Ministerie van Buitenlandse Zaken
departementale takenanalyse van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief over de resultaten van de departementale takenanalyse van
Buitenlandse Zaken
KB resultaten departementale takenanalyse van Buitenlandse Zaken

Klik hier om het originele Word document te openen Zie het origineel


Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag Bureau Secretaris Generaal
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum september 2005BehandeldKees van Baar
KenmerkBSG-261/05Telefoon070-3484131
Blad1/3Fax070-3484465
Bijlage(n)kees-van.baar@minbuza.nl
BetreftResultaten van de departementale takenanalyse van Buitenlandse Zaken.

Graag bied ik u hierbij aan, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris voor Europese Zaken, de resultaten van de departementale takenanalyse van het ministerie van Buitenlandse Zaken die plaatsvond in het kader van het Programma Andere Overheid.

De belangrijkste resultaten van de takenanalyse zijn de volgende:

· Er zal meer strategisch overleg komen met vakdepartementen om een geïntegreerde aanpak voor thema's, landen en regio's tot stand te brengen, waardoor prioriteiten en posterioriteiten duidelijk naar voren komen. Tevens worden vakdepartementen meer betrokken bij het ontwikkelen van visie en strategie.
· Buitenlandse Zaken streeft naar meerjarenafspraken met vakdepartementen om zo gezamenlijk de hoofdlijnen uit te zetten voor de besteding van de HGIS.
· Buitenlandse Zaken gaat meer nadruk leggen op de diensten die het kan verstrekken (en al worden verstrekt) aan de andere departementen. BZ is onder andere sterk op het gebied van institutionele kennis van de EU en multilaterale organisaties, kennis van Europees en internationaal recht, landenkennis, heeft een wijdverbreid postennet, een uitstekende vertaaldienst.
· Buitenlandse Zaken streeft naar betere uitwisseling van medewerkers met andere ministeries, multilaterale organisaties, EU-partners en het bedrijfsleven ter vermeerdering van kennis over en van elkaar en ter ondersteuning van betere samenwerking, afstemming, taakverdeling en coördinatie.
· De EU-coördinatie door BZ verloopt redelijk goed en hoort thuis bij BZ. Wel zijn er verbeterpunten, die onder meer moeten leiden tot stroomlijning/aanpassing van de bestaande procedures, betere strategische standpuntbepaling, meer activiteit in het voortraject, een meer pro-actieve coördinatie in een eerder stadium en nauwer aansluitend bij 'Brussel', beter betrokken vakdepartementen en een breed 'Europees' personeelsbeleid. Een ander concreet voorstel is het opzetten van een Strategisch Europa Overleg. Dit halfjaarlijks overleg kan vaststellen welke onderwerpen op de Europese agenda voor Nederland in de komende periode prioritair zijn, de voortgang van onderwerpen bewaken en toetsen in hoeverre de Nederlands doelstellingen terzake haalbaar zijn.
· De effectiviteit en efficiency van het postennet zal worden verhoogd door:
· intensievere samenwerking met EU-lidstaten op de posten, onder andere op gebied van huisvesting (co-locatie en 'inwonen') en consulaire dienstverlening;
· door regionale samenwerking van onze Nederlandse vertegenwoordigingen onderling en door shared-services (in Noord-Amerika, Duitsland en de Golfregio)
· Communicatie naar en met de burger is essentieel. BZ moet zijn communicatie verbeteren. Op gebied van Ontwikkelingssamenwerking zal meer gecommuniceerd worden in resultaten. De Europacommunicatie moet directer aansluiten op de belevingswereld van de burger. Het moet structureler en niet teveel gericht op incidentele gebeurtenissen. Daarnaast wordt een strategie ontwikkeld om het maatschappelijke middenveld tot partner te maken in de discussie over Europa.
· Buitenlandse Zaken heeft een nieuwe eenheid Terrorisme en Nieuwe Dreigingen opgericht per 1 augustus 2005 om de versnippering van het terrorismedossier binnen het eigen ministerie tegen te gaan en om op het ministerie één aanspreekpunt te hebben voor terrorisme richting de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) en andere relevante instellingen.
· Doel van de departementale takenanalyse was onder meer te bezien waar overlap van werkterreinen tussen ministeries bestaat. Van overlap is geen sprake, gelet op de heldere afspraken die daarover zijn gemaakt. Er zijn raakvlakken met andere ministeries die voortkomen uit de aard van de werkzaamheden van het ministerie van Buitenlandse Zaken als vakdepartement en uit de coördinerende werkzaamheden van het ministerie. Deze raakvlakken liggen onder meer op de volgende terreinen: asiel, migratie en ontwikkeling; internationaal milieubeleid; internationaal cultuurbeleid; Voorts is er toenemende samenwerking met het ministerie van Justitie en het ministerie van BZK.
· Om slagvaardig te werken op die thema's die meerdere departementen raken en die geïntegreerd moeten worden aangepakt, kunnen interdepartementale task forces worden opgezet. Een goed voorbeeld hiervan is de interdepartementale Task Force Duurzame Ontwikkeling onder leiding van de ambassadeur voor Duurzame Ontwikkeling.
· Buitenlandse Zaken werkt steeds nauwer samen met andere departementen. Een goed voorbeeld is de samenwerking met Defensie en Economische zaken inzake vrede, veiligheid en wederopbouw. Bij wederopbouw blijft de samenwerking niet beperkt tot departementen, maar is ook een rol weggelegd voor het maatschappelijke middenveld.

De voorstellen uit de departementale takenanalyse zijn reeds ter hand genomen of worden, daar waar nodig, verder uitgewerkt. Veel voorstellen komen overeen met de aanbevelingen van de rijksbrede takenanalyses 'Sturing EU-aangelegenheden' en 'Geïntegreerd Buitenlands Beleid', waarvoor implementatieplannen zijn opgesteld. Deze plannen zullen u eveneens worden aangeboden.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot