Federale regering Belgie
Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden
(2005-09-30)
Persbericht van de Ministerraad
Instemming met het protocol nr 7 bij het Verdrag ter Bescherming van
de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, dat vijf nieuwe
fundamentele rechten toevoegt
De Ministerraad keurde het voorontwerp van wet goed houdende
instemming met het Protocol nr 7 bij het Verdrag ter Bescherming van
de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, op 22 november
1984 door het Comité van Ministers van de Raad van Europa goedgekeurd.
Het voorontwerp is een voorstel van de heer Karel de Gucht, Minister
van Buitenlandse Zaken.
Het Protocol nr 7 bij het Verdrag ter Bescherming van de Rechten van
de Mens en de Fundamentele Vrijheden concretiseert de wens van de Raad
van Europa om het Europese arsenaal voor de bescherming van de rechten
van de mens uit te breiden door een parallel met het Internationale
Pact inzake burgerlijke en politieke rechten van de Verenigde Naties
van 1966 te behouden.
Protocol nr 7 vult het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens met
vijf nieuwe fundamentele rechten aan. Vier daarvan zijn voornamelijk
van procedurele aard. Het gaat om volgende rechten:
1) het recht van elke vreemdeling die wettig verblijft op het
grondgebied van een Staat op minimale procedurele waarborgen bij
uitzetting,
2) het recht van elke persoon om zijn veroordeling of straf opnieuw te
doen beoordelen door een hoger gerecht,
3) het recht van elke persoon op een schadeloosstelling in geval van
gerechtelijke dwaling,
4) het recht van elke persoon om niet tweemaal te worden berecht of
gestraft in een strafrechtelijke procedure binnen de rechtsmacht van
dezelfde Staat en ten slotte,
5) het algemene beginsel dat de echtgenoten gelijke rechten en
verantwoordelijkheden van civielrechtelijke aard hebben, zowel
onderling als in hun betrekkingen met hun kinderen.
Met de goedkeuring van het voorontwerp bekrachtigt België dit
Protocol, dat de meeste Lidstaten van de Raad van Europa al bindt. Op
die manier sluit de Belgische staat zich aan bij een
gemeenschappelijke Europese inspanning die de zo volledig mogelijke
waarborg van de fundamentele rechten van elke mens beoogt.