Gemeente Heerlen

Nieuwe regels voor planschade

Het college van burgemeester en wethouders heeft nieuwe regels vastgesteld voor planschadevergoeding. De nieuwe werkwijze heeft consequenties voor zowel de mensen die planschade lijden als voor de mensen die een bouwplan willen realiseren dat niet past in de geldende bestemming. De veranderingen vloeien voort uit de inwerkingtreding van de Wet van 8 juni 2005 tot wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Mensen die een planschade willen claimen krijgen in de nieuwe situatie te maken met strikte regels. Zo moet het verzoek om vergoeding van planschade binnen 5 jaar worden ingediend na de wijziging of afwijking van het bestemmingsplan. Anders verjaart de claim. Het verzoek moet worden ingediend door een standaard aanvraagformulier. Volgens vaste procedures wordt het verzoek afgehandeld en binnen 44 weken een besluit nemen ten aanzien van het verzoek.

Nieuw is ook dat iemand die een verzoek indient eerst een zogenaamd drempelbedrag van E 300,-- moet betalen. Als het verzoek om planschade wordt goedgekeurd dan wordt dit geld geretourneerd. Zo niet, dan vervalt het geld aan de gemeente;

Nieuw voor mensen die een bouwplan willen realiseren dat niet past in het geldende bestemmingsplan is dat het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid heeft om met een initiatiefnemer een planschadevergoedingsovereenkomst te sluiten.

Er zijn een tweetal varianten bij deze overeenkomsten: De gemeente kan een verhaalscontract met de initiatiefnemer sluiten waarin wordt overeengekomen dat de initiatiefnemer het totale bedrag van de planschade aan de gemeente vergoedt op het moment dat het besluit tot toekennen van een planschadevergoeding onherroepelijk is. Of de verhaalscontracten worden opgenomen als onderdeel van een exploitatieovereenkomst of grondtransactie wanneer voor de realisering van het bouwplan privaatrechtelijke medewerking van de gemeente nodig is.

In beide gevallen zal de initiatiefnemer als belanghebbende tijdens de behandeling van het verzoek in kennis worden gesteld van het verloop van de procedure en in staat worden gesteld zijn of haar visie te geven over de wijze van claimbehandeling, zowel inhoudelijk als procedureel. Deze visie zal ook worden betrokken bij het nemen van het besluit.

Heerlen, 27 september 2005
Concernstaf Communicatie
Richard Pisters
(045) 56 04 070
persvoorlichting@heerlen.nl

-----------------------
p e r s


---- --