ChristenUnie


Bijdrage debat Asielbeleid (motie Zuid-Sudan) donderdag 29 september 2005 - 11:34

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie): Voorzitter. Mevrouw Vos heeft al aangekondigd dat ik een motie zal indienen over Zuid-Sudan. Deze motie spreekt voor zichzelf. Ik lees haar daarom alleen voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op 13 juni 2005 een nieuw ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken is uitgekomen met betrekking tot Sudan, waarin een zorgwekkende beschrijving wordt gegeven van de situatie in ontheemdenkampen in het noorden waar afgewezen Sudanese asielzoekers bij terugkeer terechtkomen;

overwegende dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie desondanks het categoriaal beschermingsbeleid met betrekking tot Zuid-Sudanezen van niet-Arabische afkomst afschaft, omdat aan hen een verblijfsalternatief in het noorden wordt tegengeworpen;

overwegende dat uit het ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken van mei 2005 en berichtgeving van Amnesty International van 13 september 2005 blijkt dat sprake is van een groot gebrek aan basisvoorzieningen zoals water en basisgezondheidszorg in de ont-heemdenkampen en gedwongen verplaatsingen van ontheemden door Sudanese veiligheids-troepen;

overwegende dat Amnesty International mede op basis van het ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van mei 2005 de humanitaire situatie en veiligheidssituatie in de ontheemdenkampen als zodanig levensbedreigend kwalificeert, dat zij het oordeel van de minister dat er sprake is van een aanvaardbaar vestigingsalternatief in het noorden van Sudan niet deelt;

verzoekt de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, op grond van het bovenstaande het categoriale beschermingsbeleid dat gold ten aanzien van Zuid-Sudanezen van niet-Arabische afkomst te handhaven en bij een nieuw uit te komen ambtsbericht opnieuw te bekijken of de inhoud van dit nieuwe ambtsbericht de beleidswijziging afdoende rechtvaardigt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Huizinga-Heringa, Klaas de Vries, Vos, Lambrechts en De Wit. Zij krijgt nr. 967 (19637).

---