College van Beroep voor het bedrijfsleven


Procesbelang schade. Herroeping boete

Het enkele feit dat door betrokkenen wordt gesteld -en niet volstrekt onaannemelijk is- dat ten gevolge van het bestreden besluit schade is geleden die dient te worden vergoed, vormt voldoende grond om nog een belang van betrokkenen bij een inhoudelijke beoordeling van het geschil en een daaruit mogelijk volgende vernietiging of herroeping van het bestreden besluit, aanwezig te achten. Aan betrokkenen is een boete als bedoeld in artikel 14a, eerste lid, Algemene bijstandswet opgelegd. Vaststaat dat de gedraging van betrokkenen niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag. Gelet op het bepaalde in artikel 2, derde lid, van het Boetebesluit bedraagt de boete maximaal ⬠45,--. De Afstemmingsverordening van de gemeente voorziet niet in een sanctie indien de gedraging niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag. Op grond van artikel 15, eerste lid, derde volzin, IVBPR is de Raad van oordeel dat de belanghebbende daarvan dient te profiteren. De Raad ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht de in het primaire besluit opgelegde boete te herroepen.

LJ Nummer

AU2199

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 29 september 2005 Naar boven