Partij van de Arbeid


Den Haag, 29 september 2005


Spreektekst Ella Kalsbeek (PvdA) Initiatiefwetsvoorstel Luchtenveld: beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst (29 676)


(GESPROKEN WOORD GELDT)


Sinds de eerste termijn van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Luchtenveld is er heel wat gebeurd. Allereerst heeft hij 3 nota's van wijzigingen ingediend.
Ten tweede heeft minister Donner een wetsvoorstel ingediend dat net als dat van Luchtenveld handelt over voortgezet ouderschap na echtscheiding. Donner regelt echter niet de mogelijkheid tot een scheiding zonder tussenkomst van de rechter. Hij schaft slechts de flitsscheiding af.


Het wetvoorstel van Luchtenveld zal nu als eerste afgehandeld worden.
De volgende punten spelen daarbij:


De administratieve scheiding


De mogelijkheid van een administratieve scheiding is nu "Brussel - proof" gemaakt naar Luchtenveld stelt. De KNB (notarissen) onderschrijft dat. Ik hoor daar graag nog het finale oordeel van de minister over. Als ook hij dat bevestigt, is dit onderdeel van het w.o. wat de PvdA-fractie betreft akkoord.
Gevolg hiervan is dat mensen zonder kinderen die het eens zijn met elkaar nadat ze een aantal afspraken hebben gemaakt en de handtekening van een notaris, advocaat of mediator hebben verkregen kunnen scheiden door in persoon naar ambtenaar van de burgerlijke stand te gaan . Deze maakt dan een akte op en daarmee is men gescheiden. Het paradoxale is wel dat deze vorm van scheiden in die zin meer werk is, dat men beiden zelf naar de burgerlijke stand moet. Dat hoeft niet als men via een gezamenlijk verzoekschrift bij de rechter scheidt.
Het is spannend om straks te zien hoeveel mensen van deze iets omslachtiger wijze van scheiden ZONDER de rechter gebruik zullen maken. Het kunnen er best nog heel wat zijn, gewoon om emotionele redenen. "Wat heeft een rechter er mee van doen als wij in goed overleg besluiten uit elkaar te gaan?"


De nota van wijziging heeft wel tot gevolg dat de administratieve scheiding alleen kan plaats vinden naar Nederlands recht. Dat lijkt mij geen probleem omdat men, als men dat anders wil, gewoon naar de rechter kan om zijn huwelijk te laten ontbinden. Als ik dit niet goed zie dan hoor ik het graag.


Ik heb een amendement, samen met mevr. Pater van der Meer, ingediend dat een scheiding niet langs administratieve weg kan als er minderjarige kinderen zijn. Dit omdat voorwaarde voor echtscheiding is dat er een ouderschapsplan is. De rechter moet dat marginaal kunnen toetsen en zo nodig ouders kunnen dwingen tot nader overleg c.q. betere afspraken. Een ambtenaar kan dat niet. Verder kan een rechter de kinderen horen en een ambtenaar niet. En last but not least: een rechterlijke uitspraak biedt een executoriale titel en een administratieve scheiding niet. Het amendement is recent gewijzigd ingediend en heeft nu nummer 18 (XXXX)


Het is nu wel van groot belang dat de rechter serieus kijkt naar dat ouderschapsplan. Marginale toetsing mag als de ouders het eens en er geen gekke dingen in staan, maar vooral dat laatste moet wel echt nagegaan worden. Mijn fractie vindt dat dit punt nadrukkelijk moet worden betrokken bij de evaluatie van deze wet. Tegelijkertijd vraag ik de minister hoe nu de afspraken getoetst worden als er een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding ligt. Wie doet dat concreet? De jongste bediende, de griffier of de rechter zelf? En mag ik er van uit gaan dat er nu het ouderschapsplan - ook naar de opvatting van de minister - verplicht wordt er wel serieus naar gekeken wordt?


Voortgezet ouderschap.

Het wetsvoorstel maakt éénoudergezag tijdens het huwelijk onmogelijk. Dat is ongewenst omdat er extreme situaties zijn - denk aan de ouder die een gevaarlijke psychische stoornis heeft - waarin éénoudergezag noodzakelijk is. Luchtenveld wilde aanvankelijk éénoudergezag ook na het huwelijk onmogelijk maken. Daar is hij bij derde nota van wijziging op terug gekomen, maar op een beetje merkwaardige manier. Hij stelt nu voor om een verzoek tot éénoudergezag alleen toe te staan NADAT het huwelijk ontbonden is. Is dat nu niet een beetje de mensen op kosten jagen en de rechtspraak extra belasten? Ik heb overigens niet kunnen vinden waar de indiener nu regelt dat tijdens het echtscheidingsverzoek NIET gevraagd kan worden om éénoudergezag. Het voorstel overtuigt mij tot op heden niet maar ik wacht graag het weerwoord van de heer Luchtenveld af. Ik heb dus nog geen amendement ingediend maar zal dat zeker doen als de indiener van het initiatief mij niet overtuigd. Op de één of andere manier lijkt het mij beter hier alles bij het oude te laten.


Dat geldt overigens ook voor de clausulering van het artikel. Art 253 n lid 1 regelt nu dat de rechter alleen tot éénoudergezag kan besluiten indien het risico onaanvaardbaar is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en indien niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd verandering zou komen.
Deze clausule is ontleend aan een uitspraak van de Hoge Raad. Maar het is maar de helft van wat de Hoge Raad daarover zei. De HR voegde nl. aan de het klem of verloren raken toe "of indien wijziging anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is" Dat lijkt mij een relevante toevoeging. De vraag is waarom de indiener die niet heeft meegenomen. Ik heb een amendement achter de hand om de jurisprudentie evenwichtiger weer te geven.


Mijn amendement over de minimumomgangsregeling lag er al. Het is voor mij een cruciaal amendement. Gelukkig heb ik goede redenen om aan te nemend dat het op voldoende steun zal kunnen rekenen.


Luchtenveld heeft in zijn wetsvoorstel vastgelegd dat ook na scheiding gelijkwaardig ouderschap uitgangspunt is. Daar zijn we het vanzelfsprekend mee eens. Vervolgens heeft hij dat omschreven. Tegen deze formule is verzet. "Het belang van het kind" is uit de formuleringen geheel verdwenen. Alleen het belang van de ouders bepaalt hoe het gelijkwaardig ouderschap ingevuld zou moeten worden. Dat kan dus niet. Bij amendement heb ik het "het belang ven het kind "toegevoegd. Het gaat om stuk nr. 19. De gronden die al opgenomen waren in het initiatief blijven overigens ook gewoon bestaan.


En om u allen te overtuigen van de noodzakelijkheid van het amendement wil ik Liesbeth Groenhuysen citeren die het verhaal van Thomas vertelt. Thomas is 8 jaar. Hij woont afwisselend 3 dagen bij zijn vader en 3 dagen bij zijn moeder. Hij zegt dat het een eerlijke regeling is. ( Zo loyaal zijn kinderen) Maar het is wel vervelend dat hij elke keer na een wissel een dag buikpijn heeft. Hij durft dat niet te zeggen, want zijn ouders hebben al zoveel verdriet. En zouden wij zo'n manneke het recht willen onthouden om bij één ouder te wonen en de ander gewoon te zien of er te logeren en er van te houden?


De handhaving van afspraken is één van de grootste problemen bij voortgezet ouderschap na scheiding. De reden daarvan is niet dat er te weinig juridische mogelijkheden zijn maar dat ze zo slecht door te voeren zijn. Rechters zijn waarschijnlijk mede daardoor niet erg genegen sancties op te leggen, als één van de ouders de afspraken niet nakomt. Ook Luchtenveld heeft daar geen oplossing voor. Wel heeft hij voorgesteld om een zeer laagdrempelige toegang tot de rechter te realiseren. Het zou daardoor nog makkelijker moeten worden dan het bij kort geding al is. Ik vind dat er goed uitzien, al zal het de toeloop naar de rechter wel vermeerderen. De rechter kan meteen door verwijzen naar een mediator o.i.d. om de zaak op te lossen maar kan ook zelf een oordeel geven. De kracht zit hem in de snelheid van de procedure: binnen 3 weken op zitting.


Een zeer serieus probleem bij zowel het initiatief van Luchtenveld als het wetsontwerp van Donner is dat men weliswaar erg hard pleit voor mediation maar dat daar geen middelen bij worden geleverd. Een beetje mediation kost al snel enig duizenden euro's. De tegemoetkoming die het kabinet in petto heeft voor minder draagkrachtige ouders die bovendien door de rechter naar een mediator worden door verwezen is slechts 200 Euro. Een schijntje dus. Ik wil graag van de minister horen dat hij hier ook in financiële zin meer werk van gaat maken. Dat hier zo weinig geld voor wordt uitgetrokken is ook vooral zo problematisch omdat een ouderschapsplan - waarvoor dus weer een mediator nodig kan zijn - voorwaarde is voor scheiding!! Verder bewijst het kabinet ook slechts lippendienst aan het feit dat er meer laagdrempelige hulpverlening moet komen. Gemeenten zouden dit moeten organiseren. Van boter bij de vis is echter geen sprake.
En zelfs de omgangshuizen zijn financieel niet veilig gesteld.
Ik vind dat hier nu echt een zeer serieuze verantwoordelijkheid bij het kabinet legt. We kunnen immers wettelijk wel proberen te faciliteren dat mensen het zo goed mogelijk doen als er een echtscheiding aan de orde is. Maar als we hen dan verder in de kou laten staan dan wordt zo'n wet wel een dode letter.