Persbericht
Commissie Hammerstein: Versterk professionele dienstverlening van de
notaris
29 september 2005
Er zijn maatregelen nodig om ook in de toekomst te kunnen garanderen
dat een betrouwbaar en deskundig notariaat blijft bestaan. De
belangrijkste bijdrage daaraan zal vanuit het notariaat zelf moeten
komen. Herinvoering van de vaste tarieven is geen oplossing voor de
bestaande problemen. Wel zal de positie van de notaris als
professionele dienstverlener moeten worden versterkt. Dat vindt de
commissie Hammerstein die in opdracht van minister Donner onderzoek
heeft gedaan naar de effecten van de nieuwe Wet op het notarisambt.
De bedoeling ervan was dat meer marktwerking en vrijere
vestigingsmogelijkheden zouden leiden tot meer aanvaardbare prijzen en
prijsdifferentiatie, alsmede tot verbetering van de kwaliteit en de
toegankelijkheid van de dienstverlening. De wet is in 1999 in werking
getreden. Minister Donner van Justitie, die het rapport van de
commissie vandaag naar de Tweede Kamer stuurde, en minister Brinkhorst
van Economische Zaken zullen over enkele weken reageren op de
conclusies en aanbevelingen.
De commissie Hammerstein schrijft in haar rapport dat notarissen
efficiënter zijn gaan werken en meer oog hebben gekregen voor
innovatie en klantvriendelijkheid. In de onroerendgoedpraktijk zijn de
tarieven gedaald en is prijsdifferentiatie opgetreden. Maar er is zorg
over de handhaving van de kwaliteit van de notariële dienstverlening.
Vooral de informerende rol van de notaris dreigt in de knel te komen.
De ambachtelijke kwaliteit van de akten lijkt echter nog steeds
voldoende te zijn.
Vrije tarieven hebben weliswaar geleid tot meer concurrentie, maar ook
tot meer druk op de onderlinge verhoudingen. Het loslaten van de
tarieven heeft de notaris in de onroerendgoedpraktijk kwetsbaarder
gemaakt voor beïnvloeding en manipulatie door met name de grote
marktpartijen. Er zijn geen aanwijzingen dat marktwerking en
liberalisering van de tarieven hebben geleid tot het op grote schaal
teruglopen van kwaliteit en aantasting van integriteit binnen de
beroepsgroep.
Gelet op haar bevindingen stelt de commissie voor dat de Koninklijke
Notariële Beroepsorganisatie (KNB) door voorlichting en verscherpte
regelgeving op het gebied van kwaliteit, ondernemerschap en
integriteit kan bijdragen aan versterking van de positie van de
notaris. Binnen het notariaat moeten integriteit en kwaliteit normale
onderdelen van de bedrijfsvoering zijn. Het tekortschieten op deze
punten zal sneller en effectiever moeten worden aangepakt, aldus de
commissie in haar rapport.
Daarnaast pleit zij voor handhaving van de universitaire opleiding. De
notaris moet een academisch geschoolde jurist zijn. Meer aandacht is
nodig voor de geschiktheid van degene die notaris wil worden. Alleen
een ondernemingsplan is te mager. Er moet een objectieve toets komen
die de geschiktheid van de te benoemen persoon beoordeelt.
Beperking van de mogelijkheid om zich vrij te vestigen vindt de
commissie niet nodig. Wel moeten de stage-eisen worden versoepeld en
de zij-instroom worden vereenvoudigd. Ook moet de zogeheten notaris in
dienstbetrekking snel worden ingevoerd en moet het mogelijk worden om
tot de leeftijd van 70 jaar waarnemend notaris te zijn.
De leden van de commissie stellen voor toezicht en tuchtrecht van
elkaar te scheiden. Toezicht behoort in handen te komen van één
toezichthoudende instantie, die daarvoor voldoende is toegerust. Los
daarvan moet een vorm van onafhankelijk tuchtrecht bestaan. Daarom
bevelen zij aan dat landelijk vijf notariële tuchtkamers worden
gevormd, één per ressort. De tuchtkamer bestaat uit twee rechters en
een notaris. Als de notariële tuchtkamer vindt dat een notaris
mogelijk in strijd met de regels handelt, moet aanvullend onderzoek
door de toezichthouder op het kantoor van de notaris en in de dossiers
mogelijk zijn.
Het domeinmonopolie van het notariaat hoeft niet overboord. De
commissie is van mening dat op de gebieden waar de wetgever een
authentieke, door de notaris opgestelde akte voorschrijft, de notaris
een essentiële rol vervult door zijn expertise in samenhang met zijn
onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Omdat de consument in bepaalde
situaties op de notaris is aangewezen, mag van hem full service worden
verwacht en moet de zogenaamde ministerieplicht blijven bestaan.
Terugkeer naar de vaste tarieven biedt geen oplossing van de problemen
van het notariaat. Het is een uiterste maatregel waarvoor zwaarwegende
redenen moeten bestaan die nu niet aanwezig zijn. De commissie vindt
dat de mogelijkheid van tariefregulering wel in de wet moet blijven
staan voor het geval de continuïteit van het notariaat of de toegang
tot de notariële dienstverlening in gevaar komt.
Verder wil de commissie bij de aanschaf van een koopwoning de notaris
eerder inschakelen. Dus nog voor er verplichtingen zijn aangegaan.
Voor de consument is het gunstig omdat het advies van de notaris meer
effect zal hebben. In Amsterdam wordt al op deze manier gewerkt.
Ministerie van Justitie