Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB)
Nieuws
Voedingscentrum: Neem onderwerp gezond eten en bewegen op in gymles
29 september 2005
Om overgewicht bij kinderen te voorkomen, pleit het Voedingscentrum
ervoor elke gymles in het basisonderwijs te beginnen of te eindigen
met een item over gezond eten en bewegen. Vijf minuten per les zou al
volstaan. Het Voedingscentrum heeft dit verzocht aan minister Van der
Hoeven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (Bron: Voedingscentrum)
Het voorstel is om de gymles bijvoorbeeld te beginnen met de vraag:
'Hoeveel calorieën denk je dat er in een groot glas frisdrank (appel,
zak patat, gevulde koek, etc.) zitten? En hoe lang denk je dat je moet
gymmen/ bewegen om die energie weer te gebruiken?'.
Het Voedingscentrum wijst erop dat het belangrijk is kinderen al op
jonge leeftijd bij te brengen dat er een nauwe relatie is tussen
calorie-inname en calorieverbruik. Door hen kennis en vaardigheden bij
te brengen, kunnen zij weerbaarder worden gemaakt tegen alle
verleidingen van de huidige samenleving. Dat is hard nodig, want naar
schatting van de Gezondheidsraad wordt zestig tot zeventig procent van
het eetgedrag bepaald door gewoonten. Slechts over dertig tot veertig
procent van het eetgedrag wordt bewust nagedacht.
Op dit moment maakt het onderwerp 'eten en bewegen' geen onderdeel uit
van de reguliere lesmethodes. Binnenkort worden de kerndoelen voor het
basisonderwijs herzien. Deze worden van kracht in het schooljaar
2005-2006. Het Voedingscentrum zou graag zien dat de energiebalans het
evenwicht tussen eten en bewegen wordt opgenomen in de kerndoelen,
zodat dit onderwerp verplicht wordt behandeld. Het bewegingsonderwijs
biedt daarvoor een goede plek, zeker nu dit vak toe is aan een
heroriëntatie en docenten ook kijken naar de integratie van 'eten en
bewegen'.
Daarnaast adviseert het Voedingscentrum de minister om 'eten en
bewegen' als extra kerndoel op te nemen bij het domein 'oriëntatie op
jezelf en de wereld'. Verder zou de minister een advies naar
basisscholen kunnen doen uitgaan om in de vrije ruimte op het
lesrooster aandacht te besteden aan eet/beweegactiviteiten,
bijvoorbeeld tijdens de lessen, de pauze of het overblijven.