Gemeente Den Haag

september 2005
Nieuwe aanpak nazorg voor jongeren na zelfmoordpoging (29 september)

Op 30 september 2005 start in Den Haag het project Suïcide Nazorg (SUNA). Doel is om Haagse jongeren die na een zelfmoordpoging op de spoedeisende hulp terecht komen, goed in beeld te houden voor nazorg. Het is een initiatief van onder meer de gemeente Den Haag, de spoedeisende hulp van Medisch Centrum Haaglanden en Hagaziekenhuis, GGZ de Jutters en GGZ Parnassia.

Het project richt zich op jongeren van 13 tot 25 jaar. Nieuw is dat verpleegkundigen van de spoedeisende hulp na overleg met jongeren hun gegevens doorgeven aan een casemanager van het gemeentelijke project Aan de grenzen. Deze casemanager stimuleert de jongeren hulp te zoeken en ondersteunt hen daarbij. Bovendien worden de jongeren gevolgd gedurende het nazorgtraject. Voor de begeleiding van de jongeren zijn afspraken gemaakt met Parnassia en de Jutters.

Door jongeren na een suïcidepoging snel en adequaat te verwijzen naar de juiste hulpverleners, raken deze jongeren niet uit beeld. De rol van de verpleegkundige op de spoedeisende hulp en de therapeut zijn daarbij zeer belangrijk. Suïcidepogingen en ernstige zelfbeschadiging komen helaas regelmatig voor onder jongeren. Met name bij Hindostaanse, Turkse en Marokkaanse jongeren komen de pogingen tot zelfmoord en zelfbeschadiging vaker voor in vergelijking met hun autochtone leeftijdsgenoten. De dagelijkse praktijk laat zien dat deze jongeren soms moeilijk te benaderen zijn en hun weg niet vinden naar hulpverlening. Schaamte, schande, wantrouwen en loyaliteit spelen hierbij een belangrijke rol.

Het project SUNA is een pilot en loopt tot 1 juni 2006. De samenwerkende partijen verwachten tientallen jongeren te kunnen begeleiden. In de zomer van 2005 is een convenant ondertekend door de spoedeisende hulp van Medische Centrum Haaglanden, het Hagaziekenhuis en de gemeente Den Haag.

Het project Aan de grenzen

Het Haagse project Aan de grenzen richt zich op de preventie van psychosociale problemen en suïcidepogingen onder allochtone jongeren en het begeleiden van deze jongeren. Centraal in de aanpak staat een stabiele identiteitsontwikkeling in de Haagse samenleving en in de eigen culturele leefomgeving. Het project richt zich vooral op stille, introverte jonge vrouwen en mannen van 13 tot 25 jaar van onder meer Surinaamse, Turkse en Marokkaanse afkomst. Er wordt samengewerkt met praktijkdeskundigen uit het onderwijs, de gezondheidszorg, de hulpverlening en de leefwereld van de jongeren.