---
Brieven aan de Kamer
---
Achtste halfjaarrapportage deelproject "Groot Pantserwielvoertuig (PWV)"
29-9-2005 9:29:00
Het project "Vervanging Pantservoertuigen M577 en YPR" is door de
Kamer als groot project aangewezen op 26 juni 1997. In dit kader
ontvangt u jaarlijks een voortgangsrapportage, de laatste keer op 3
juni 2005 (Kamerstuk 26 396, nr. 46). Bovendien zegde mijn
ambtsvoorganger op 31 januari 2001 toe u voortaan iedere zes maanden
over het deelproject "Groot Pantserwielvoertuig (PWV)" te informeren.
In de bijlage bied ik u de achtste halfjaarrapportage over het
deelproject PWV aan. De rapportage beschrijft de stand van zaken per
30 juni 2005.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
* Bijlage 8ste halfjaarreportage deelproject PWV
Datum 29 september 2005
Ons kenmerk M2005011519
Bijlage
Ministerie van Defensie
Pagina 1/4
ACHTSTE HALFJAARRAPPORTAGE OVER HET PROJECT
"GROOT PANTSERWIELVOERTUIG" (PWV)
naar de stand van 30 juni 2005
Inleiding
Het project "Groot Pantserwielvoertuig" (PWV) behelst de ontwikkeling, in binationaal
verband met Duitsland, van een groot gepantserd wielvoertuig voor
gevechtsondersteunende taken. Dit voertuig wordt internationaal de "Boxer" genoemd.
In deze achtste halfjaarrapportage informeer ik u over de stand van zaken op 30 juni 2005.
Deze rapportage sluit aan op de zesde jaarrapportage over het project "Vervanging
Pantservoertuigen M577 en YPR", waaronder begrepen de zevende halfjaarrapportage
PWV (Kamerstuk 26 396, nr. 46).
De rapportage gaat in op de behoeftestelling, de planning, de kosten en baten en de
financiering. Tevens zijn de uitkomsten van de risicoanalyse opgenomen.
Behoeftestelling
De behoefte aan een groot pantserwielvoertuig (PWV) voor gevechtsondersteunende
taken is sinds de vorige jaarrapportage ongewijzigd. Er zijn vijf voertuigvarianten benodigd:
een commandovoertuig, een "battlefield damage repair" (BDR)-voertuig, een
gewondentransportvoertuig, een vrachtvoertuig en een genievoertuig. De totale behoefte
omvat 257 pantserwielvoertuigen.
Planning
Aan het eind van dit jaar maakt Defensie een keuze over de voortzetting van het project
verwerving grote pantserwielvoertuigen. Zoals vermeld in de zesde jaarrapportage (juni
2005) wordt een keuze gemaakt tussen ofwel de seriematige verwerving van de "Boxer",
of het voorzien in de behoefte aan grote pantserwielvoertuigen door te kiezen voor een
alternatief. De Kamer zal eind 2005 schriftelijk worden geïnformeerd over hoe het PWVproject
wordt voortgezet. Voor de vraag hoe die keuze uitvalt is van belang dat Defensie
eind 2005 voldoende vertrouwen heeft in de tenuitvoerlegging van het ontwikkelingsproject
en de serieproductie van de "Boxer" door Artec. Voorts is de hoogte van de serieprijs van
de "Boxer" van grote betekenis. In het binationale ontwikkelingscontract is dan ook
Datum 29 september 2005
Ons kenmerk M2005011519
Ministerie van Defensie
Pagina 2/4
vastgelegd dat het Artec-consortium uiterlijk in september 2005 een nieuwe serieprijs van
de "Boxer" opgeeft.
De industrie heeft onlangs echter meegedeeld dat zij verwacht voor het stellen van de
serieprijs meer tijd nodig te hebben. In een reactie daarop heeft Defensie Occar schriftelijk
gewezen op de consequenties voor het Nederlandse keuzeproces over de invulling van de
behoefte aan pantserwielvoertuigen. In deze reactie is ook teleurstelling uitgesproken over
het uitblijven van een prijsopgaaf, omdat dat mogelijk negatieve consequenties heeft voor
de voortzetting van Nederlandse deelneming in het Boxer-project. Als een prijsopgave van
de industrie niet tijdig beschikbaar is, zullen ten behoeve van de besluitvorming
conservatieve schattingen worden gemaakt van de serieprijs.
Indien dit najaar besloten wordt de "Boxer" seriematig te verwerven, kan het voornemen tot
verwerving volgens de huidige planning in de tweede helft van 2006 (na voltooiing van de
meest essentiële kwalificatiebeproevingen) aan de Kamer worden aangeboden. Als voor
een alternatieve oplossing wordt gekozen, kan het voornemen tot verwerving naar
verwachting eind 2006 worden aangeboden. In beide gevallen zal de levering van de
nieuwe voertuigen naar verwachting aanvangen in 2010.
Ten behoeve van de marktinventarisatie van mogelijke alternatieven voor de invulling van de
behoefte aan grote pantserwielvoertuigen beoordeelt Defensie thans de informatie die is
verkregen naar aanleiding van aanvullende vragen aan hiervoor geselecteerde kandidaten.
Zoals gemeld in de zesde jaarrapportage "Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR" zijn
deze kandidaten Patria (Finland) met de AMV, MOWAG (Zwitserland) met de Piranha 4, Giat
(Frankrijk) met de VBCI en het consortium IVECO FIAT - OTO MELARA (Italië) met de
Centauro. In het kader van het onderzoek naar mogelijke ´familievorming´ tussen het nieuwe
infanteriegevechtsvoertuig (CV 90) en het PWV (dan wel specifieke PWV versies), alsmede
naar het SEP wielconcept (de hybride-elektrische aandrijving van een voertuig), wordt tevens
informatie bestudeerd die is verkregen van Hägglunds (Zweden). In oktober 2005 zal de
marktverkenning naar alternatieve wielvoertuigen en familievorming gereed komen.
Kosten-baten
Kosten: het budget voor de ontwikkeling en de initiële serie van 200 voertuigen is
vastgesteld op ¤ 617 miljoen (prijspeil 2004, inclusief 19% BTW). Hierin is opgenomen een
bedrag van ¤ 113 miljoen voor de ontwikkelingsfase.
De financiële onderbrenging van de resterende behoefte aan 57 voertuigen wordt
bestudeerd.
Baten: in maart 2005 is door tussenkomst van Occar een rapportage van Artec
aangeboden over de verdeling van de werkzaamheden tussen de uitvoerende partijen.
Daarin zijn de effecten verwerkt van de Britse terugtrekking uit het samenwerkingsverband
en van de omvorming van het oude, trinationale, contract tot het huidige, binationale
Datum 29 september 2005
Ons kenmerk M2005011519
Ministerie van Defensie
Pagina 3/4
contract. Als gevolg daarvan is het Nederlandse aandeel in de ontwikkeling van het
basisvoertuig inmiddels toegenomen van 12 tot 21,4 procent. Het Nederlandse aandeel in
het door Artec uitbestede werk dient volgens het binationale contract 50 procent te
bedragen. Defensie heeft er op gewezen dat Artec een eventueel uiteindelijk optredend
tekort in Nederlands aandeel, dient te compenseren in de serieprijs van de "Boxer".
Financiering
Zoals vermeld in de zesde jaarrapportage zal het totale bedrag van ¤ 617 miljoen (prijspeil
2004) voor de ontwikkeling en de initiële serie van 200 grote pantserwielvoertuigen worden
opgenomen in de bijstelling op de Defensiebegroting 2005.
Risico's
Voor het Boxer-project zijn de volgende risico´s ingeschat:
Prijsopgave
De prijsopgave van het Boxer-project die het consortium Artec contractueel uiterlijk dient in te
dienen in september is cruciaal voor het maken van de voorgenomen keuze, eind 2005,
tussen hetzij het voortzetten van Nederlandse deelneming aan het Boxer-project, hetzij het
kiezen voor een alternatieve voorziening in de behoefte aan grote pantserwielvoertuigen. Als
een prijsopgave uitblijft, is Defensie genoodzaakt deze keuze te bepalen mede op basis van
zijn eigen ramingen van de prijs. Hierop is Artec nog eens schriftelijk gewezen.
Aanvullende, niet in de ontwikkeling voorziene logistieke onderhoudstaken
Er is een risico dat tijdens de beproevingen onderhoudstaken worden onderkend die thans
niet door Artec in het onderhoudsconcept zijn voorzien, omdat de analyses over
onderhoudslogistiek achterblijven in zowel het ontwikkelingsproces als bij de bouw van de
prototypen. Als er in vervolg op de beproevingen aanvullende onderhoudstaken blijken te
bestaan, worden aanpassingen van de initiële logistieke ondersteuning en mogelijk van de
voertuigconfiguratie noodzakelijk. Deze zullen aanvullend moeten worden gekwalificeerd.
Aanpassingen in de configuratie
Voor het wegnemen van de bij de beproevingen in 2004 geconstateerde tekortkomingen
heeft het consortium inmiddels technische aanpassingen van de configuratie voorgesteld.
Deze worden thans door Occar gekwalificeerd. Met het oog op de Nederlandse
besluitvorming wil Defensie op basis van deze verificaties eind 2005 voldoende vertrouwen
hebben in het realiteitsgehalte van de voorgestelde aanpassingen. Hoewel het volledige
kwalificatieprogramma (inclusief het opnieuw kwalificeren van de uitgevoerde verbeteringen)
niet voor eind 2006 is beëindigd, zullen de belangrijkste kwalificaties naar verwachting met
goed gevolg in de tweede helft van 2006 kunnen worden uitgevoerd. Met het oog op de
inmiddels uitgevoerde kwalificaties (vooral de duurtesten) wordt het risico dat zich nieuwe
technische problemen als gevolg van de aanpassingen voordoen, ingeschat als laag.
Datum 29 september 2005
Ons kenmerk M2005011519
Ministerie van Defensie
Pagina 4/4
Aanpassing inrichting Duitse versies
Duitsland wenst de inrichting van de Duitse versies te wijzigen. Het heeft Occar verzocht om
de veranderde inrichting te betrekken bij zowel de ontwikkelingsfase, als de offerteprocedure
voor de mogelijke serie. Hoewel de consequenties van deze wijziging nog niet geheel in
kaart zijn gebracht, bestaat er een risico dat de totstandkoming van een contract voor de
serieproductie hierdoor vertraging zal oplopen.
Samenvattend
Ten gevolge van bovengenoemde risico´s zou de totstandkoming van een contract voor
serieproductie van de "Boxer" vertraging kunnen oplopen. Omdat de uitlevering van de
"Boxer" volgens de planning begint vanaf 2010 is dit voor Nederland voorlopig geen reden
tot zorg. Met het oog op de planning voor de serieproductie van het voertuig in Duitsland
vanaf 2008 zullen de betrokken partijen zich tot het uiterste inspannen een mogelijke
vertraging van het seriecontract die als gevolg van de genoemde risico's zou kunnen
optreden, te beperken. De door Occar en de industrie te nemen maatregelen zullen
nauwgezet worden gevolgd.
Ministerie van Defensie