Universiteit van Tilburg

Embargo tot vrijdag 30 september 2005, 16.15 uur

KIJK BIJ DEMOCRATISCHE VERNIEUWING BETER NAAR VERLEDEN EN BUITENLAND

Oratie Frank Hendriks, hoogleraar vergelijkende bestuurskunde

Voor de zoveelste keer is een 'schoonmaakwoede' losgebarsten in het huis van Thorbecke. 'Voorstellen voor bestuurlijke vernieuwing, plannen om het huis van Thorbecke grondig uit te mesten, buitelen weer eens over elkaar heen', stelt hoogleraar Frank Hendriks in zijn oratie. Hoe is die bestuurlijke schoonmaakwoede te verklaren? Wat wordt er eigenlijk schoongemaakt? En wat zullen de effecten daarvan zijn? De vergelijkende bestuurskunde, de leerstoel van Hendriks geeft daarop het antwoord.

In het huis van Thorbecke is de consensusdemocratie het dominante model. In deze democratievorm zijn burgers meestal toeschouwers (op afstand) en spreken af en toe in. Burgerschap is er volgend en vertrouwend. Leiderschap is typisch rentmeesterschap, niet groots en meeslepend, wel zorgzaam en zorgvuldig. Dit model was breed geaccepteerd en werkte mede daardoor redelijk. Zelfs in een sterk verdeelde Nederlandse samenleving, die volgens Hendriks een 'conflictpotentieel van Noord-Ierse proporties' kende, werd de boel bij elkaar gehouden.
Maar de burger wil tegenwoordig méér dan af en toe inspreken en verder aanzien hoe zaakwaarnemers de zaken onderling regelen. De burger wil kunnen meespelen en meestemmen. De bestuurder, op zijn beurt, moet tegenwoordig meer zijn dan een bekwame rentmeester en een goede vergaderaar om gezag te verwerven. Dat alles betekent niet dat de consensusdemocratie minder vermogend is geworden; het model had altijd al voordelen én nadelen. Veranderd is vooral de acceptatie en waardering daarvan.
Bijgevolg wordt voortdurend aangedrongen op nieuwe vormen van democratie. Populaire modellen zijn de kiezersdemocratie en de penduledemocratie. De 'directe burgeruitspraak' en de competitieve up-or-down election zijn in opkomst. Tendensen in de bredere mediademocratie worden opgepikt door politici en bestuurders, die ze weer doorvertalen in grote democratische vernieuwingsplannen. Van Wouter Bos tot Jozias van Aartsen wordt aangegeven dat hierin het antwoord ligt op de burgerrevolte van 2002.

In zijn oratie vraagt Hendriks zich af of dat wel zoden aan de dijk zet. Men kan het huis van Thorbecke wel blijven schoonmaken. En dan nog eens. En dan nog eens. In het Nederlands bestuur geldt 'de wet van het behoud van de reorganisatiezucht'. Met technische aanpassingen van het systeem zal die zucht niet verdwijnen. Omdat de achtergrond van het probleem niet technisch en eenduidig is, maar cultureel en meervoudig, is de oplossing ook niet in techniek en eenduidigheid te vinden, aldus de hoogleraar. Toch wordt de oplossing telkens weer in die richting gezocht: in een ander kiesstelsel, in een gekozen bestuurder, in een referendum.
Zulke grote reorganisaties krijgen pas decennia later effect, wanneer de veranderingswind vaak weer uit een andere hoek waait. Volgens Hendriks moet bij zulke grote reorganisaties dan ook veel meer worden geleerd van ervaringen elders met democratische vernieuwing. Zo blijkt uit onderzoek in Californië dat de kiezersdemocratie nogal wat nadelen kent. Ook moet veel meer worden geleerd uit historisch perspectief, bijvoorbeeld dat de Nederlandse bestuurlijke instituties, naast te erkennen nadelen, ook langdurig bewezen voordelen hebben. Maar ook dat deze instituties zeer taai en nauwelijks weg te poetsen zijn, ook al boent men nog zo hard, en dat de grote bestuurlijke schoonmaak in Nederland, zeker in het naoorlogse Nederland, bijna altijd vastloopt. Men kan ook leren dat de kleine bestuurlijke schoonmaak, de reinvention of tradition, in het verleden veel succesvoller is gebleken dan de extreme make-over.
In de reinvention of tradition ligt volgens Hendriks de sleutel voor succesvolle democratische vernieuwing in Nederland. Verander selectief in plaats van allesomvattend. Stap voor stap in plaats van big bang. Contextgevoelig in plaats van one-size-fits-all. Verander op een manier die zelf nog veranderbaar is; eerst tijdelijk en experimenteel en pas veel later, als het echt nodig is, permanent en formeel. Hierin ligt ook de waarde en de missie van de vergelijkende bestuurskunde.

Prof.dr. Frank Hendriks (1966, Rotterdam) studeerde bestuurskunde en policy science aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en aan Indiana University. In 1996 promoveerde hij aan de Universiteit van Leiden op het proefschrift Beleid, cultuur en instituties: Het verhaal van twee steden. Dat verscheen later in bewerkte en vertaalde vorm als Public Policy and Political Institutions: The Role of Culture in Urban Policy. Momenteel is hij als hoogleraar vergelijkende bestuurskunde verbonden aan de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur. Hendriks publiceert vooral over binnenlands bestuur vergelijkenderwijs, modellen en praktijken van democratie, stads- en stadsregionaal bestuur, politieke culturen en bestuurlijke stijlen en institutionele en democratische vernieuwing.

Noot voor de pers
Prof.dr. Frank Hendriks spreekt zijn oratie 'Reinheid en democratie. Over de zin van hervorming en de waarde van vergelijking' uit op vrijdag 30 september 2005, om 16.15 uur in de aula van de Universiteit van Tilburg, Warandelaan 2 te Tilburg.
Media-exemplaren van de oratie zijn op te vragen bij de Afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen, tel. 013 466 2000, e-mail: persberichtuvt@uvt.nl.
Frank Hendriks is te bereiken op tel. 013 466 2128 / 8199, e-mail: F.Hendriks@uvt.nl.
Persberichten van de UvT staan ook op Internet: www.uvt.nl/persberichten/.
Informatie over deskundigen van de UvT, zie: www.uvt.nl/webwijs/.