30
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA `s-GRAVENHAGE
Uw brief Ons kenmerk
05-SZW-B-129 UB/K/05/71845
Onderwerp Datum
Weekaanlevering van loon- en 30 september 2005
dienstverbandgegevens door de
uitzendbranche
Op verzoek van uw Kamer geef ik u hierbij de meest recente stand van zaken met
betrekking tot de weekaanlevering van loon- en dienstverbandgegevens door de
uitzendbranche.
Tijdens de behandeling van de wetsvoorstellen Walvis en Wfsv heeft uw Kamer aandacht
gevraagd voor de mogelijkheid om, ook na invoering in 2006 van de loonaangifte, de
wekelijkse aanlevering door de uitzendsector overeind te houden. Aanleiding hiervoor was
het signaal van de uitzendbranche dat de met Walvis/Wfsv beoogde administratieve
lastenverlichting niet voor hen zou worden gerealiseerd, omdat de maandelijkse of
vierwekelijkse loonaangifte onvoldoende rekening houdt met de weekverloning voor
650.000 uitzendkrachten.
Op 15 juni 2004 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat UWV, Belastingdienst en de Algemene
Bond Uitzendondernemingen (ABU) overeenstemming hadden bereikt over de
uitgangspunten voor het instandhouden van de mogelijkheid tot weekaanlevering, naast de
loonaangifte, met ingang van 2006.1 De nadere invulling van de tussen partijen gemaakte
afspraken heeft meer tijd gekost dan verwacht. De gewenste aansluiting
van de weekaanlevering op de loonaangifte (die naast de weekaanlevering plaatsvindt voor
de aangifte en afdracht van loonheffing en premies), van belang om de uitvoeringskosten
voor UWV en Belastingdienst alsook de administratieve lasten voor de branche laag te
houden, is complex. Inmiddels hebben UWV, Belastingdienst en ABU adequate afspraken
gemaakt over het qua procesgang en gegevensset op elkaar aansluiten van weekaanlevering
en loonaangifte.
De weekaanlevering is van belang omdat daarmee een wekelijks en dus zeer actueel inzicht
ontstaat in de gewerkte tijdvakken, de verzekeringsplicht en het recht op uitkering van de
uitzendkracht. UWV gebruikt de gegevens van de weekaanlevering bij het vaststellen van
recht, hoogte en duur van WW- en ZW-uitkeringen van uitzendkrachten. De
weekaanlevering is vrijwillig. Uitzendwerkgevers die er niet aan deelnemen zullen bij een
1 Kamerstukken II 2003/04, 28 219 en 28 371, nr. 25.
2
uitkeringsaanvraag telkens met een extra gegevensuitvraag van UWV worden
geconfronteerd (van onder meer een aantal specifiek bij flexibele arbeidsverhoudingen
benodigde gegevens, die niet beschikbaar zijn in de polisadministratie). Zou de
weekaanlevering niet bestaan, dan zou deze extra gegevensuitvraag zowel voor UWV als
voor de branche extra kosten met zich meebrengen.
Over de uitvoering van de weekaanlevering kan ik het volgende opmerken.
Het was aanvankelijk de bedoeling om het huidige "Reflex" systeem van UWV (Registratie
Flexwerkers), dat uitzendwerkgevers de mogelijkheid biedt wekelijks geautomatiseerd
loongerelateerde gegevens aan te leveren en ziekmeldingen te doen, per 2006 in zijn geheel
te vervangen door een nieuwe op de polisadministratie geënte applicatie. Bij nader inzien is
er, om de ontwikkeling van de polisadministratie niet verder te belasten, voor gekozen om
de gegevens van de weekaanlevering vanaf 2006 in Reflex op te slaan. Het Reflex-systeem
ondergaat daartoe momenteel de benodigde aanpassingen. Belangrijk verschil met de
huidige situatie is dat UWV de gegevens niet langer rechtstreeks van de werkgevers zal
ontvangen, maar via de poortsystemen van de Belastingdienst, zodat de uitzendwerkgevers
voor loonaangifte en weekaanlevering met één loket te maken hebben. De aanpassing van
Reflex stelt UWV tenminste in staat om vanaf 2006 de huidige situatie voor de
uitzendbranche (waaronder het ter beschikking hebben van actuele gegevens voor de
uitkeringsvaststelling) te kunnen voortzetten.
De aanpassing van Reflex geschiedt in fasen. De planning van de eerste fase is erop gericht
de functionaliteiten, nodig voor de vaststelling van recht/duur/hoogte van uitkeringen, per
1 januari 2006 operationeel te hebben. Deze functionaliteiten betreffen de ontvangst, de
registratie en de inkijkmogelijkheid van de nieuwe weekaanlevergegevens. Afspraak tussen
ABU, Belastingdienst en UWV is dat de weekaanlevergegevens vanaf de tweede week van
2006 ingestuurd worden (het is dan niet meer mogelijk Reflexberichten rechtstreeks bij
UWV in te sturen). UWV kan de gegevens vanaf dat moment gebruiken voor de
uitkeringsvaststelling. In de tweede fase, voorzien vanaf april 2006, zullen de aanvullende,
procesondersteunende functionaliteiten in gebruik worden genomen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid