Raad voor Werk en Inkomen
Nieuws/Persbericht
Den Haag, 29 september 2005
RWI wil sluitende aanpak jongeren zonder diploma
De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) pleit voor een sluitend
activeringsbeleid voor risicojongeren. Uitgangspunt hierbij is dat
jongeren tussen de 18 en 23 jaar die geen diploma van het voortgezet
onderwijs hebben, óf op school zitten óf aan het werk zijn. De RWI
wijst op de noodzaak dat er voldoende instrumenten moeten zijn om deze
ambitieuze doelstelling waar te kunnen maken.
Preventie van schooluitval verdient volgens de RWI de hoogste
prioriteit. Daartoe is het van cruciaal belang dat
onderwijsinstellingen beschikken over genoeg leerwerkplekken en dat ze
de risicojongeren ook extra begeleiding kunnen bieden. Het belang van
het voorkomen van schooluitval geldt overigens ook jongeren ónder de
18 jaar. In die leeftijdsfase kan immers de voedingsbodem voor latere
problemen ontstaan. Een onnodig beroep op de sociale zekerheid kan
daar een gevolg van zijn.
Gemeentebesturen dienen via een sluitende registratie alle
risicojongeren in beeld te krijgen. Deze jongeren moeten vervolgens
kunnen rekenen op een fatsoenlijk en voldoende praktijkgericht
leerwerkaanbod. De risicojongeren worden erop gewezen dat weigering
van dit aanbod zonodig consequenties kan hebben voor een eventuele
toekomstige uitkeringsaanvraag.
De RWI roept sociale partners op het specifieke startniveau voor hun
sector te bepalen. Nu geldt er nog een algemene startkwalificatie.
Hoewel het behalen van een startkwalificatie doelstelling blijft, is
dit niveau voor sommige jongeren nog te hoog en voor sommige sectoren
niet nodig om in te stromen. De RWI bepleit om dit gegeven te
accepteren en roept sociale partners op om per sector een startniveau
te bepalen. Dit maakt de arbeidsmarkt toegankelijker voor jongeren, zo
verwacht de RWI.
De RWI heeft zijn voorstellen vandaag aan minister Van der Hoeven
(OCW) aangeboden. Van der Hoeven had de RWI om advies gevraagd over de
wijze waarop het kabinet uitvoering moet geven aan de
`motie-Verhagen'. In deze motie heeft de Tweede Kamer de regering
gevraagd een leerwerkplicht voor jongeren mogelijk te maken.
Werkgevers, werknemers en gemeenten hebben zich in de Raad voor Werk
en Inkomen op het standpunt gesteld dat jongeren zonder diploma die
niet werken en niet naar school gaan, een adequaat aanbod van werk
en/of scholing moeten krijgen. In dat geval kunnen deze jongeren
desnoods met drang of dwang tot actieve deelname aangezet worden.
Op dit moment zijn ongeveer 40.000 jongeren door gebrek aan opleiding
problematisch werkloos. Het is echter niet reëel van werkgevers te
verlangen dat zij voor deze doelgroep, die op zeer grote afstand tot
de arbeidsmarkt staat, voor voldoende leerwerkplekken of banen kunnen
zorgen. In de huidige conjunctuur is de beschikbaarheid van
leerwerkplekken sowieso problematisch, maar met betrekking tot
risicojongeren is dit een structureel probleem. Vandaar dat de Raad
voor Werk en Inkomen de overheid oproept haar verantwoordelijkheid te
nemen, vooral als het gaat om het faciliteren van
onderwijsinstellingen. De RWI roept ook sociale partners op om zijn
voorstellen ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid nader uit te
werken.
Voorstellen
De sluitende aanpak die de RWI voor ogen heeft, ziet er op hoofdlijnen
als volgt uit:
* Alle jongeren onder de 23 jaar die niet over een diploma van het
voortgezet onderwijs beschikken, zitten óf op school óf zijn aan
het werk.
* Veel instanties bemoeien zich met risicojongeren. Om tot een
sluitende registratie te komen, moeten gemeentebesturen
verantwoordelijk en bevoegd worden tot de koppeling en ontsluiting
van bestanden.
* Risicojongeren moeten kunnen rekenen op voldoende praktijkgericht
leeraanbod. Regionale Opleidingen Centra (ROC's), bedrijven of
samenwerkingsverbanden van bedrijven gaan hierover
samenwerkingsovereenkomsten met elkaar aan. Indien deze
overeenkomsten niet te realiseren zijn, dient OCW de scholen
(financieel) in staat te stellen praktijkvorming via
simulatiebedrijven aan te bieden.
* Er moet een analyse komen naar de vraag of het onderscheid tussen
de beroepsbegeleidende (BBL) en de beroepsopleidende leerweg (BOL)
adequaat is.
* Het arbeidsmarkt- en onderwijsbeleid gaan nu nog uit van een
algemene startkwalificatie. In de praktijk blijkt echter dat
jongeren in de ene sector pas met een hoger startniveau aan de
slag kunnen, terwijl dat in de andere sector met een lager
startniveau kan. De RWI roept sociale partners op het specifieke
startniveau voor hun sector te bepalen. Dit maakt de arbeidsmarkt
wellicht toegankelijker voor jongeren. Het streven blijft het
behalen van een startkwalificatie.
* Om de toegang van jongeren met een dergelijk sectorstartniveau tot
de arbeidsmarkt te bevorderen, zouden gemeenten waar nodig een
aantal instrumenten, waaronder loonkostensubsidies, moeten
inzetten. Het is de taak van het CWI om deze jongeren meteen op
weg te helpen naar een openstaande vacature.
* Werkgevers die jongeren tot 23 jaar zonder enige kwalificatie
verder scholen op de werkplek, moeten hiervoor een fiscale
tegemoetkoming van de overheid krijgen. Dit zal meer werkgevers
tot dit type scholing stimuleren.
* Om te voorkomen dat grote groepen leerlingen de indruk krijgen
over een `waardeloos' diploma te beschikken, moeten jongeren mét
een diploma maar zónder startkwalificatie, voortaan niet meer
geregistreerd worden als `voortijdig schoolverlater'.
* Jongeren die van de gemeente een fatsoenlijk aanbod hebben
gekregen om aan een leerwerktraject deel te nemen en categorisch
weigeren van dat aanbod gebruik te maken, moeten erop gewezen
worden dat dit hun kansen op de arbeidsmarkt in de nabije toekomst
kan schaden. Regionale Meld- en Coördinatiepunten voortijdige
schoolverlaters (RMC's) registreren deze weigering. De RMC's
melden de jongere dat dit bij een eventuele toekomstige
uitkeringsaanvraag zonodig consequenties kan hebben voor hun
uitkering, door middel van toepassing van financiële sancties.
Toepassing van sancties moet volgens de RWI in verhouding staan
tot de weigering tot deelname en vraagt om een nadere uitwerking.
Advies Onderwijsraad
De Onderwijsraad publiceert vandaag zijn advies Over leren en werken
voor jongeren tot 23 jaar. Hierin benadrukt de raad dat hij van belang
vindt dat jongeren actief deelnemen aan de maatschappij en verder
leren. Omdat niet alle jongeren deze stap vrijwillig zetten moeten
gemeenten enige dwang en drang kunnen toepassen. De Onderwijsraad
pleit daarom onder meer voor het opleggen van extra leerplicht aan
bijzondere groepen jongeren (37.000 jongeren). Daarnaast wil de
Onderwijsraad de vele projecten die nu al lopen, stroomlijnen in een
aangepaste onderwijssoort: werk- en ervaringsonderwijs.
Klik hier voor het integrale RWI-advies `Startklaar' (PDF-bestand 170
KB)
Zie het origineel
De Raad voor Werk en Inkomen is het overlegorgaan van werkgevers,
werknemers en gemeenten. De RWI doet voorstellen aan de regering over
het brede terrein van werk en inkomen. Doel van deze voorstellen is
een goed functionerende arbeidsmarkt te bevorderen. Het vergroten van
de transparantie van en het verbeteren van de kwaliteit op de
reïntegratiemarkt behoort eveneens tot de kerntaken van de RWI.
Voor de redactie,