DNB publiceert Statistisch Bulletin september 2005
Persbericht
Datum 28 september 2005
In dit nummer: Statistische informatiebehoefte in het kader van
financiële stabiliteit; Pensioenfondsen: de blik op de toekomst.
Reacties op daling hypotheekrente: zowel kort als lang lenen in trek
Contracten met een variabele of zeer korte rentevaste periode (`kort
lenen') blijken sinds begin 2004 sterk in volume gestegen. De
maandelijkse omzetten van het bankwezen in deze categorie bedragen
momenteel meer dan EUR 3 miljard. Aan de andere kant is sinds het
voorjaar van 2005 een duidelijke stijging van de hypotheekvolumes met
een lange rentevaste periode ingezet (`lang lenen'). Een toenemend
aantal mensen heeft besloten om de huidige lage rentestand vast te
leggen voor een langere periode. In juli 2005 was de omzet van het
Nederlandse bankwezen in de categorie langer dan 10 jaar rentevast
ongeveer EUR ¾ miljard, hetgeen bijna een verdriedubbeling is ten
opzichte van de omzet in januari van dit jaar. In dezelfde periode is
de omzet van hypotheken met een rentevaste periode van 5 tot 10 jaar
gestegen van een volume van EUR 2 miljard per maand naar bijna EUR 3,5
miljard per maand.
Grote buitenlandse belangstelling voor Nederlandse obligatie-emissies
Nederlandse obligaties waren in het tweede kwartaal van 2005 erg
populair bij buitenlandse beleggers. Deze kochten dit kwartaal per
saldo voor EUR 36 miljard Nederlandse obligaties aan. Niet eerder
waren de grensoverschrijdende aankopen van Nederlands schuldpapier zo
fors.
Ter vergelijking, in heel 2004 kochten buitenlandse beleggers per
saldo voor EUR 50 miljard langlopend Nederlands schuldpapier. Niet
alleen de vraag naar Nederlandse effecten viel hoog uit, ook het
aanbod van (nieuwe) Nederlandse effecten lag op een hoog niveau.
Diverse partijen uit vrijwel alle sectoren profiteerden in het tweede
kwartaal van het gunstige emissieklimaat.
Pensioenfondsen: blik op de toekomst
Uit gegevens van DNB blijkt dat de pensioenfondsen een goed resultaat
(bijna EUR 70 miljard) hebben geboekt over het boekjaar 2004 (2003:
EUR 11,2 miljard). Wel laat door de aanhoudende daling van de
kapitaalmarktrente de dekkingsgraad op marktwaarde een daling zien (in
2004 van 130% naar124%). Hoewel de dekkingsgraad tegen een vaste
rekenrente is gestegen (in 2004 van 114% naar 121%) zal in de toekomst
volgens het Financieel Toetsingskader de dekkingsgraad gebaseerd op de
marktwaarde gehanteerd worden. Na de instorting van de aandelenkoersen
sinds 2000 werken pensioenfondsen aan de versterking van hun
financiële positie. Dit wordt onder andere gedaan door het verhogen
van de premies en het beter beheersbaar maken van de uitgaven door het
aanpassen van de pensioenregelingen. De waargenomen verschuiving van
een eindloonregeling naar een middelloonregeling (deze laatste bevat
thans ruim 4,6 miljoen werknemers of ¾ van de actieve deelnemers) is
hier een goed voorbeeld van.
Overigens blijkt dat een onvoorwaardelijke indexatie van de
pensioenuitkeringen in Nederland bijna niet voorkomt. Nog geen één
procent van de pensioentrekkers heeft een onvoorwaardelijke toezegging
tot indexatie.
Statistische informatiebehoefte in het kader van financiële
stabiliteit
Een beleid gericht op financiële stabiliteit heeft behoefte aan
specifieke statistische informatie. Onder financiële stabiliteit wordt
in dit verband verstaan het vermogen van een land om middelen
efficiënt te alloceren en schokken op te vangen zodat deze geen
ontwrichtende werking hebben op de reële economie of op andere
financiële systemen.
Een aantal internationale crises aan het einde van de vorige eeuw -
Mexico, Zuidoost-Azie en Rusland - evenals de betalingscrisis rond een
groot hedge-fund hebben de gevaren van gebrekkige financiële
stabiliteit onder ogen gebracht. Veel centrale banken, ook de ECB,
geven tegenwoordig financiële stabiliteitsrapporten uit. Dit leidt tot
een nieuwe kijk op bestaande statistieken en een nieuwe statistische
informatiebehoefte. In dit Bulletin geeft DNB een voorbeeld van deze
statistieken, waarbij met name wordt ingegaan op winstgevendheid en
solvabiliteit van het Nederlandse bankwezen.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans
(tel. 020-524 3100 of 06 524 96 961) of Herman Lutke Schipholt (tel.
020-524 2712 of 06 524 96 900).