IP/05/1208
Brussel, 30 september 2005
Mededinging: dankzij nieuwe regels inzake autodistributie kunnen dealers
vrijer concurreren in de gehele EU
Overeenkomstig de groepsvrijstellingsverordening nr. 1400/2002 van de
Europese Commissie inzake de distributie van motorvoertuigen zijn de
zogenaamde "locatieclausules" in contracten tussen autofabrikanten en
dealers vanaf 1 oktober 2005 niet meer automatisch vrijgesteld van het
verbod van het EG-Verdrag op mededingingsbeperkende handelspraktijken
(artikel 81). Deze clausules dienden om dealers ervan te weerhouden
verkooppunten te vestigen buiten de door de autofabrikanten
afgebakende geografische gebieden, inclusief andere lidstaten van de
EU. Veel autofabrikanten en dealers hebben deze clausules evenwel
reeds uit hun contracten geschrapt. De wijziging stelt dealers in
staat in een groter gebied te concurreren, waardoor prijsconcurrentie
en distributie-innovatie worden gestimuleerd. Deze wijziging inzake
locatieclausules is het laatste deel van de hervorming van de
mededingingsregels op het gebied van de autodistributie die de
Commissie heeft doorgevoerd; de rest van de hervorming is reeds op
1 oktober 2002 in werking getreden (zie IP/02/1073). De
"locatieclausules" bleven drie jaar langer onder de groepsvrijstelling
vallen om autofabrikanten en dealers de gelegenheid te geven zich aan
te passen.
Commissaris voor Concurrentie Neelie Kroes verklaarde: "Deze maatregel
zal de concurrentie in de sector van de autodistributie verder doen
toenemen. Het doet mij genoegen dat veel autofabrikanten de
locatieclausules reeds uit hun distributieovereenkomsten met dealers
hebben verwijderd."
De nieuwe regels betreffen zowel personenauto's als lichte
bedrijfsvoertuigen. Wanneer de locatieclausules eenmaal uit de
contracten met de fabrikanten zijn geschrapt kunnen dealers buiten hun
thuismarkt, en ook over de grenzen heen, opereren. Dit houdt in dat
zij verkooppunten kunnen vestigen waar zij dat commercieel opportuun
achten, bijvoorbeeld in gebieden waar hun merk ondervertegenwoordigd
is, of in landen waar de prijzen hoger zijn. Deze wijziging effent
tevens de weg voor innovatieve distributievormen zoals verkooppunten
waar meerdere automerken worden verkocht. De consumenten zullen
derhalve van een grotere keuze aan dealers kunnen profiteren.
De verordening biedt autofabrikanten de mogelijkheid van dealers te
eisen dat zij aan welomschreven kwaliteitsnormen voldoen, waardoor een
dealerstelsel van hoge kwaliteit wordt gewaarborgd. Door te eisen dat
de secundaire verkooppunten voldoen aan alle kwalitatieve normen die
van toepassing zijn op de dealerbedrijven in het gebied waar het
verkooppunt geopend zal worden, en door van tevoren te controleren of
aan deze normen is voldaan, kunnen de autofabrikanten over het
algemeen voorkomen dat deze nieuwe verkooppunten op oneerlijke wijze
profiteren van de investeringen en de promotie-inspanningen van de
bestaande dealers.
De verordening erkent uitdrukkelijk de efficiƫntiebevorderende werking
van selectieve distributiestelsels waarmee wordt beoogd dealers aan te
moedigen investeringen te doen om het desbetreffende merk in hun
lokale zone te promoten.
Het is onwaarschijnlijk dat secundaire verkooppunten tot een stijging
van de transactie- en logistieke kosten van een autofabrikant zullen
leiden, omdat het contract dat hij met de dealer heeft zal blijven
bepalen waar de autofabrikant de door de dealer bestelde auto's moet
leveren. Dit houdt in dat het, wanneer dealers een tweede verkooppunt
in een andere lidstaat vestigen, niet nodig is nog een contract met de
plaatselijke importeur te sluiten, hoewel de autofabrikant natuurlijk
bepaalde taken aan de plaatselijke importeur kan delegeren, zoals het
controleren of aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan. De
aankoopvoorwaarden en verkoopdoelstellingen blijven dezelfde als die
welke voor de hoofdlocatie van de dealer gelden.
Om te kunnen profiteren van de volledige rechtszekerheid die door de
groepsvrijstellingsverordening wordt geboden, moeten autofabrikanten
en dealers de locatieclausules uiterlijk op 30 september 2005 uit hun
contracten verwijderen. De bedrijfstak lijkt aan deze optie de
voorkeur te geven.
Autofabrikanten en dealers die na 30 september 2005 toch nog
"locatieclausules" in hun contracten handhaven kunnen aan een
onderzoek worden onderworpen door de Commissie of door de nationale
mededingingsautoriteiten of kunnen voor de nationale rechter worden
gedaagd op grond van de bepalingen van het EG-Verdrag inzake
mededingingsbeperkende handelspraktijken (artikel 81). De verordening
beschouwt locatieclausules niet als echte "hardcore"-beperkingen, maar
de ondernemingen zouden zelf, per geval, moeten bewijzen dat een
locatieclausule aan alle noodzakelijke voorwaarden voldoet om een
uitzondering op basis van artikel 81, lid 3, van het EG-Verdrag te
rechtvaardigen, en zij zouden met name moeten aantonen dat er
aanzienlijke voordelen zijn die opwegen tegen de
mededingingsbeperkende gevolgen van de locatieclausule.
European Union