Gemeente Hellendoorn


Hellendoorn is financieel gezond

De financiële positie van de gemeente Hellendoorn is gezond en de gemeente is in financieel opzicht goed op de toekomst voorbereid. De begroting zit goed in elkaar en eventuele bezuinigingen en tegenvallers zal de gemeente goed op kunnen vangen. Ook is de gemeentelijke organisatie passend bij het takenpakket van de gemeente opgebouwd. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de begrotingsscan 2005 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Overijssel en uit het benchmarkonderzoek naar de ambtelijke formatie van Berenschot. De belastinguitgave 2005 van de provincie Overijssel bevestigt dit beeld en geeft aan dat Hellendoorn één van de gemeenten is met de laagste gemeentelijke lasten in de provincie, ondanks de tariefstijgingen in de afgelopen jaren. De gemeente is volgens het ministerie en de provincie in staat de komende jaren sluitende begrotingen te maken. Dit ondanks de forse bezuinigingen en/of ombuigingstaakstellingen die nodig zijn, doordat het rijk gemeenten minder geld geeft. Het ministerie en de provincie zijn er van overtuigd dat de gemeente zonder meer de al voorziene tekorten op lange termijn bij de strategische projecten op kan vangen. Het enige punt van aandacht in de begrotingsscan is de treasury. Provincie en ministerie adviseren de gemeente om werk te maken van een goede liquiditeitsplanning. Dit houdt in, dat de gemeente moet zorgen dat zij niet te veel, maar ook niet te weinig geld op de lopende rekening heeft staan. Een goede liquiditeitsplanning levert de gemeente al snel een behoorlijke besparing op en beperkt grote renterisico's. De gemeente pakt deze aanbeveling komend jaar op.

Begrotingsscan
In de begrotingsscan vergelijken het ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Overijssel de gemeente Hellendoorn met vier andere gemeenten met een min of meer vergelijkbare kostenstructuur, namelijk Rijssen-Holten, Raalte, Uden en Veghel. In het onderzoek kijkt men naar de huidige financiële positie van de gemeente en naar de gegevens uit de jaarlijkse begrotingsvergelijking van het ministerie. Het ministerie en de provincie concluderen dat de financiële positie van de gemeente gezond is. Ook over de opzet van het begrotingsinstrumentarium als geheel en de periodieke actualisaties van de strategische projecten in het bijzonder zijn ministerie en provincie goed te spreken. Zij vinden dat de raad op deze wijze zeer goed wordt geïnformeerd en daardoor in staat is de kaders van het te voeren financieel beleid aan te geven. De voorziene tekorten bij de strategische projecten kan de gemeente zonder meer opvangen.

Benchmarkonderzoek
In juni 2005 voerde bureau Berenschot een benchmarkonderzoek uit naar de omvang van de ambtelijke formatie. Het onderzoek vergelijkt het ambtelijke apparaat van Hellendoorn met dat van andere gemeenten. Hellendoorn zit met een netto formatie van 4,8 FTE per 1.000 inwoners iets boven het gemiddelde. Berenschot beoordeelt dit als "een relatief gemiddeld netto ambtelijk apparaat". Opvallend is dat de Hellendoornse staf en ondersteuning relatief klein is.

Belastinguitgave provincie
De provinciale belastinguitgave 2005 bevestigt opnieuw dat Hellendoorn één van de gemeenten is met de laagste gemeentelijke lasten in de provincie, ondanks de tariefstijgingen in de afgelopen jaren.

Op eigen verzoek
De onderzoeken zijn uitgevoerd in opdracht van de gemeente met het doel inzicht te krijgen in de financiële positie ten opzichte van andere vergelijkbare gemeenten. De gemeente wil dit inzicht hebben, omdat gemeenten de komende jaren minder geld krijgen van het rijk en de gemeente de komende jaren veel investeert, onder andere in de strategische projecten. Met deze vergelijking is de gemeente de komende jaren beter in staat fundamentele keuzes te maken op financieel gebied. De gemeente is tevreden met de uitkomsten van de onderzoeken, omdat ze aangeven dat de gemeente op de goede weg zit.

Procedure
De commissie ABZ/M bespreekt de beide onderzoeken en de aanbevelingen op 18 oktober 2005. Het Ministerie en de provincie geven de commissieleden dan een toelichting op de resultaten van de uitgevoerde begrotingsscan. Als vervolg op deze vergadering laat het college het Ministerie en de provincie weten wat de gemeente met de aanbevelingen doet.