkwetering, de Inlaat
Enge IJssel en een watergang in de uiterwaarden bij de Lekbrug. Bij de
volgorde van de baggerwerkzaamheden houdt het waterschap zoveel
mogelijk rekening met de maïsoogst op de aanliggende percelen.
Aannemer Verduijn uit Kamerik zal gebruik maken van een rupskraan en
indien nodig van een duwboot. Met een rupskraan kan de aannemer zeer
nauwkeurig werken en is de bagger eenvoudig op de oever van het
aanliggende perceel te verwerken. Het baggeren van een watergang in
oktober heeft bovendien als voordeel dat eventuele schade aan flora en
fauna zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Baggerwerk, waarom?
Op de bodem van iedere sloot of waterpartij verzamelt zich in de loop
der tijd bagger. Bagger vormt zich uit onder andere gevallen blad,
plantenresten en zwerfvuil.
Door deze bagger wordt de sloot steeds ondieper. Bij warm weer bevat
het kleine laagje water nog maar een beperkte hoeveelheid zuurstof.
Vissterfte en stank kunnen bij aanhoudende warmte het gevolg zijn. Een
ondiepe sloot kan ook minder water afvoeren, wat bij hevige regenval
tot overstromingen kan leiden. Genoeg redenen voor het waterschap om
in actie te komen. Het waterschap doet zijn uiterste best om tijdens
de werkzaamheden rekening te houden met de natuur. Het is helaas niet
te voorkomen dat baggeren een tijdelijke impact heeft op het
leefmilieu in de sloot, maar op de lange termijn is de natuur zeker
gebaat bij een baggerbeurt.