Gemeente Rotterdam

Spoeddebat over woonadres wethouder

De gemeenteraad heeft een spoeddebat gehouden op verzoek van de PvdA. Aanleiding voor deze zogenoemde interpellatie is de woonsituatie van wethouder Van Sluis. In een krantenartikel doet de wethouder een aantal uitspraken over zijn woon- en verblijfsituatie. Ook geeft hij aan dat hij niet in Rotterdam woont. De uitspraak is niet in overeenstemming met de antwoorden op schriftelijke vragen die de fractie aan het college stelde.

De PvdA wilde o.a. weten wat de burgemeester heeft gedaan om te bewaken dat collegeleden de wet naleven. Ook werd gevraagd of een wethouder de vrijheid heeft de wet naast zich neer te leggen. De gemeenteraad onjuist informeren is een doodzonde in de democratie, aldus de PvdA. De fractie wilde weten of het college de raad bewust onjuist heeft geïnformeerd.

Het college liet de raad - na overleg met de commissaris van de Koningin en het ministerie schriftelijk weten dat de praktijk en de huidige regelgeving aanleiding geeft tot fricties. De rijksoverheid studeert op een mogelijke verruiming van de regelgeving.

Het college stelde de gemeenteraad voor om geen gevolgen te verbinden aan de woonsituatie van de wethouder en hierin te berusten.

Impressie van het debat: geen openheid van zaken

De heer Bourzik (gelijknamige fractie) betreurde het feit dat er eerder geen openheid van zaken is gegeven over de woon- en verblijfsituatie van de wethouder.

De fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam vond het teleurstellend dat over dit onderwerp een raadsdebat werd gehouden. De wethouder heeft recht op privacy.

De geest van de wet is dat een bestuurder de stad moet kennen die hij bestuurt.

Hij refereerde aan resultaten die het college in deze periode heeft behaald. De fractievoorzitter sloot af met de mededeling dat Leefbaar Rotterdam nog steeds staat achter de antwoorden van het college op eerder gestelde vragen.

Volgens de SP is het debat over de woonsituatie van de wethouder slecht voor het beeld over de politiek; er is sprake van politiek geneuzel. Er zijn in de raad andere inhoudelijke debatten aan de orde geweest die volgens de SP meer aanleiding gaven voor het aftreden van een wethouder.

Volgens de fractievoorzitter van D66 gaat het niet om waar de wethouder woont, maar om de vraag of en in hoeverre de wethouder openheid van zaken heeft gegeven. Nu blijkt dat er geen juiste informatie is gegeven. De gemeenteraad is op het verkeerde been gezet en dat vond D66 een kwalijke zaak.

Waar het volgens de fractie van de ChristenUnie-SGP om draait, is dat er geen antwoord wordt gegeven op vragen die worden gesteld. De wet is volgens de fractievoorzitter duidelijk. Het college heeft eerder besloten om één jaar ontheffing aan te vragen voor de woonsituatie van de wethouder. Er is te lang om de feitelijke situatie heen gedraaid.

Het gaat volgens de fractievoorzitter van de Stadspartij om een integriteitkwestie en er is sprake van een ethisch probleem. De wethouder had eerder eerlijk moeten zijn en openheid van zaken moeten geven. Bestuurders hebben een voorbeeldfunctie en vervullen daarmee een verantwoordelijke rol.

Fractie-dos Santos gaf aan ook moeite te hebben met de uitvoering van de wet. Hij wilde van de wethouder weten in hoeverre hij van mening is dat hij een goede wethouder is.

De VVD vond het debat kinderachtig en sloot zich aan bij de opmerkingen van de SP. Er worden kinderachtige vragen gesteld en er zijn kinderachtige antwoorden gegeven.

Ook een wethouder dient zich aan de wet te houden. De antwoorden op de vragen zijn niet onjuist, maar onvolledig. Het uitgangspunt van de wet is dat een wethouder zich binnen een jaar in de betreffende gemeente moet vestigen. Als het ministerie en de commissaris van de koningin aanvullende afspraken maken, moet de uitvoering daarvan in afwachting van nadere wetswijziging mogelijk zijn, zo verwoordde de VVD.

De fractievoorzitter van het CDA vond het jammer dat de gemeenteraad via de krant kennis heeft moeten nemen van de feitelijke woonsituatie van de wethouder. De fractie heeft begrip voor het verhaal van de wethouder, maar een aantal zaken loopt door elkaar heen. De schriftelijke vragen zijn niet duidelijk en een eenduidig antwoord ontbreekt. In de beantwoording wordt om de hete brij gedraaid.

Als er fundamentele politieke verschillen zijn, zal GroenLinks dat aankaarten. Volgens de fractievoorzitter is dit een voorbeeld ervan. Het college had veel eerder aan moeten geven wat de werkelijke situatie. Het college is de gemeenteraad excuses verschuldigd.

Geen twijfel aan integriteit wethouder

De burgemeester gaf een toelichting op de collegebrief die kort voor de vergadering aan de gemeenteraad is gezonden. Hij betoogde in alle openheid de beantwoording van de vragen toe te lichten. Hij constateerde geen moment te hebben getwijfeld aan de integriteit van de wethouder. Wat volgens de burgemeester mogelijk verwijtbaar is, is dat hij - na een volgende verhuizing en een krantenbericht daarover - niet bij de wethouder geverifieerd heeft wat zijn feitelijke woonsituatie is. Naar aanleiding van de ontstane situatie schetste de burgemeester drie mogelijke vervolgstappen: het aftreden van de wethouder, het aanpassen van het woongedrag en dit melden aan de raad of de raad om een uitspraak vragen. Het aftreden van de wethouder achtte hij onwenselijk.

In de discussie is de kern van de vraag, of doelbewust informatie is achtergehouden en dat is volgens de burgemeester - niet gebeurd.

Wethouder van Sluis betoogde dat hij tot voor kort in de veronderstelling was dat hij volledig binnen de wet handelde. Hij ging ervan uit dat hij openheid van zaken had gegeven en geen antwoorden doelbewust had verdraaid. Op de vraag of hij tijdig antwoord had kunnen geven op schriftelijke vragen, gaf de wethouder de raad gelijk. Daarop bood hij zijn excuses aan. Hij betreurde wel het niveau waarop het debat werd gevoerd.

Geen gevolgen feitelijke woonsituatie

In de tweede termijn stelde de PvdA vast dat het debat kort had kunnen zijn door zakelijke en korte antwoorden te geven. De fractie gaf aan te kunnen berusten in de woonsituatie van de wethouder, maar sprak wel nadrukkelijk haar afkeuring uit. Alle fracties konden uiteindelijk instemmen met het verzoek om geen gevolgen te verbinden aan de feitelijke woonsituatie van de wethouder. De discussie in de tweede termijn sterkte de wethouder in zijn opvatting om zich te blijven inzetten voor de stad.

Onderzoek naar mogelijkheid verkeerstunnel

Op verzoek van de heer M.G.J. Harbers (VVD) heeft de gemeenteraad een tweeminutendebat gevoerd. Onderwerp van debat was de mogelijkheid om een verkeerstunnel aan te leggen op het tracé Maasboulevard / Boompjes. Een paar weken geleden bezochten leden van de commissie voor Cultuur en Sport en de commissie voor Wijken en Buitenruimte de stad Düsseldorf. De commissieleden werden voorgelicht over de verkeersverbinding tussen de stad en de rivier. Zo is de stadsautoweg langs de Rijn in een tunnel aangelegd en is bovengronds o.a. een promenade gerealiseerd. Het raadslid diende een motie in waarmee het college de opdracht kreeg om de ondertunneling van het tracé Maasboulevard / Boompjes grondig te onderzoeken. Er komt een inventarisatie van alle knelpunten en mogelijke oplossingen. De motie werd unaniem aangenomen.

Raad bespreekt alternatieve mobiliteitsdag

Op verzoek van de Stadspartij heeft de gemeenteraad van gedachten gewisseld over het instellen van een alternatieve mobiliteitsdag. Met deze mobiliteitsdag wil de fractie alternatieven voor het gebruik van de auto onder de aandacht brengen. Er wordt voorgesteld om op een feestdag de alternatieven op een positieve manier te presenteren, waarbij een deel van de autoweg voor de niet-automobilist wordt vrijgemaakt. Hiermee hoopt de Stadspartij de bewustwording over de schaarse leefruimte in de publieke opinie te stimuleren. Verder blijkt uit enquêtes dat een groot deel van de Rotterdammers voorstander is van een autoloze dag.

Het voorstel kreeg echter geen steun van de meerderheid in de raad en werd door enkele fracties gekwalificeerd als symboolpolitiek. Er zijn concrete maatregelen nodig om de luchtkwaliteit in de regio te verbeteren. Wethouder Hulman (o.m. Verkeer) gaf een samenvatting van de maatregelen die worden genomen om de luchtkwaliteit te verbeteren.

De Stadspartij diende in haar betoog een motie in. Het college werd opgeroepen in 2006 een alternatieve mobiliteitsdag in te voeren en deze dag samen te laten vallen met de Europese autoloze dag. De motie werd verworpen, ondanks steun van de indiener, PvdA, GroenLinks, D66, SP, ChristenUnie-SGP, fractie-dos Santos en fractie-Bourzik.

Minder handtekeningen nodig voor Burgerinitiatief

De gemeenteraad heeft de Verordening Burgerinitiatief gewijzigd. Met het burgerinitiatief nodigt de gemeenteraad burgers uit om een eigen voorstel bij de raad in te dienen. De wijziging was nodig zodat er minder handtekeningen nodig zijn voor een burgerinitiatief. Voor een initiatief met een stedelijk karakter zijn nu 250 handtekeningen nodig. Een initiatief met een wijkgericht karakter moet ondersteund worden met 50 handtekeningen en voor een initiatief op buurtniveau zijn 25 handtekeningen nodig. In november start een publiekscampagne.

Motie schuldhulpverlening en budgetbeheer afgedaan

Motie-Cremers (PvdA) over schuldhulpverlening en budgetbeheer voor dak- en thuislozen is door de gemeenteraad afgedaan. GroenLinks stemde tegen de afdoening.

Met de motie is het college gevraagd om - in samenwerking met de Gemeentelijke Kredietbank, dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid en opvanginstellingen - een aanpak uit te werken voor schuldhulpverlening en budgetbeheer voor dak- en thuislozen. De aanpak staat in twee notities over de preventie van dakloosheid en de inzet van schuldhulpverlening. Met een aantal maatregelen kan de overheid een rol spelen in het voorkomen van dakloosheid. Hierbij gaat het om vroegtijdig signaleren van problemen die kunnen leiden tot dakloosheid; het voorkomen en snel oplossen van uithuiszettingen en het voorkomen en oplossen van schuldproblemen. Daarnaast bekijkt de gemeente of ze een rol kan vervullen in het vinden en behouden van fatsoenlijke huisvesting.

Bestuursrapportage vastgesteld

De gemeenteraad heeft de Bestuursrapportage over de tweede kwartaal van 2005 en de tussenrapportage van de collegedoelstellingen vastgesteld. Raadsfracties vroegen het college om opheldering over de stand van zaken in de beoogde doelstellingen. Met de Bestuursrapportage geeft het college de gemeenteraad inzicht in de financiële stand van zaken.

Wet werk en bijstand in 2004

De gemeenteraad heeft het verslag over de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) in 2004 besproken. Het college dient dit jaar voor het eerst bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verslag in over de uitvoering van de nieuwe wet.

Op 1 januari 2004 is de Algemene Bijstandswet vervangen door de WWB.

Uitgangspunt van de WWB is dat ieder Nederlander geacht wordt zelfstandig in zijn bestaan te kunnen voorzien. De gemeente kan dit stimuleren door middel van reïntegratieprogrammas, het bevorderen van participatie op de arbeidsmarkt, inkomensondersteuning en handhaving van regels en voorschriften. Met de WWB moet de instroom in de bijstand o.a. worden beperkt en reïntegratie naar werk worden bevorderd.

En verder heeft de raad..

· de voorzitter en een architectlid van de commissie voor Welstand en Monumenten benoemd;

· de motie-Van der Heijden (CDA) afgedaan. In de motie wordt gepleit voor het hanteren van een 10%-norm voor de maximale fondsvorming voor de verzelfstandiging van de Rotterdamse kunstbedrijven. Er komt een kredietmogelijkheid zodat de gemeente een renteloze lening aan verzelfstandigde kunstinstellingen kan verstrekken. Op de lening is een terugbetalingsregeling van toepassing;

· de Inspraakverordening Rotterdam en de Legesverordening 2005 gewijzigd en de Verordening behandeling bezwaarschriften 2005 vastgesteld.

Bron: Griffie, 30-09-2005

[s?rotterdam.Openbaar_60327.OTAP_RDM Content
ite_250003.Griffie_2050902.Nieuwsbericht_2050906.Raadsberichten_202949 2.Raadsberichten 2005_2051817.Raadsbericht 29 sept_2078245]