Vlaamse overheid

Op voorstel van minister-president Yves LETERME:

De Vlaamse Regering neemt kennis van de stand van zaken van de nationale strategie duurzame ontwikkeling. Ze hecht haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling eerste fase, zowel het beschrijvende en algemene beleidskader als de bestuurlijke aspecten en selectie van operationele projecten. Ze gelast de bevoegde ministers op korte termijn een voorstel van invulling van deze projecten in te dienen, en ook over te gaan tot verdere besprekingen met lokale en provinciale besturen en met het middenveld, met het oog op de creatie van een draagvlak. De bevoegde ministers moeten tevens interkabinettenwerkgroepen organiseren om deze besprekingen op de voet te volgen.


Een aantal Europese Verordeningen voorziet in een directe inkomenssteun aan melkproducenten onder de vorm van een melkpremie en extra betalingen (aanvullend op de melkpremie) vanaf 2004. Deze directe inkomenssteun is een compensatie voor het te verwachten inkomensverlies dat volgt uit de beslissing tot het verlagen van de interventieprijzen voor mageremelkpoeder en boter. De melkpremie en de extra betalingen worden toegekend aan melkproducenten die op 31 maart over een referentiehoeveelheid (melkquotum) beschikken en tijdens het voorgaande tijdvak melk geproduceerd hebben. Na advies van de Raad van State keurt de Vlaamse Regering definitief een besluit goed dat deze Europese regelgeving omzet in Vlaamse reglementering. Het bevat de voorwaarden voor toekenning van de steun, de aanvraagprocedures, de controlemaatregelen en de bezwaarprocedure.


* * *

Volgens Europese reglementering is de toelating tot de voortplanting bij paarden een interne aangelegenheid van een erkende fokkersvereniging. Deze materie moet dan ook als dusdanig geregeld worden in de lidstaten. Het opleggen bij koninklijk besluit van een selectiemethode, het aanwijzen van juryleden door een minister en het reglementair beschermen van deze juryleden is in deze context niet meer verantwoord. Na advies van de Raad van State beslist de Vlaamse Regering definitief tot wijziging van het koninklijk besluit betreffende de verbetering van paardachtigen. Zo wordt een juistere locatie van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen nagestreefd.


* * *

Door een Europese Verordening zijn de gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen in verband met de rechtstreekse steunverlening in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid vastgesteld. De verordening biedt de lidstaten onder meer de mogelijkheid bepaalde bestaande premiestelsels 'gekoppeld' verder toe te passen. De Vlaamse Regering beslist daarom principieel tot instelling van bepaalde rundvleespremies. Het betreft de zoogkoeienpremie en de slachtpremie voor kalveren. Het besluit wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van minister-president Yves LETERME en van Vlaams minister Dirk VAN MECHELEN:

De Vlaamse Regering beslist tot gedeeltelijke verdeling van het bufferkrediet LIN ten belope van 4,37 miljoen euro.

Op voorstel van vice-minister-president Fientje MOERMAN:

De Vlaamse Regering draagt Veerle Lories voor als kandidaat-lid en Bart Laethem als kandidaat- plaatsvervangend lid voor de raad van bestuur van het Bureau voor Normalisatie. Het Bureau voor Normalisatie is een autonome instelling met rechtspersoonlijkheid onder de voogdij van het federale Ministerie van Economische Zaken met als belangrijkste taak het uitwerken van normen. Het doel hiervan is het scheppen van een optimaal maatschappelijk economisch kader, waarbinnen handelsbelemmeringen zijn weggewerkt, producten, diensten en processen zijn geoptimaliseerd en de veiligheid van mens en milieu zijn gewaarborgd.

Op voorstel van vice-minister-president Fientje MOERMAN en van Vlaams minister Geert BOURGEOIS:

De Vlaamse Regering hecht haar principiële goedkeuring aan een voorontwerp van decreet dat instemt met het Verdrag inzake het merken van kneed- en bladspringstoffen ten behoeve van de opsporing ervan, opgemaakt in Montréal op 1 maart 1991. Het Verdrag moet verhinderen dat terroristen of criminelen niet-gemerkte plastic springstoffen in handen krijgen. Een verhoogde kans op detectie van die moeilijk op te sporen springstoffen moet daarbij een efficiënt afschrikmiddel zijn. Het voorontwerp van instemmingsdecreet wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van vice-minister-president Frank VANDENBROUCKE:

Het Regionaal Technisch Centrum (RTC) Zuid- en Midden West-Vlaanderen voorziet in haar businessplan een samenwerking met het Vlaams Kunststoffencentrum (VKC) dat een plan opstelde om het kunststoffenonderwijs in geheel Vlaanderen te structureren via vijf centrumscholen. Na overleg bleek voor West-Vlaanderen het KTA Brugge voor het VKC de meest aangewezen partner. Deze school ligt echter buiten het werkingsgebied van het RTC. De Vlaamse Regering verleent daarom haar goedkeuring aan de uitbreiding van het werkingsgebied van het RTC Zuid- en Midden West-Vlaanderen tot geheel de provincie West- Vlaanderen voor wat betreft het project kunststoffen. Het businessplan en de beheersovereenkomst worden in die zin aangepast.


* * *

Naar analogie met het door de centrale examencommissie gevraagde examengeld, verhoogt de Vlaamse Regering het bedrag van het examengeld gevraagd aan personen die in een centrum voor volwassenenonderwijs examens afleggen zonder in het centrum de lessen gevolgd te hebben, tot 15 euro.


* * *

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse Regering definitief het besluit van 27 juni 1990 over de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon kleuter-, lager en basisonderwijs. Dit besluit moet worden aangepast aan de nieuwe regelgeving, onder meer naar aanleiding van de invoering van de Bachelor-Master-structuur in het hoger onderwijs en van de nieuwe ambtenstructuur in de categorie van het beleids- en ondersteunend personeel.


* * *

Na advies van de Raad van State beslist de Vlaamse Regering definitief tot het toekennen van een hogere puntenenveloppe aan de scholengemeenschappen basisonderwijs. Hierdoor wordt de mogelijkheid versterkt dat de scholengemeenschappen een middenkader uitbouwen. De basispuntenenveloppe wordt opgetrokken van 21 naar 63 punten en er wordt voorzien in een quasi-lineaire verhoging voor grotere scholengemeenschappen.


* * *

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse Regering definitief de besluiten tot vaststelling en indeling van de ambten in het gewoon en het buitengewoon basisonderwijs. Om de taak van zorg- en ICT-coördinatie in te vullen, werden met ingang van het schooljaar 2003- 2004 in de personeelscategorie van het beleids- en ondersteunend personeel aparte ambten gecreëerd, met name 'beleids- en administratief medewerker'. Uit de evaluatie van deze nieuwe personeelscategorie bleek dat voornamelijk onderwijzend personeel in het nieuwe ambt van beleidsmedewerker werd aangesteld en dat er behoefte was om de zorg- en ICT-opdracht ook te kunnen opnemen vanuit het statuut van onderwijzend personeel. Deze mogelijkheid wordt ingevoerd vanaf het schooljaar 2005- 2006 samen met de nieuwe ambtenstructuur waardoor er een apart ambt komt voor administratief medewerker, zorg- en ICT-coördinator. Het is echter de bedoeling dat het onderwijzend personeel enkel de zorg en ICT-opdracht kan opnemen vanuit het statuut van onderwijzend personeel. Aansluitend bij dit besluit wijzigt de Vlaamse Regering definitief haar besluit over de opdracht van het personeel in het basisonderwijs. Die wijziging omvat de aanpassing van de prestatieregeling van het onderwijzend personeel dat met hogergenoemde taken wordt belast, gezien deze personeelsleden niet langer op klas- maar op schoolniveau -of zelfs op niveau van de
scholengemeenschap- werkzaam zijn. Om diezelfde reden wijzigt de Vlaamse Regering definitief de besluiten over de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs en over de ICT-coördinatie in het onderwijs.


* * *

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse Regering definitief het besluit over de
personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs. De wijziging betreft de toevoeging van een nieuwe onderafdeling onder 'Hoofdstuk III- Onderwijzend personeel, afdeling B - Aanvullende lestijden', namelijk aanvullende lestijden voor lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs. Deze bijkomende aanvullende lestijden zullen enerzijds de werkdruk van de onderwijzers verlagen en anderzijds de fysieke conditie van de leerlingen verhogen.


* * *

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse Regering definitief het besluit van 31 juli 1990 over de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs. Dit besluit moet worden aangepast aan de nieuwe reglementering, onder meer naar aanleiding van de invoering van de Bachelor-Master-structuur in het hoger onderwijs. Het besluit werd ook technisch op een aantal punten aangepast en vereenvoudigd.


* * *

In uitvoering van een aantal bepalingen uit CAO II en CAO VII over het onderwijs en na advies van de Raad van State, keurt de Vlaamse Regering definitief het besluit goed over het toekennen van een vergoeding aan de personeelsleden die houder zijn van diploma's of getuigschriften buitengewoon onderwijs. Zo wordt een reglementaire basis gecreëerd voor vergoedingen die momenteel worden uitbetaald op basis van een omzendbrief. Tevens maakt het besluit mogelijk dat de personeelsleden deze vergoeding behouden, wanneer zij in het kader van geïntegreerd onderwijs of wegens deelname aan het experimentele project betreffende de ondersteuning van kinderen met een matig of ernstig verstandelijke handicap, aan het werk worden gesteld in het gewoon onderwijs of wanneer ze aangesteld worden als zorgcoördinator in het gewoon basisonderwijs. Het besluit beoogt een verbetering van de arbeidsvoorwaarden van het personeel van het buitengewoon onderwijs en wil bijscholing en het verwerven van bijkomende competenties aanmoedigen.


* * *

Na advies van de Raad van State keurt de Vlaamse Regering definitief het besluit goed dat, in uitvoering van CAO VII, een aantal bepalingen aan een besluit over de toekenning van een bijwedde voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs toevoegt. Zo wordt onder meer het recht op een toekenning van bijwedde verleend aan de inspecteurs en aan de pedagogische adviseurs en wordt het diploma van assistent inzake beroepskeuze, behaald in het onderwijs voor sociale promotie vanaf 1 september 1995, eveneens beschouwd als een diploma dat recht geeft op een bijwedde.


* * *

De Vlaamse Regering erkent de opleiding Executive Master of Business Administration met focus op Entrepreneurship van de Flanders Business School als nieuwe opleiding. Ze kan met ingang van 1 januari 2006 georganiseerd worden.

Op voorstel van Vlaams minister Inge VERVOTTE:

Medio december 1998 werd de subsidiëring van een wachtlijstwerking mogelijk gemaakt. Eind mei 2004 volgden twee andere besluiten: een besluit over de registratie van zorgvragen, de zorgbemiddeling, de zorgafstemming en de planning van de zorg en de bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap, en een besluit over de erkenning en subsidiëring van het Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap voor vertegenwoordiging in het Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg en het organiseren van traject- begeleiding. Nu hecht de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan het besluit over de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en over de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap. Dit nieuwe besluit vervangt de besluiten van december '98 en mei 2004. Het besluit bepaalt de nieuwe regels voor een meer regionale en transparante sturing en controle van het zorggebeuren. De missie van het nieuwe besluit bestaat erin dat iedere persoon met een handicap op een rechtvaardige manier wordt begeleid naar de behandeling, begeleiding of opvang die hij/zij nodig heeft, zonder lang te moeten wachten. Het besluit wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van Vlaams minister Inge VERVOTTE en van Vlaams minister Marino KEULEN:

De Vlaamse Regering wijzigt principieel het besluit van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria. Volgens artikel 8 van dit besluit mag er, behoudens gerechtelijk bevel, gedurende de eerste tien jaar na de begraving, geen opgraving gebeuren. Daarna kan de burgemeester een toestemming verlenen om ernstige redenen. In de praktijk levert deze bepaling problemen op en gaat ze ook voorbij aan een aantal emotionele aspecten. Daarom krijgt de burgemeester nu wel de bevoegdheid om gedurende de eerste 10 jaar na de begraving een opgraving, om ernstige redenen, toe te staan. Het besluit wordt voor advies voorgelegd aan de Hoge Raad voor Binnenlands bestuur, aan de MiNa-raad en daarna aan de Raad van State.

Op voorstel van Vlaams minister Dirk VAN MECHELEN:

Wegens de omvang van het dossier, het advies van VLACORO (dat aanpassingen aan het dossier vereist) en het vereiste advies van de Raad van State, beslist de Vlaamse Regering de vervaltermijn voor de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'afbakening grootstedelijk gebied Gent', voorlopig vastgesteld op 22 oktober 2004, te verlengen met 60 dagen.


* * *

Na advies van de Raad van State beslist de Vlaamse Regering tot definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) 'leidingstraat voor hoofdtransportleidingen ter hoogte van Heindonk'. Dit plan heeft als doel een nieuw tracé vast te stellen ter hoogte van de polder van Heindonk voor een project van een waterleiding van de Tussengemeentelijke Maatschappij voor Watervoorziening der Vlaanderen (TMVW). Door het vaststellen van een leidingstraat wordt de aanleg van meerdere leidingen mogelijk.

Op voorstel van Vlaams minister Geert BOURGEOIS:

De Vlaamse Regering actualiseert het Vlaamse standpunt ten aanzien van de situatie in het Midden-Oosten. Ze verwelkomt de vernieuwde vredesinspanningen langs zowel Israëlische als Palestijnse zijde en vanwege de internationale gemeenschap, en de perspectieven die daardoor worden geopend voor een aantal positieve ontwikkelingen op het terrein. Ze roept de Europese Unie op om een actieve rol te spelen in de begeleiding en de bemiddeling van het vredesproces. Ze beslist de relaties van directe bilaterale samenwerking met Israël te normaliseren en te onderhandelen over een samenwerkingsakkoord met de Palestijnse Autoriteit. In afwachting van dit samenwerkingsakkoord zullen ad hoc bilaterale projecten in de Palestijnse gebieden worden opgestart.


* * *

De Vlaamse Regering hecht haar goedkeuring aan de indeling in klassen van de management- en projectleiderfuncties van N-niveau, zoals voorgesteld door het Wegingscomité. De lijst van functies en de indeling in klassen wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.


* * *

De Vlaamse Regering keurt principieel een besluit goed dat de criteria vaststelt op basis waarvan de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest, zullen worden toegewezen aan de strategische adviesraden. Dit besluit wordt op de agenda geplaatst voor een vergadering van de representatieve vakorganisatie, daarna gaat het voor advies naar de Raad van State.


* * *

De Vlaamse Regering past sinds begin dit jaar een systeem van reguleringsimpactanalyse (RIA) en van compensatieregel voor administratieve lasten toe. Bij een RIA wordt systematisch nagegaan welke effecten de toepassing van een bestaande of voorgenomen regel heeft of zal hebben voor zowel de klant (burger, bedrijven, andere overheidsinstellingen, de natuur, .), als voor de instanties die de regels moeten toepassen, uitvoeren en handhaven. De compensatieregel houdt in dat elke verhoging van administratieve lasten als gevolg van een regelgevende tekst die door de Vlaamse Regering is goedgekeurd, gepaard moet gaan met een even grote daling van bestaande administratieve lasten. Na een eerste evaluatie beslist de Vlaamse Regering de toepassing te herbevestigen, en de ondersteunende maatregelen te versterken.

Op voorstel van Vlaams minister Kris PEETERS:

Door de goedkeuring van het besluit van 3 juni ll. met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie werd niet alleen de naam van het beleidsdomein 'Mobiliteit' gewijzigd in 'beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken', maar werd ook de organisatiestructuur van het beleidsdomein herzien, in het bijzonder de toewijzing van intern verzelfstandigde agentschappen (IVA's). Deze aanpassing heeft tot gevolg dat de inmiddels uitgewerkte en goedgekeurde oprichtingsbesluiten met betrekking tot dit beleidsdomein moeten worden herbekeken. Daarom beslist de Vlaamse Regering, na advies van de Raad van State, de oprichtingsbesluiten van de IVA's 'Agentschap voor Technische Opdrachten Mobiliteit', 'Agentschap voor Wegen en Verkeer' en 'Agentschap voor Waterwegen en Zeewezen' definitief in te trekken.

Op voorstel van Vlaams minister Kris PEETERS en van Vlaams minister Kathleen VAN BREMPT:

Na evaluatie van de kandidaten voor de bevordering in de vacante betrekking van directeur-generaal bij de administratie Wegen en Verkeer - departement Leefmilieu en Infrastructuur, beslist de Vlaamse Regering Chris Caestecker met ingang van 1 oktober 2005 in deze functie te benoemen.

Op voorstel van Vlaams minister Marino KEULEN:

Na advies van de Raad van State legt de Vlaamse Regering definitief de criteria vast voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten. Het besluit heeft betrekking op aanvragen tot erkenning vanaf 1 maart 2005 en voorziet een procedure voor de indiening en behandeling van de aanvragen tot erkenning.


* * *

De Vlaamse Regering benoemt Valérie Flohimont, met ingang van 1 oktober 2005, tot adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, ter vervanging van Guy Desolre.

Op voorstel van Vlaams minister Kathleen VAN BREMPT:

De Vlaamse Regering stemt in met een ontwerp-KB dat het KB over het rijbewijs wijzigt. Als iemand een veroordeling oploopt die inhoudt dat deze persoon tijdelijk en/of deels het recht verliest om een voertuig te besturen en hierbij herstelexamens moet afleggen, stellen er zich praktische problemen. Daarom wordt het KB gewijzigd op drie punten: een regeling waardoor een uitspraak van rijverbod tijdens het weekend en op feestdagen praktisch kan uitgevoerd worden, een nieuwe en vereenvoudigde procedure wanneer de veroordeelde wordt opgeroepen tot herstelexamens en de aanstelling van andere instellingen voor het voeren van medische en psychologische herstelonderzoeken (wat nu door de VDAB gedaan wordt). De Vlaamse Regering koppelt wel een aantal voorwaarden aan haar positief advies.


-----
einde

-----


---