Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de kabinetsreactie aan op het door de Europese Commissie opgestelde Communautair Lissabon programma 2005.

De Staatssecretaris voor Europese Zaken,

Atzo Nicolaï

Kabinetsreactie inzake het Communautair Lissabonprogramma 2005

Tijdens de Voorjaarsraad 2005 herbevestigden de regeringsleiders de actualiteit en urgentie van de Lissabonstrategie: verhoging van het Europees groeivermogen is noodzakelijk om een welvarende, sociale en duurzame samenleving in de toekomst te waarborgen. Teneinde de daadwerkelijke uitvoering van de hervormingen aanzienlijk te verbeteren, werd binnen de drie pijlers van de Lissabonstrategie de focus gelegd op economische groei en werkgelegenheid. Bovendien worden in de nieuwe aanpak de verantwoordelijkheden en actoren helder benoemd. Naast de individuele hervormingsprogramma's van de lidstaten, stelt de Europese Commissie jaarlijks een Communautair Lissabon-programma op, welke de acties op communautair niveau bevat. De Europese Commissie zal in haar jaarlijkse voorjaarsrapport de uitvoering van de programma's en de voortgang van de Lissabonstrategie beoordelen en bezien of de geïntegreerde richtsnoeren bijstelling behoeven.

Op 20 juli 2005 heeft de Europese Commissie het communautaire Lissabon-programma gepresenteerd: Common Actions for Growth and Employment (COM(2005)330 final). De Commissie onderscheidt drie soorten communautaire acties: wetgeving, financieel instrumentarium en andere vormen van beleidsontwikkeling (zoals mededelingen, actieplannen, richtsnoeren, strategieën etc.). Het gaat daarbij om zowel reeds lopende trajecten (zoals de Interne Marktstrategie, het Actieplan Milieutechnologie en het Actieplan financiële diensten), beleidskaders die nog nader worden geconcretiseerd (zoals de Europese Sociale Beleidsagenda 2006-2010) als nog uit te werken beleid (zoals de modernisering van het industriebeleid). De voorliggende notitie vormt de Nederlandse appreciatie van dit communautaire Lissabon-programma.

Communautaire beleidsprioriteiten
De Commissie heeft haar communautaire programma gebaseerd op de structuur van de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid. De genoemde communautaire maatregelen zijn geplaatst onder drie hoofddoelstellingen die cruciaal zijn voor het realiseren van groei en werkgelegenheid, te weten (i) kennis en innovatie voor groei, (ii) van Europa een aantrekkelijke plek maken om te investeren en te werken en (iii) creëren van meer en betere banen. Onder elke hoofddoelstelling worden beleidsacties vermeld, in een aantal gevallen met deadlines.

Daarbij benoemt de Europese Commissie acht prioriteiten:
1. Stimuleren van de kenniseconomie en het innovatieve vermogen door verhogen en verbeteren van investeringen in onderzoek en ontwikkeling
2. Hervorming van het staatsteunbeleid

3. Verbeteren en vereenvoudigen van het Europees regelgevend kader
4. Vervolmaking van de interne markt voor diensten
5. Afronden van een ambitieus handelsakkoord in kader van de Doha-ronde
6. Wegnemen van obstakels die fysieke, arbeids- en academische mobiliteit hinderen.
7. Ontwikkelen van een gemeenschappelijke aanpak van economische migratie
8. Steunen van maatregelen die sociale gevolgen van economische herstructurering opvangen

Appreciatie
Het Kabinet onderschrijft de focus van de Commissie op beleidshervormingen die bijdragen aan groei en werkgelegenheid, binnen alle drie de pijlers van de Lissabonagenda. Het Kabinet is verheugd dat de Commissie daarbij een belangrijke rol toeschrijft aan kennis, innovatie en investering in menselijk kapitaal als motor voor duurzame economische groei. Aangezien de beleidsacties die de Commissie onder het Lissabon-programma plaatst nogal verschillen van karakter en economisch belang is het Kabinet van mening dat de gekozen prioritering van groot belang is. Naar het oordeel van het Kabinet zal de voorgestelde beperking en focus van de prioriteiten binnen de drie pijlers van de Lissabonstrategie kunnen bijdragen aan de snelle realisatie van tastbare resultaten op Europees niveau. Gegeven de structurele uitdagingen waar de Europese economie voor staat is het van belang vaart te houden met een ambitieuze en resultaatgerichte economische hervormingsagenda.

In het bijzonder valt op dat de communautaire prioriteiten goed aansluiten bij de staande Nederlandse inzet ten aanzien van de Lissabon-strategie. De benoemde communautaire acties zijn immers gericht op het bereiken van de Lissabon-doelstellingen van groei en werkgelegenheid en vergroting van het aanpassingsvermogen van de Europese economie. Het Kabinet kan de aanpak van de Commissie dan ook goed steunen.

In het licht van het eerdere Kabinetsstandpunt kunnen de volgende punten worden benadrukt:
- In het kader van de Mid Term Review is geconstateerd dat het gebrek aan duidelijke taak- en verantwoordelijkheidsverdeling één van de hoofdoorzaken was van de achterblijvende resultaten van de Lissabon-strategie. Het is dan ook toe te juichen dat de Commissie een concreet en in een aantal gevallen met deadlines ingevuld plan heeft gepresenteerd, dat naar mening van de Commissie toegevoegde waarde heeft op communautair niveau.
- Het is in de ogen van het Kabinet goed dat de Commissie ten aanzien van het bereiken van de doelstellingen veel nadruk legt op de toegevoegde waarde van kennis en innovatie daarbij. De Commissie hecht terecht veel belang aan de stimulering van eco-efficiënte innovatie als economische motor, die tevens bijdraagt aan de vermindering van het beslag op milieu en natuurlijke hulpbronnen. Dit sluit goed aan bij de door Nederland nagestreefde ontkoppeling tussen economische groei en milieudruk.
- Daarnaast is het Kabinet verheugd dat de Commissie blijft vasthouden aan liberalisering van de dienstensector als potentieel van economisch groot belang voor Europa.
- De Commissie heeft in dit programma terecht meer aandacht voor de reductie van de administratieve lasten binnen de verschillende acties die nodig zijn ten behoeve van betere regelgeving (vereenvoudiging en stroomlijning van bestaande wetgeving, verbetering van nieuwe regelgeving en een effectieve uitvoering en handhaving). Ook positief is dat daarbij speciale aandacht wordt geschonken aan de positie van het MKB.
- De Commissie benadrukt met recht dat de belangrijke doelstelling om de industriële basis te versterken niet mag leiden tot verstoring van de concurrentieverhoudingen op de Interne Markt. De door de Commissie voorgestelde beleidsacties -zoals de sectorale doorlichting- sluiten hierbij aan. Desondanks is het Kabinet van mening dat het goed is om dit uitgangspunt te blijven benadrukken.
- Daarnaast is het positief dat de Europese Commissie de totstandkoming van een gemeenschappelijke Europese visie op economische migratie als prioriteit benoemt, zonder dit daarbij te presenteren als mogelijkheid om vergrijzing op te vangen, zoals men dat eerder onterecht wel deed. De aanpak van de vergrijzingsproblematiek is immers vooral gebaat bij verhoging van de arbeidsparticipatie.
- De Commissie benadrukt dat de EU-begroting moet bijdragen aan het bereiken van de Lissabon-doelstellingen van groei en werkgelegenheid. Het Kabinet is verheugd dat de Europese Commissie dit niet, zoals in vorige rapporten van de Commissie over het Lissabon-proces, koppelt aan een oproep om de EU van voldoende middelen te voorzien. Hiermee komt, conform het Nederlandse standpunt, meer de nadruk te liggen op herallocatie van thans beschikbare middelen.

Naast de positieve appreciatie van het communautaire Lissabon-programma plaatst het Kabinet nog een drietal kanttekeningen bij de inzet van de Commissie:
1. Het Kabinet benadrukt het belang, zeker in de huidige publieke perceptie van Europa, van een consequente toepassing van het subsidiariteitsprincipe. Hoewel in het voorliggende communautaire Lissabonprogramma dit over het algemeen naar behoren door de Commissie wordt gedaan, zijn er echter ook enkele punten te onderscheiden waarvan het Kabinet zich afvraagt of deze (op onderdelen) de subsidiariteitstoets kunnen doorstaan. In het bijzonder:
- Cohesiebeleid
Volgens het Kabinet is op onderdelen van het nieuwe cohesiebeleid de toegevoegde waarde op Europees niveau onvoldoende aangetoond. Beleid ten aanzien van vergroting van de concurrentiekracht van minder welvarende regio's binnen de rijkere lidstaten behoort tot de nationale verantwoordelijkheden.
- Communautaire herstructureringsfondsen
Het Kabinet onderkent het belang van maatregelen die de (tijdelijke) sociale consequenties van economische herstructurering opvangen en die betrokkenen de kans geven zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Echter, dergelijk beleid dient op het niveau van de lidstaten te worden vormgegeven. De door de Commissie voorgestelde financiering uit communautaire fondsen wordt door het Kabinet dan ook onwenselijk geacht. Het Kabinet vindt het essentieel dat de Commissie bij de totstandkoming van nieuwe beleidsinitiatieven blijvend energie steekt in heldere onderbouwing van de subsidiariteit en proportionaliteit van Europese regelgeving, alsook het betrekken van de burgers bij de voorbereiding van beleid.
2. Ook nu plaatst het Kabinet stimulering van onderzoek & ontwikkeling en hoogstaand onderwijs centraal in het uitvoeren van de Lissabon-agenda. Het Kabinet zou echter graag nog meer benadrukt willen zien dat 'excellentie' het uitgangspunt moet vormen bij het stimuleren van kennis en innovatie. Bij de toedeling van communautaire gelden hiervoor (met name het Zevende Kaderprogramma), moet kwaliteit van onderzoek leidend zijn.
3. Het Kabinet benadrukt dat ook op Europees niveau onderzoek naar de effectiviteit en efficiency van gevoerd beleid van belang is. Dit vraagt om kwantificeerbare, heldere beleidsdoelstellingen, (tussentijdse) beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken.


---- --