Week 38, 23 september 2005
Volksverhuizers in Colmschate
Resten Vroeg Middeleeuwse bewoning ten oosten van Deventer GEVONDEN
Bij de aanleg van de provinciale weg in Colmschate, ten oosten van
Deventer, zijn bijzondere resten van een boeren nederzetting uit de
volksverhuizingstijd (vijfde-zevende eeuw) gevonden. Dergelijke resten
zijn in Nederland een zeldzaamheid omdat Noordwest Europa wegens de
politieke instabiliteit toen zeer dun was bevolkt. Op de locatie
Zweedse Tunnel zijn resten van zes houten boerderijen, ambachtelijke
schuren en waterputten aangetroffen. Het onderzoek vindt plaats in
opdracht van de afdeling Economie en Vastgoed van de gemeente Deventer
en wordt uitgevoerd door Archeologie Deventer.
In het wegtracé kwamen de resten van minimaal zes huizen en twee
schuren aan het licht. Van de boerderijen waren alleen de vlakken van
de ingegraven palen in de zandgrond nog over. Op basis van de gevonden
scherven van potten en kommen kunnen de huizen tussen het eind van de
vierde en de zevende eeuw (375-700 n. Chr.) worden gedateerd. De
verschillende huizen volgden elkaar waarschijnlijk op en stonden
zodoende na elkaar op de zandrug. Het onderzochte gebied maakt deel
uit van een veel grotere nederzetting die zich uitstrekte in
oostelijke de richting (het Auto-eiland van bedrijvenpark
Kloosterlanden). Nader onderzoek moet uitwijzen hoe groot de
nederzetting exact was en hoeveel huizen er gelijktijdig stonden.
Naast boerderijen en schuren zijn minimaal zes hutkommen aangetroffen.
Hutkommen zijn rechthoekige, half ingegraven houten schuurtjes. Deze
hutkommen werden vooral gebruikt voor ambachtelijke activiteiten. Tot
deze activiteiten behoorden in elk geval het gieten van brons en het
smeden van ijzer. Aan de rand van het dorpje is een waterput
opgegraven. Deze waterput ligt vlak bij de onderdoorgang
Zweedsestraat. Hier zijn eerder ook al drie waterputten gevonden die
onderdeel waren van dezelfde nederzetting.
Tot de vierde eeuw lag het dorp Colmschate ter hoogte van het
sportcomplex De Scheg, 1,5 km oostelijker. Aan het eind van de vierde
eeuw is dit dorp verlaten. Het is niet duidelijk waar de bewoners zijn
gebleven. Het gebied in en rond Deventer is wat bewoning aangaat dan
nagenoeg âleegâ. Mogelijk verhuisden deze mensen van het nieuwe dorp
naar de nu gevonden plaats. Het is ook goed mogelijk dat de bewoners
van het dorp bij De Scheg zijn weggetrokken tijdens de zogenaamde
volksverhuizingen die volgden op de ondergang van het Romeinse Rijk.
Later vestigde zich dan een nieuwe groep in het gebied die hun dorp
bouwde op de hoge gronden langs de Zweedsestraat; mogelijk waren dit
de eerste Saksische stammen in dit gebied.
De nieuwe vondsten tonen aan dat de laat-prehistorische bewoning in
Colmschate niet eindigde ten tijde van de val van het Romeinse Rijk,
maar dat Colmschate ook in de vroege Middeleeuwen bewoond bleef.
Publicatiedatum: 27-9-2005
© 2004 Gemeente Deventer Laatste wijziging dinsdag 27 september
2005
Gemeente Deventer