ChristenUnie
Algemeen Overleg Glastuinbouw donderdag 29 september 2005 - 11:37
Arie Slob:
MdV,
Ruimtelijk beleid
Mijn fractie heeft een warm hart voor de tuinbouw(ers). De
glastuinbouw, één van onze meest krachtige economische clusters, is
een speler van wereldwijde betekenis. Om een speler van betekenis te
blijven is niet alleen voortgaande innovatie van groot belang, maar
ook ruimtelijke ontwikkeling. De RLG heeft het zelfs over 12.500 à
14.000 ha. in 2020 tegenover 10.500 ha. nu. Hoe kijkt de minister hier
tegenaan en ziet hij mogelijkheden voor een goede inpassing in het
landschap van pak en beet nog eens 3.000 ha glas?
Een belangrijke doelstelling van het beleid is om tot een bundeling
van de glastuinbouw te komen. Echter, in de periode 2000-2004 heeft
een afname plaatsgevonden van het gebundelde glas van 205 ha (3,5%) en
een toename van het niet-gebundelde glas van 186 ha (5,2%).
In 2000 zijn er tien bundelingsgebieden glastuinbouw buiten de
kerngebieden geïntroduceerd. Voor een evaluatie van het ruimtelijk
beleid voor de tien landbouwontwikkelingsgebieden glastuinbouw (LOGs)
waaraan vergaande conclusies kunnen worden verbonden is het nog wat
vroeg, maar duidelijk is wel dat b.v. een tuinder die klem zit in het
Westland toch niet zomaar uitwijkt naar elders; de voordelen van
blijven zitten waar je zit blijken toch groter dan de nadelen.
Uit de brief van de minister van 13 september blijkt dan ook dat de
uitplaatsingsopgave voor de provincie Zuid-Holland tot nu toe veel
kleiner is dan werd verwacht ten tijde van het Bestuurlijke
Afsprakenkader in 2000. De LOGs blijken nog te weinig te hebben
bijgedragen aan het accomoderen van verplaatste bedrijven uit oude
glastuinbouwgebieden. Ze leveren weliswaar wel een bijdrage aan
herstructurering in de regio.
Tot nu toe lijkt het bundelingsbeleid nog weinig succesvol. Misschien
ben ik gezien de korte tijdspanne wat te voorbarig. Ruimtelijke
ontwikkeling van de glastuinbouw is immers een zaak van lange adem.
In dit kader verneem ik van de minister graag zijn argumenten waarom
hij afwijkt van het advies van de RLG 1; toch een adviesraad van
importantie: deze Raad ziet slechts toekomst voor vijf van de
landelijk aangewezen projectvestigingslocaties; dat zijn de locaties
relatief dichtbij de greenports. De minister wijst in zijn brief
weliswaar naar ontwikkelingen in afzet en logistiek en naar markten in
Scandinavië en Oost-Europa; toch wil ik graag dat de minister hier
verder op ingaat. En er is nog iets wat hierbij van belang is: de
projectvestigingslocaties blijven volgens de RLG in te toekomst
afhankelijk van de greenports. Een verwacht gevolg is b.v. dat de
transportkilometers richting Randstad zullen stijgen en dat is nu net
juist niet de bedoeling.
In de Nota Ruimte is aangegeven dat provincies zelf aanvullende
locaties mogen aanwijzen voor ontwikkeling van de glastuinbouw. In de
Nota Ruimte is een kader geschetst 2. Voor ondernemerschap is ruimte
nodig, zowel figuurlijk als letterlijk. Maar biedt het kader voldoende
waarborgen voor een goede inpassing van glas in het landschap. En
voorts, welke omvang mogen deze gebieden krijgen? Is het bijvoorbeeld
acceptabel als ze meer glas omvatten dan de landelijk aangewezen
gebieden? Voor decentraal aanwijzen van gebieden door de provincie is
veel te zeggen, maar belangrijk is wel dat verrommeling en
versnippering van het landschap wordt tegengegaan.
De minister stelt zichzelf min of meer ook deze vragen samengevat in
de vraag hoe moet worden omgegaan met het glas buiten de LOGs. De
provincies dienen als nadere uitwerking van de Nota Ruimte duidelijk
aan te geven waar wel en waar geen gebundelde glastuinbouwgebieden
mogen ontstaan. Bij eventuele bedrijfsverplaatsingen van solitair
gelegen glastuinbouwbedrijven kan de Ruimte-voor-Ruimte-regeling als
smeermiddel worden ingezet. Ook papieren glas zal volgens de minister
moeten worden tegengegaan. Vraag aan de minister is: zijn provincies
en met name gemeenten te porren om tot bredere uitvoeringsafspraken
van de Nota Ruimte te komen? En hoe staat het met de voortgang van
beide acties ik weet het, bij ruimtelijk beleid hebben we het over
zaken met een lange adem maar is er al nieuws van dit front te melden,
of gaat ongewenste glasontwikkeling nog steeds door?
Energiebesparing en duurzaamheid
De glastuinbouwsector heeft evenals andere sectoren te kampen met de
enorm gestegen aardgasprijs. De glastuinbouwsector is zelfs één van de
sectoren die het hardst wordt getroffen door de enorme stijging van de
aardgasprijs, doordat energie een belangrijke kostenfactor voor de
glastuinbouw is. En daarmee komt het thema energiebesparing nog
nadrukkelijker om de hoek kijken.
In dit kader wijs ik er op dat in het achtergrondrapport van de
landbouwvisie klip en klaar stelt (blz. 210 ) dat de
energiedoelstelling voor 2010 uit GLAMI niet gehaald zal worden. Welke
gevolgen verbindt de minister daaraan?
Er zijn allerlei ontwikkelingen rond energieproducerende kassen, en de
sector vestigt daar zijn hoop op, maar de vraag is of dat economisch
ooit uit zal kunnen wat ik natuurlijk wel hoop. Kan de minister daar
meer inzicht in geven?
Een vraag is of de perspectieven van de sector nog wel zo gunstig zijn
als gedacht, nu de energieprijzen toch heel wat hoger zijn dan tot
voor kort werd gedacht; zeker gezien het grote aandeel van de
energiekosten in de glastuinbouw.
Graag reactie van de minister op het voorstel van de RLG om de komende
herijking van het Glastuinbouw en Milieu Convenant (GLAMI) zodanig
vorm te geven dat de sector zelf onder voorwaarden de ruimte krijgt
dit in te vullen.
Overig
- Aan het eind van de brief lees ik de welwillende zin van de
minister dat hij nog zal onderzoeken of een bijdrage van het Rijk aan
de herstructurering binnen de greenports nodig is. Maar wat verwacht
hij? Welke berichten ontvangt hij wat dat betreft uit de greenports?
- Dat innovatie de sleutel is tot voortgaand succes is
inmiddels een open deur. Een probleem wat ik hier nog wel wil noemen
is dat kansrijke innovaties wel de kopgroep van de vernieuwers
bereikt, maar niet of gebrekkig doorsijpelt naar het grote peloton.
Wat is hier aan te doen. Ik las iets over initiatieven, zoals de
tuinbouwclusteracademie. Hoe kijkt de minister tegen deze problematiek
aan en ziet hij een taak voor de overheid met het oog op het grote
peloton aan ondernemers, b.v. door het stimuleren van
praktijknetwerken?
_______________________
1 De Raad voor het Landelijk Gebied; n.a.v. pag. 7, 29 800 XIV, nr.
111.
2 N.a.v. pag. 5, 29 800 XIV, nr. 111.
---