Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

logoocw

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 23 november 2005 ASEA/DIR/2005/48937 30 september 2005 05-OCW-B-080

Onderwerp Bijlage(n) OCW verandert, actieplan takenanalyse OCW verandert, actieplan takenanalyse

Het kabinet Balkenende II heeft zich bij zijn aantreden voorgenomen de verhoudingen tussen de overheid en de burgers te verbeteren. Daarom is het programma Andere Overheid opgezet. Alle ministeries hebben als onderdeel daarvan een takenanalyse uitgevoerd. Het ministerie van OCW heeft daarvoor een vernieuwende en inspirerende aanpak gekozen: drie werkgroepen ­ studenten bestuurskunde, jonge ambtenaren van het ministerie en een reguliere ambtelijke werkgroep ­ hebben onafhankelijk van elkaar een takenanalyse uitgevoerd voor het ministerie. Hun bevindingen vormen het vertrekpunt voor het actieplan OCW Verandert dat ik u met deze brief aanbied. Op uw verzoek (brief met kenmerk 05-OCW-B-080) heb ik de toezending van het actieplan aan de Tweede Kamer versneld (brief met kenmerk ASEA/DIR/2005/41180).

Het actieplan OCW Verandert maakt duidelijk dat het ministerie van OCW de ambitie heeft om zich door te ontwikkelen tot een slagvaardig, flexibel en transparant departement dat in 2007, bij het aantreden van een nieuw kabinet, organisatorisch en inhoudelijk op orde is en een andere rol kan spelen in de samenleving. Dat is geen geringe ambitie, temeer omdat `tijdens de verbouwing de verkoop gewoon doorgaat'.

De veranderingen leiden tot een flexibel departement dat met een themagewijze aanpak inspeelt op de politieke prioriteiten, die op hun beurt voortvloeien uit maatschappelijke vraagstukken. De toekomstige omvang van het departement varieert al naar gelang het aantal thema's dat bij het ministerie van OCW is ondergebracht en de aard daarvan. Het toekomstige departement ziet er als volgt uit:

· De organisatie wordt ingericht op basis van twee principes: (1) de minister heeft de eindverantwoordelijkheid voor het stelsel en de prestaties die het levert; (2) het departement speelt effectief in op wisselende maatschappelijke vragen en politieke prioriteiten. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/3


· Een heldere verantwoordelijkheidsverdeling waarin leidinggevenden en medewerkers persoonlijk aanspreekbaar zijn op hun taken en verantwoordelijkheden, is het uitgangspunt. Helderheid over de verantwoordelijkheden is ook noodzakelijk voor de aansturing van de gekantelde organisatie en wordt gewaarborgd door voortzetting van het SG-DG-model. De portefeuilles van de directeuren- generaal veranderen uiteraard mee met de organisatie..
· Het is de verwachting dat de onderwijsdirecties in hun huidige vorm zullen verdwijnen. Voor het stelselonderhoud komen een of meer nieuwe directies. Bij de uitwerking van deze actie wordt nog wel onderzocht of er niet te grote eenheden ontstaan (span of control). Verder zal het departement vooral themagestuurd worden ingericht. Ook het aantal ondersteunende directies zal verminderen.
· Als OCW meer themagericht gaat werken, zullen medewerkers vaker wisselen van functie. Dat geldt voor alle personeelsleden, ook voor de leiding.
· Geïntegreerd toezicht is noodzakelijk. Het ministerie van OCW is actief in het interdepartementale project om de toezichtlast te verminderen. Het departement zelf gaat delen van de Inspectie van het Onderwijs, de Cfi en de Auditdienst samenvoegen.
· Bedrijfsvoeringseenheden en ondersteunende directies worden gebundeld, zowel binnen als buiten het kerndepartement. Dat laat onverlet dat belangrijke functies, zoals de juridische en de financiële functie, goed gepositioneerd worden in het veranderde departement.
· Een flexibele organisatie betekent ook een flexibel medewerkersbestand en flexibel in te zetten middelen: de organisatie krimpt of groeit mee met de politieke prioriteiten die worden gesteld.

Deze transformatie heeft tot gevolg dat het departement in de toekomst een aantal taken minder en anders uitvoert:

· Het ministerie van OCW maakt minder regels: bijna 40% minder in 2010.
· Minder regels leiden tot minder uitvoeringswerk bij het ministerie.
· Minder regels, minder gedetailleerde uitvoering en bundeling van taken hebben tot gevolg dat het ministerie ook minder plannen hoeft te maken.

· De grotere ruimte voor instellingen gaat gepaard met minder en ander toezicht. `Single audit' en `single information' is het uitgangspunt.

Om de transformatie mogelijk te maken, onderneem ik de volgende acties:

Structuur van de organisatie: stelselonderhoud en kanteling van de organisatie In 2006 werken we de gevolgen van de governancefilosofie uit voor de organisatie. Daarbij hanteer ik twee organisatieprincipes: de organisatie moet enerzijds in staat zijn om invulling te geven aan de stelselverantwoordelijkheid, anderzijds moet het departement effectief kunnen inspelen op wisselende maatschappelijke vragen en politieke prioriteiten. Voor deze laatste taken zijn organisatieonderdelen vereist die alert, snel en flexibel kunnen reageren op nieuwe vragen en problemen.

Cultuur: Flexibilisering van het ministerie van OCW De flexibilisering die in het vorige punt is beschreven, vereist een makkelijke en snelle inzet van de beschikbare mensen op verschillende plaatsen. We ontwikkelen in 2006 en in de jaren daarna concrete mogelijkheden om de inzet van mensen en middelen verregaand te flexibiliseren. We kiezen een goede

blad 3/3

vorm en voeren die in zodat vóór het aantreden van een nieuw kabinet de flexibilisering deel uitmaakt van de organisatiecultuur.

Werkwijze: Beleid dat werkt in de praktijk
Het ministerie van OCW betrekt de mensen om wie het gaat bij de beleidsvorming. Aan het begin, tussentijds en aan het eind van belangrijke beleidsprocessen inventariseren we de opvattingen van de eindgebruikers. Dat doen we om na te gaan wat hun ervaringen en wensen zijn, respectievelijk om na te gaan of het beleid het beoogde effect zal sorteren. Begin 2006 wordt hiervoor een plan ontwikkeld en in juni 2006 is deze nieuwe werkwijze structureel doorgevoerd. Verder versterkt het ministerie van OCW de wetenschappelijke basis van zijn beleid. Het ministerie betrekt wetenschappers en experts in de beleidsontwikkeling om meer zekerheid te krijgen over het type beleid dat het beste werkt. Begin 2006 richt het ministerie van OCW een zogenaamde "kenniskamer" in, waarin kennisinstellingen zitten als SCP, CPB, RMO en Onderwijsraad. In dit licht wordt onderzocht hoe op wetenschappelijk verantwoorde wijze de kamer, het ministerie en de samenleving kan worden gerapporteerd over de kwaliteit van het onderwijs, de cultuur en de wetenschap en de stand van zaken rond belangrijke thema's als de aanpak van het lerarentekort en het voortijdig schoolverlaten.

Slot
Het actieplan is de uitkomst van een departementale takenanalyse. Het gaat dus over het huidige ministerie van OCW in de context van de huidige rijksdienst. Het actieplan laat zien wat ik kan doen. Het ministerie van OCW dat ik voor ogen heb, kan zich snel aanpassen aan veranderingen. Ook aan majeure veranderingen in de rijksdienst als geheel.

De samenleving verwacht van de overheid dat zij haar taken naar behoren uitvoert en maatschappe- lijke problemen adequaat het hoofd kan bieden. De samenleving verwacht ook dat het ministerie van OCW zich inzet voor de leerlingen, studenten, docenten, wetenschappers, kunstenaars en cultuurliefhebbers die elke dag opnieuw gestalte geven aan een slim, vaardig en creatief Nederland. De samenleving verwacht ten slotte dat de medewerkers van het ministerie weten wat er leeft in het onderwijs, de cultuur en de wetenschap, en daar naar kunnen handelen. Met de takenanalyse die het departement heeft uitgevoerd, is een belangrijke vervolgstap gezet om deze verwachtingen waar te maken.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Maria J.A. van der Hoeven