Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie

27 september 2005

Nr. 05/159

De Geus: gebruik protocollen verhoogt kwaliteit beoordeling
arbeidsongeschiktheid

De Gezondheidsraad zal op verzoek van minister De Geus van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid een aantal protocollen ontwikkelen die
gebruikt kunnen worden bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). De
minister is ervan overtuigd dat het gebruik van deze protocollen de kwaliteit van de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid verder
verhoogt.

Dit zei minister De Geus tijdens de conferentie 'Ziek en mondig' op 27 september in Amsterdam. Zijn uitspraak is een reactie op het advies van de Gezondheidsraad over medisch handelen bij ziekteverzuim.
Minister De Geus en minister Hoogervorst sturen de kabinetsreactie
naar de Tweede Kamer.

Bij het ontwerpen van de nieuwe Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen (WIA) was uitgegaan van het gebruik van lijsten met hersteltermijnen bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid. De
invoering van de protocollen maakt daar een eind aan. "Ik ben blij dat de ontwikkelingen nu zo ver gevorderd zijn dat we betere hulpmiddelen kunnen inzetten. Breder van opzet en rekening houdend met meer
aspecten die mede bepalen of iemand kan werken ja of nee," aldus De Geus. In de protocollen zoals de Gezondheidsraad voorstelt, wordt meer rekening gehouden met de begeleiding en behandeling die al gevolgd is en nog mogelijk is. Het gaat om vijf tot tien protocollen voor ziekten zoals bijvoorbeeld chronische rugklachten, borstkanker, hart- en
vaatziekten, depressies en spanningsklachten.

De Geus is blij met het aanbod van de Gezondheidsraad om onmiddellijk met de ontwikkeling van de protocollen te beginnen. De minister
verwacht dat de eerste twee protocollen al in november klaar kunnen zijn. De nieuwe manier van werken zal vastgelegd worden in een
ministeriële regeling. De minister start onmiddellijk met deze
regeling als de eerste protocollen gereed zijn. De ministeriële
regeling wordt met de Tweede Kamer besproken.

In zijn toespraak gaf de minister ook aan dat vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties bij deze nieuwe ontwikkeling zullen worden
betrokken.

Volledige tekst toespraak