Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA DEN HAAG
Uw brief Ons kenmerk
IZ/EA/2005/76061
Onderwerp Datum
Groenboek demografische ontwikkeling en 29 september 2005
solidariteit tussen generaties
Op 16 maart 2005 heeft de Europese Commissie het "Groenboek demografische
ontwikkeling en solidariteit tussen de generaties" gepubliceerd (COM (2005) 94 def). De
lidstaten is gevraagd een reactie op de vragen uit het groenboek op te stellen en deze voor
15 oktober aan de Commissie te sturen.
Hierbij treft u aan de antwoorden van het Kabinet op de in het groenboek neergelegde
vragen.
Inhoud groenboek
In het groenboek worden de uitdagingen geschetst waar Europa voor staat als het gaat om de
demografische veranderingen. Het groenboek concentreert zich op drie factoren die de
vergrijzingsproblematiek kenmerken:
- de gestegen levensverwachting;
- het lage geboortecijfer;
- de babyboom generatie die recent is begonnen de leeftijd van 55 jaar te passeren.
Het groenboek bepleit een nieuwe solidariteit tussen de generaties en het inslaan van nieuwe
wegen om het potentieel van niet alleen ouderen maar ook van jongeren tot ontplooiing te
brengen.
Hoofdlijnen kabinetsreactie
Nederland verwelkomt het groenboek, onderstreept de noodzaak van actie en plaatst deze in
het perspectief van de Lissabon-doelstellingen. Om de dreigende spanning tussen jong en
oud tegen te gaan is het van belang dat ook de naoorlogse babyboom generatie naar
evenredigheid een bijdrage levert aan de oplossing van beide demografische uitdagingen
vooral door te breken met de cultuur van vervroegde uittreding en in plaats daarvan langer
2
door te werken. Het bereiken van een arbeidsdeelname van ouderen (55-64 jaar) van 50%
(conform de Lissabon doelstelling) in 2010 is hierbij een eerste stap.
Nederland steunt de opvatting in het groenboek dat er alle reden is om de demografische
veranderingen in Europees verband beter te analyseren zodat zowel een beter zicht ontstaat
op de gevolgen voor de samenleving als op de beleidsmogelijkheden om hierop invloed uit
te oefenen. Om een optimale uitwisseling van standpunten mogelijk te maken dienen deze
analyses bij voorkeur te worden geïntegreerd in de jaarlijks terugkerende werkzaamheden
die ook nu al in de diverse comités worden verricht. Het is dan ook niet wenselijk aparte
structuren te creëren en nieuw Europees beleid op te zetten. Het uitwisselen van best
practices zal kunnen bijdragen aan het verbreden van de expertise die nodig is om de
uitdagingen het hoofd te bieden.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid