D66
Bijdrage van Lousewies van der Laan, Behandeling wetsvoorstel
Luchtenveld, 29 september 2005
"Voorzitter. Ik herhaal graag de algemene houding van D66 bij dit
wetsvoorstel. Dat biedt een aanpak voor twee serieuze problemen in
Nederland. Er is kennelijk behoefte aan de flitsscheiding. Volgens het
CBS is 14% van de scheidingen flitsscheidingen. Ook zijn er duizenden
''dwaze'' vaders en moeders die hun kinderen niet kunnen zien omdat de
andere ouder de omgang traineert. Dit wetsvoorstel pakt beide
problemen aan. Er komt een volwaardig alternatief voor de
flitsscheiding en de problemen met de omgang worden beperkt. Ik spreek
mijn complimenten uit aan het adres van de heer Luchtenveld die al
maanden bezig is met honderden pagina's wetstekst. Ik weet dat hij de
oprechte behoefte voelt om deze problemen op te lossen.
D66 voelt veel voor de voorstellen van de heer Luchtenveld omdat zij
de verantwoordelijkheid bij de mensen leggen. Wie samen trouwt, moet
ook samen kunnen scheiden.
Als je samen kinderen krijgt en je gaat uit elkaar, dan ben je in de
eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het maken van goede afspraken
over de opvoeding. Nu heeft de minister van Justitie een ander
wetsvoorstel ingediend dat hij Voortgezet ouderschap en zorgvuldige
scheiding heeft genoemd. Daaruit concludeer ik alleen al op basis van
de titel dat een scheiding die mensen zelf regelen kennelijk niet
zorgvuldig is. Hij overgiet zijn wetsvoorstel met een conservatief
sausje dat in ieder geval onze smaak niet heeft. Wij vinden dat de
overheid niet zulke conservatieve waarden aan mensen moet opdringen.
In eerste termijn was nog onduidelijk of een administratieve scheiding
zonder tussenkomst van de rechter wel Europaproof zou zijn. Nu is dat
kennelijk wel gelukt en dat heeft de minister ook erkend. Het bezwaar
dat wij daartegen hadden, vervalt dus in ieder geval.
Wij hebben ons aanvankelijk zorgen gemaakt over het belang van het
minderjarige kind. De rechter kan dat belang bij een administratieve
scheiding niet toetsen. De heer Luchtenveld heeft ons er echter van
overtuigd dat het belang van het kind voldoende gewaarborgd is. In de
eerste plaats krijgt de scheidingsbemiddelaar de plicht te bevorderen
dat er geen afspraken tussen ouders worden gemaakt die het belang van
het kind zouden schaden. In de tweede plaats moet de
scheidingsbemiddelaar minderjarige kinderen vanaf acht jaar horen. Dat
kan voor hen natuurlijk een stuk minder intimiderend zijn dan wanneer
zij voor de rechter gehoord worden. Als de scheidingsbemiddelaar
weigert zijn handtekening te zetten omdat de onderlinge afspraken niet
in het belang zijn van het kind, dan komt de zaak alsnog voor de
rechter. In de praktijk zal het belang van de kinderen door de
scheidingsbemiddelaar die het gehele proces begeleidt waarschijnlijk
beter worden getoetst dan door de rechtbank, waar eigenlijk alleen de
griffieambtenaar kijkt naar de gemaakte afspraken.
Dat neemt niet weg dat er nog wel een paar vraagpunten zijn.
Waarschijnlijk is het nog voor veel mensen onduidelijk wat nu precies
het verschil is tussen de gevolgen van een administratieve scheiding
en een scheiding voor de rechter. Ik hoor graag van de heer
Luchtenveld of de scheidingsbemiddelaar de plicht krijgt om mensen
voor te lichten over die verschillen. Dat vraag ik vooral omdat de
flitsscheiding niet altijd geldig zal zijn buiten de Europese Unie,
tenzij wij daar nog een goede oplossing voor kunnen vinden. Dat moeten
mensen wel weten als zij een keuze maken. Denkt de initiatiefnemer ook
na over een voorlichtingscampagne? Het hoeft geen brede campagne te
zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan folders. Moeten mensen hun handtekening
zetten om aan te geven dat zij weten wat het verschil is? Ziet hij
daar misschien iets in? Is de minister van Justitie bereid zijn steun
te verlenen aan een dergelijke campagne, ervan uitgaande dat het
wetsvoorstel wordt aangenomen?
Dan heb ik nog een vraag over de handtekening van de
scheidingsbemiddelaar, die door de heer Luchtenveld wordt
gepresenteerd als een waarborg voor de zorgvuldigheid van de
flitsscheiding. Hij hecht er veel belang aan dat de jurist deskundig
is op het gebied van familierecht, maar de garantie voor die
deskundigheidseis ligt eigenlijk alleen maar vast in de algemene
beroepseisen van bijvoorbeeld de notaris of de mediator. Notarissen
zijn lang niet altijd experts op het gebied van
het familierecht. Er zijn alleen al zes verschillende soorten van
erkenning voor mediators. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat die
handtekening echt een garantie is voor de juiste deskundigheid?
Dan heb ik nog een paar vragen over het ouderschapsplan en de
verplichte bemiddeling. Het komt in de praktijk nogal eens voor dat
een van de ouders de afgesproken omgangsregeling niet naleeft. De heer
Luchtenveld creëert een laagdrempelige toegang tot de rechter,
waardoor de problemen snel kunnen worden aangepakt en de rechter
zonodig een sanctie kan opleggen. Dat zal er waarschijnlijk toe leiden
dat de afspraken in de toekomst beter worden nageleefd. Het
wetsvoorstel van de minister van Justitie creëert die mogelijkheid
niet. Wat dat betreft heeft het voorstel van de heer Luchtenveld onze
voorkeur. Om te voorkomen dat ouders voor elk wissewasje naar de
rechter lopen, zijn natuurlijk wel wat veiligheidskleppen ingebouwd.
Dat is wat ons betreft dus een goede stap vooruit.
Vragen houden wij over de financiering van de mediator. In het
voorstel van de minister van Justitie wordt daar duidelijkheid over
geboden. Is de minister bereid een tegemoetkoming in de kosten van de
mediator te regelen voor de minder draagkrachtigen wanneer het
voorstel van de heer Luchtenveld wordt aangenomen?
Tot slot heb ik nog een vraag over een landelijk netwerk van
omgangshuizen. Dat is een oude wens van ons. Het is een plek waar de
omgang in een gecontroleerde omgeving kan plaatsvinden, bijvoorbeeld
wanneer kinderontvoering dreigt of wanneer de ouders een gevaar voor
elkaar of voor het kind vormen. Dat landelijke netwerk is er nu niet.
Mensen moeten dus soms ver reizen. Dat is natuurlijk ook slecht voor
de omgang. De heer Luchtenveld vindt ook dat er meer omgangshuizen
moeten komen. Is de minister van Justitie bereid om een landelijk
dekkend netwerk te realiseren?
Het wetsvoorstel van de heer Luchtenveld biedt een paar voordelen
boven dat van de minister van Justitie. Het biedt een prima
alternatief voor de flitsscheiding, het biedt nieuwe mogelijkheden om
ervoor te zorgen dat afspraken over de kinderen beter worden nageleefd
en gedeeld ouderschap wordt, ook na de scheiding, het uitgangspunt.
Daarom gaat de voorkeur van de D66-fractie in principe uit naar het
voorstel van de heer Luchtenveld."
22-10-2005 15:30