Gemeente Delft

Het college van B&W stelt een overgangstermijn van twee jaar voor om de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) zorgvuldig en goed op de rails te zetten. Als de WMO door de Tweede Kamer wordt aangenomen, zijn gemeenten vanaf 1 juli 2006 verantwoordelijk voor het organiseren van de lokale maatschappelijke ondersteuning. Zoals huishoudelijke hulp, voorzieningen voor gehandicapten, ondersteunen van mantelzorg en voorlichtings-loketten. Delft krijgt naar verwachting E 220.000,- om de uitvoering van de WMO voor te bereiden. Het 'Plan en aanpak implementatie WMO' komt op 24 november in de gemeenteraad.

Delft zal zich de komende tijd enerzijds richten op de nieuwe taken die vanaf 1 juli 2006 moeten gebeuren en anderzijds op een brede WMO-aanpak op de lange termijn. Denk bij dit laatste aan de inbedding van de WMO op gemeentelijke terreinen als wijkgericht werken, ' wonen, zorg en welzijn', 'jeugd en jongeren' en 'werk, inkomen en zorg'. De gemeente krijgt vanaf 1 juli 2006 verantwoordelijkheid voor huishoudelijke zorg. Delft wil burgers zo min mogelijk laten merken van deze overgang door de huidige zorg en integrale indicatiestelling zo veel mogelijk ongewijzigd voort te zetten. In de WMO gaan naast delen van de AWBZ ook de nu al door de gemeente uitgevoerde Wet voorzieningen gehandicapten en de Welzijnswet op. De gemeente zal veel aandacht besteden aan overleg met belanghebbenden en burgerparticipatie.

De WMO moet het mensen mogelijk maken om zo lang mogelijk zelfstandig in de maatschappij te functioneren. Daarbij moeten burgers elkaar helpen. Op dit moment zijn er nog teveel verschillende regels voor verschillende voorzieningen vindt het Kabinet. Met de WMO kunnen gemeenten al die regelingen in samenhang brengen. De gemeente Delft doet al veel integraal op het terrein van welzijn, sociaal beleid en wonen en daardoor zijn de eerste stappen richting WMO al gezet. Het wetsvoorstel wordt binnenkort in de Tweede Kamer behandeld.
-----------------------


---- --