Provincie Flevoland




Provincie Flevoland : jongeren dupe van standpunt Tweede Kamer

De discussie over de regie van de jeugdzorg in Nederland, gestart door CDA fractievoorzitter Maxime Verhagen, is bij de Provincie Flevoland in het verkeerde keelgat geschoten. De jongeren die hulp nodig hebben zouden de dupe worden van een nieuwe herziening van de Wet op de Jeugdzorg. Het is nu niet het juiste moment om hierover te spreken, aldus gedeputeerde John Bos.

Tijdens de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer is er door het CDA een breed gesteunde motie ingediend om meer middelen in te zetten voor het jeugdbeleid van gemeenten. Versterking van het lokale jeugdbeleid vindt ook de Provincie Flevoland een goede zaak. Uit de algemene beschouwingen van het CDA blijkt bij monde van Maxime Verhagen echter een schromelijke onderschatting en onderwaardering van de grote inzet waarmee gemeenten en provincies de zorgen voor jongeren samen organiseren. De discussie is volgens gedeputeerde John Bos absoluut niet in het belang van de jongeren die hulp nodig hebben.

De jeugdzorg en het lokale jeugdbeleid in Flevoland, en in Nederland, heeft tijd en geld nodig om het hoofd te kunnen bieden aan de toenemende problemen en hulpvragen van jongeren en ouders. Het gaat ook om een efficiënte organisatie van zorg en doelmatige inzet van schaarse middelen. Dat moet je niet zoals het CDA voorstaat overlaten aan honderden gemeenten in Nederland. Het is volgens de Provincie Flevoland een voorbarig en ongefundeerd standpunt. De Wet op de Jeugdzorg is overigens door de inzet van staatssecretaris Ross in 2004 met brede steun door de Tweede Kamer aanvaard.

De Wet op de Jeugdzorg waarin de provincie veel taken krijgt voor de jeugdzorg is nog maar 9 maanden jong. Toch zegt Verhagen nu al dat de toegevoegde waarde van provincies voor de realisatie van een zoals hij dat noemt eenduidige en gestroomlijnde jeugdzorg niet altijd duidelijk is. Hoe hij daar bij komt is onduidelijk. De evaluatie van deze wet is pas aan de orde in 2006.

De vraag naar jeugdzorg neemt toe, instellingen en hulpverleners werken hard om met beperkte middelen hulp te bieden. De voorbarige standpunten leiden tot onnodige onrust en knaagt aan de essentie van de Wet op de Jeugdzorg: daar worden uiteindelijk jongeren de dupe van.