Vlaamse overheid

Op voorstel van minister-president Yves LETERME:

De Vlaamse Regering hecht haar principiële goedkeuring aan een besluit tot instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regelingen in verband met de instandhouding en duurzame exploitatie van de visbestanden. Het besluit vervangt het bestaande KB ter zake en houdt rekening met de aanwijzingen van de beleidsnota Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid op het vlak van de samenvoeging van motorvermogen en de differentiatie naar groot en klein vlootbeleid. Het maximale motorvermogen van een vissersvaartuig wordt opgetrokken naar 1200kW en er wordt een bijkomend kustvisserssegment gecreëerd naast het grote en het kleine segment. Het besluit gaat voor advies naar het Vlaams Visserijcomité, daarna naar de Raad van State.


* * *

De Vlaamse Regering keurt, onder voorbehoud van technisch nazicht, het Vlaams Hervormingsprogramma 2005-2008 'Lissabonstrategie: groei en jobs' goed. Het programma bevat een aantal prioriteiten, zoals de creatie van een geïntegreerd industriebeleid, een meer dienstverlenend en stimulerend ondernemingsklimaat, innovatie van de bedrijfsactiviteiten en investeringen in een gezond leefmilieu. Ook op het vlak van werkgelegenheid zijn een aantal grote maatregelen terug te vinden, onder meer de aanmoediging van het 'actief ouder worden', een betere aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt, de bevordering van de evenredige deelname van allochtonen en andere kansengroepen op de arbeidsmarkt, en een vlotte combinatie van arbeid en zorg. De minister-president legt het Hervormingsprogramma voor aan het VESOC en deelt het mee aan de Europese Commissie. De bevoegde ministers zullen dit Hervormingsprogramma meedelen aan de federale overheid met het oog op de integratie ervan in het Nationaal Hervormingsprogramma 2005-2008.


* * *

Op 22 november 2001 ondertekenden de Vlaamse Regering, de sociale partners en de milieu-organisaties het Pact van Vilvoorde, een set van ambitieuze doelstellingen, te bereiken tegen 2010. Met de 21 doelstellingen wilden de ondertekenaars een antwoord bieden aan de oproep van de Europese Commissie tot de ontwikkeling van een concurrentiële en dynamische kenniseconomie tegen 2010. Op vraag van de sociale partners werd het Pact van Vilvoorde geactualiseerd. De Vlaamse Regering keurt deze aanpassingen goed. Zij hebben onder meer betrekking op een realistische formulering voor de doelstellingen in een gezond evenwicht met de ambities die werden gesteld. Waar nodig en mogelijk worden de doelstellingen aangepast aan en afgestemd op bestaande Europese doelstellingen en aan afspraken, gemaakt in het Vlaams Regeerakkoord. De bevoegde ministers leggen deze tekst ter goedkeuring voor aan het VESOC.

Op voorstel van vice-minister-president Fientje MOERMAN en van Vlaams minister Geert BOURGEOIS:

De Vlaamse Regering keurt principieel twee voorontwerpen van decreet goed die instemmen met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Unie en respectievelijk Guatemala en Nicaragua. De voorontwerpen van instemmingsdecreet worden voor advies voorgelegd aan de Raad van State.


* * *

De Vlaamse Regering beslist tot goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Belgisch- Luxemburgse Unie en Nigeria.

Op voorstel van vice-minister-president Fientje MOERMAN en van Vlaams minister Kris PEETERS:

In het kader van de inzet van de flexibele mechanismen onder het protocol van Kyoto bij de invulling van het Vlaamse klimaatbeleid en de aankoop van emissiekredieten volgend uit de eerste oproep 2004-2005 voor CEDM-JI- projecten, beslist de Vlaamse Regering om de vier emissiereductieovereenkomsten uit die eerste Vlaamse omroep te ondertekenen. Ze gelast de bevoegde minister de nodige voorbereidingen te treffen om een toetreding tot de klimaatfondsen mogelijk te maken zodat de nodige emissiereductie-eenheden kunnen worden aangekocht om op basis van voldoende risicospreiding tijdig de Vlaamse Kyotodoelstelling te kunnen realiseren. Een stand van zaken volgt voor eind dit jaar. De Vlaamse Regering geeft aan de Participatiemaatschapij Vlaanderen (PMV) de opdracht om een structureel financieringsmechanisme uit te werken waarmee Vlaanderen de aankoop van Kyoto- eenheden via de flexibele mechanismen van het protocol van Kyoto kan uitvoeren. Ze bevestigt bovendien dat het operationaliseren van de flexibiliteitsmechanismen van het Kyotoprotocol op korte termijn essentieel is voor de evaluatie van de uitvoering van het Vlaamse toewijzingsplan CO2 emissierechten 2005-2007, voor de goedkeuring van het Vlaamse toewijzingsplan 2008-2012 door de Europese Commissie en voor het nakomen van de engagementen in het Vlaamse Benchmarking convenant over energie-efficientie in de industrie.

Op voorstel van vice-minister-president Frank VANDENBROUCKE:

Na advies van de Raad van State keurt de Vlaamse Regering definitief een uitvoeringsbesluit goed bij het decreet van 30 april 2004 over het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid. Dit decreet heeft als doel een individu dat, waar dan ook, aan een beroep verbonden competenties heeft verworven, te verrijken met een titel van beroepsbekwaamheid. Een titel van beroepsbekwaamheid is een beloning voor gedane leerinspanningen en maakt competenties zichtbaar. Een titel levert in het bijzonder voor kansengroepen een opwaardering en versterkt de positie op de interne en externe arbeidsmarkt. Het uitvoeringsbesluit zet een structureel beleid ten aanzien van het valideren van verworven competenties op de kaart.


* * *

Na advies van de SERV, de VlOR en de Raad van State, en na onderhandelingen met alle betrokken vakorganisaties keurde de Vlaamse Regering eind mei definitief een ontwerpdecreet goed met diverse bepalingen over onderwijs. Het gaat in hoofdzaak om aanpassingen van de regelgeving aan de feitelijke situatie. Het ontwerpdecreet werd echter nog niet ingediend bij het Vlaams Parlement, waardoor er nu problemen rijzen in verband met de datum van inwerkingtreding van artikel 7. Daardoor zullen een aantal directeurs niet meer kunnen worden gesubsidieerd of gefinancierd. Om dit euvel recht te zetten wordt voorgesteld om artikel 9 van het ontwerp te wijzigen in die zin dat artikel 7 uitwerking zal hebben met ingang van 1 september 2005.


* * *

In het kader van de vooropgestelde beperking van de administratieve planlast voor het onderwijsveld en uitvoering gevend aan de CAO VII - leerplichtonderwijs, wijzigt de Vlaamse Regering, na advies van de Raad van State, definitief het besluit over de
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage. Met dit besluit worden de zonale en interprovinciale reaffectatiecommissies tijdelijk buiten werking gesteld. De procedures voor terbeschikkingstelling en reaffectatie worden vereenvoudigd. Recente evaluaties tonen immers aan dat het systeem van verschillende opeenvolgende reaffectatiecommissies in vraag kan worden gesteld met betrekking tot de efficiëntie en kostenbeheersing. Uit deze evaluaties blijkt dat er een onevenredig grote input is ten opzichte van de eerder beperkte output. Daarnaast vergt de definitieve invoering van de scholengemeenschap in het basisonderwijs met ingang van 1 september 2005 ook nog een aantal technische ingrepen in de regelgeving.


* * *

Vanaf volgend schooljaar kunnen leerkrachten vlotter onbetaald deeltijds verlof nemen. Tot nu kon dat alleen als de leerkracht minstens halftijds en maximaal viervijfde bleef werken. Voortaan is de enige voorwaarde dat hij of zij minstens één uur per week lesgeeft. Wie om bepaalde redenen tijdelijk minder les wil geven, heeft daarvoor verschillende formules ter beschikking. Net als in andere overheidssectoren kunnen leerkrachten beslissen om halftijds of voltijds loopbaanonderbreking te nemen. Daarnaast kunnen ze ook deeltijds verlof nemen. Dit verlof is onbetaald, maar het telt onder bepaalde voorwaarden wel mee in de dienstanciënniteit en voor het pensioen. Voldoet de persoon aan de voorwaarden, dan heet het verlof 'verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale problemen'. Indien niet, dan gaat het om 'afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid'. De mogelijkheden van dit onbetaalde verlof zijn vandaag begrensd: men kan niet minder dan halftijds blijven werken en niet meer dan 80%. Deze administratieve regel verhindert een soepel gebruik van het verlof. Het besluit dat nu, na advies van de Raad van State, definitief werd goedgekeurd schrapt de maximumgrens en verlaagt de minimumgrens tot één uur per week. De bevoegde minister voert met dit besluit een afspraak uit van CAO VII, die in februari werd afgesloten. De maatregel sluit aan bij één van de vier speerpunten van het beleid: het flexibeler maken van de loopbaan van leerkrachten.


* * *

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse Regering definitief de besluiten over het bevallings- verlof en de moederschapsbescherming voor het onderwijs- personeel. De wijzigingen betreffen een verschuiving van de periode van het pre- en postnataal verlof, de mogelijkheid tot verlenging van het bevallingsverlof met twee weken bij geboorte van een meerling en de mogelijkheid tot verlenging van het postnataal verlof wanneer het pasgeboren kind langer dan zeven dagen in het ziekenhuis moet blijven.


* * *

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse Regering definitief een besluit over de
bekwaamheidsbewijzen, de prestatie- en de bezoldigingsregeling voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs. Het komt erop neer dat personeelsleden die voor hun onderwijsprestaties in de derde of vierde graad van het secundair onderwijs voor sociale promotie beschikken over een 'ander' bekwaamheidsbewijs, maar mits een bewijs van pedagogische bekwaamheid zouden beschikken over een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, voor deze prestaties ook vanaf 1 september 2003 recht hebben op weddenschaal 301 of 250. Daarnaast worden er een aantal diploma's toegevoegd als vereist bekwaamheidsbewijs voor het vak 'Agogische methodieken' en worden bekwaamheidsbewijzen ingevoegd voor twee nieuwe vakken: 'Latijns schrift' en 'Vlaamse gebarentaal'.


* * *

Na onderhandelingen met alle betrokken actoren besliste de Vlaamse Regering medio juli opnieuw principieel tot wijziging van het besluit van 23 november 2001 over sommige bezoldigingsaspecten van personeelsleden die een wervingsambt in bijbetrekking uitoefenen in een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO). Het besluit van 23 november 2001 werd genomen wegens een tekort aan leerkrachten en administratieve medewerkers in het onderwijs voor sociale promotie. Hierin werd een maatregel uitgewerkt waardoor het leraarsambt in cumul niet langer werd bestraft. De toenmalige minimale verloning van personeelsleden in bijbetrekking dreigde tot ongewenste effecten te leiden. Daarom gebeurt de vaststelling van de wedde(toelage) in bijbetrekking naar rata van de opdrachtnoemer en de geldelijke anciënniteit zoals bepaald voor een hoofdambt. De Raad van State adviseerde om de bepalingen van het besluit echter in te schrijven in het koninklijk besluit nummer 63 van 20 juli 1982 over de wijziging van de bezoldigingsregels van toepassing op het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs met volledig leerplan en van het onderwijs voor sociale promotie of met beperkt leerplan, waarop de wijzigingen uitsluitend betrekking hebben. De Vlaamse Regering keurt het besluit onder gewijzigde titel nu goed.


* * *

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse Regering definitief het besluit van 14 juni 1989 over de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs en het besluit over de nuttige ervaring als onderdeel van het bekwaamheidsbewijs voor personeelsleden van het onderwijs en over de ambtshalve concordantie. Deze besluiten moet worden aangepast aan de nieuwe reglementering, onder meer naar aanleiding van de invoering van de Bachelor-Master-structuur in het hoger onderwijs. Daarnaast worden ze technisch op een aantal punten aangepast en vereenvoudigd.


* * *

De Vlaamse Regering keurt principieel 8 besluiten goed die per studiegebied de modulaire structuur van het secundair onderwijs voor sociale promotie vastleggen. Het gaat om de studiegebieden Auto, Handel, Huishoudelijk Onderwijs, Kant, Nederlands Tweede taal, Talen en Textiel en het experimentele studiegebied Bijzonder Educatieve Noden. De besluiten worden voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van vice-minister-president Frank VANDENBROUCKE en van Vlaams minister Kathleen VAN BREMPT:

Na advies van de Raad van State keurde de Vlaamse Regering begin juni definitief een besluit goed betreffende de decretale adviesverlening door de Sociaal- Economische Raden van de Regio en de Regionale Sociaal- Economische Overlegcomités. Het besluit geeft uitvoering aan artikel 37 van het decreet Erkende Regionale Samenwerkingsverbanden (ERSV). Volgens dat artikel moet de in de wets- en decreetsbepalingen gehanteerde terminologie aangepast worden om ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het ERSV-decreet. Zo wordt een 'subregionaal tewerkstellingscomité' omgezet in een 'erkend regionaal samenwerkingsverband' of een 'sociaal- economische raad van de regio' of 'een regionaal sociaal- economisch overlegcomité'. De Vlaamse Regering keurt nu principieel een voorontwerp van decreet goed dat dit besluit bekrachtigt. Het voorontwerp van bekrachtigingsdecreet wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van Vlaams minister Inge VERVOTTE:

In het kader van het Vlaamse preventief gezondheidsbeleid wijzigt de Vlaamse Regering het subsidiebesluit van medio december 2000 waarbij aan de VUB 500.000 euro werd toegekend voor het opstellen van Vlaamse groeicurven. Dit project stelt nieuwe Vlaamse groeicurven op voor de leeftijdsgroepen van 0 tot 3 jaar en van 3 tot 21 jaar. Representatieve referentiecurven van de normale groei zijn immers een onontbeerlijk instrument voor het opvolgen van de groei van gezonde kinderen en het opsporen van groeistoornissen. De wijziging behelst de verlenging van de subsidieperiode met drie maanden.


* * *

De Vlaamse Regering beslist principieel tot oprichting van de onafhankelijke commissie belast met de bepaling, actualisering en voortgangsbewaking van de minimumkwaliteitseisen voor het niet-dringend liggend ziekenvervoer (NDLZ). Op grond van deze
minimumkwaliteitseisen kan een dienst niet-dringend liggend ziekenvervoer een kwaliteitscertificaat krijgen. Het oprichtingsbesluit wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State.


* * *

Medio juli bekrachtigde de Vlaamse Regering het decreet dat de interlandelijke adoptie van kinderen regelt. Het nieuwe decreet bouwt voort op het vorige maar bevat tevens een aantal aanpassingen. Zo wordt onder meer de binnenlandse adoptie uit het toepassingsgebied van het decreet gehaald. Het maatschappelijk onderzoek krijgt een plaats binnen het decreet. Het systeem van de tegemoetkomingen in de kosten van adoptie wordt vereenvoudigd. Kind en Gezin wordt aangeduid als Vlaamse centrale autoriteit in verband met adoptie en de Hoge Raad voor adoptie wordt niet opgericht. Ten slotte worden de structuren voor de nazorg vereenvoudigd. Nu keurt de Vlaamse Regering een besluit goed dat uitvoering geeft aan het decreet.

Op voorstel van Vlaams minister Dirk VAN MECHELEN:

In uitvoering van het Vlaamse Golfmemorandum besliste de Vlaamse Regering medio december vorig jaar tot voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voor de afbakening van gebieden voor toeristisch-recreatieve infrastructuur 'golfterrein Hof ter Hille Koksijde'. Het openbaar onderzoek van dit RUP gebeurde tussen 21 februari en 21 april van dit jaar. De Vlaamse Commissie voor Ruimtelijke Ordening (VLACORO) vroeg op 21 mei uitstel voor het formuleren van een advies. Ze kreeg tijd tot 19 augustus, maar het advies bleef tot op heden uit. Daarom beslist de Vlaamse Regering nu de vervaltermijn voor de definitieve vaststelling van het RUP 'golfterrein Hof ter Hille te Koksijde' te verlengen met 60 dagen, zijnde tot 16 januari 2006.

Op voorstel van Vlaams minister Dirk VAN MECHELEN en van Vlaams minister Geert BOURGEOIS:

De Vlaamse Regering beslist de begrotingsdoelstellingen 2005 met betrekking tot de verkoop van patrimonium te realiseren via de valorisatie van het Ferraris-gebouw in Brussel, het VAC-gebouw in Antwerpen, het gebouw aan de Minderbroederstraat in Sint-Truiden en het gebouw aan de Merodestraat in Mechelen. Een ministerieel comité zal alle nodige handelingen stellen die noodzakelijk zijn voor een optimale valorisatie van de gebouwen.

Op voorstel van Vlaams minister Bert ANCIAUX:

In uitvoering van het decreet Medisch Verantwoord Sporten en het decreet met de voorwaarden in verband met de opleiding voor de wielersport, heft de Vlaamse Regering het besluit met de voorwaarden voor deelname aan wielerwedstrijden en wielerproeven op. De opheffing maakt het mogelijk dat Vlaamse veldrijders, afhankelijk van hun geboortedatum, vanaf 1 oktober van categorie (nieuweling/junior) kunnen wisselen, en dus niet zoals vroeger pas op 1 januari. Met dit besluit komt er overeenstemming met de UCI-regeling ter zake.


* * *

De Vlaamse Regering kent 1 miljoen euro subsidie toe aan Flagey vzw voor de culturele werking en de huisvesting van het Vlaams Omroeporkest en Kamerkoor vzw (VOK) in 2005. Deze overeenkomst behelst niet alleen de logistieke huisvesting van het VOK, maar omvat ook een co-productie engagement van Flagey om met het VOK een 10-tal concerten per seizoen te programmeren.

Op voorstel van Vlaams minister Geert BOURGEOIS:

De Vlaamse Regering hecht, na advies van de Raad van State, haar definitieve goedkeuring aan het uitvoeringsbesluit bij het decreet over de microfinanciering in ontwikkelingslanden door middel van waarborgverlening aan ontwikkelingsfondsen. Microfinancieringsinstellingen in ontwikkelingslanden verstrekken leningen aan kleine lokale ondernemers. De middelen hiervoor worden verstrekt door Vlaamse ontwikkelingsfondsen. Deze fondsen moeten zich ook indekken tegen risico's. Daarom richt de Vlaamse Regering een Vlaams Waarborgfonds op dat borg staat voor een aantal politieke en commerciële risico's die de Vlaamse ontwikkelingsfondsen nemen door geld te lenen aan de microfinancieringsorganisaties in het Zuiden. Dat houdt in dat de Vlaamse overheid elk jaar een bedrag aan het Vlaams Waarborgfonds ter beschikking stelt om de Vlaamse ontwikkelingsfondsen te kunnen vergoeden als er iets fout loopt.

Op voorstel van Vlaams minister Kris PEETERS:

De Vlaamse Regering beslist tot goedkeuring en ondertekening van een Samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en de Gewesten dat het vorige samenwerkingsakkoord over de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, wijzigt. De wijziging behelst de omzetting van een Europese richtlijn in Belgisch recht. Het samenwerkingskoord wordt ingediend bij het Vlaams Parlement. De Vlaamse Regering keurt meteen ook principieel het voorontwerp van decreet goed dat instemt met dit samenwerkingsakkoord. Het voorontwerp van instemmingsdecreet wordt voor advies voorgelegd aan de MiNa-raad en de SERV. Daarna gaat het naar de Raad van State.


* * *

De Vlaamse Regering keurt principieel een voorontwerp van decreet goed dat het decreet algemene bepalingen in verband met milieubeleid (DABM) van 5 april 1995 wijzigt. Het opstellen van het gewestelijke milieubeleidsplan wordt verschoven naar het jaar volgend op het aantreden van de Vlaamse Regering. Een éénmalige verlenging van het huidige milieubeleidsplan wordt voorzien om de afstemming tussen legislatuur en milieubeleidsplanningscyclus te bereiken. Ook voor het lokale niveau (provinciaal, gemeentelijk) wordt eenzelfde afstemming tussen milieubeleidsplanning en legislatuurperiode doorgevoerd. De verplichting tot het opstellen van
milieubeleidsplannen op lokaal niveau wordt geschrapt. Hiervoor wijzigt de Vlaamse Regering principieel het besluit over de provinciale en gemeentelijke milieuplanning en de milieuraad. De twee besluiten worden voor advies voorgelegd aan de SERV, de MiNa-raad en de Raad van State.


* * *

De Vlaamse Regering wijzigt, na advies van de Raad van State, definitief het besluit over de subsidiëring van de kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen die door de gemeenten uitgevoerd worden. De wijziging verschuift de uiterste indieningsdatum van de subsidieaanvragen door de gemeenten van 31 mei naar 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop het investeringsprogramma betrekking heeft. Gelijklopend hiermee worden volgende twee data verschoven: enerzijds de uiterste datum van het door de administratie aan de minister ter goedkeuring voor te leggen voorstel van investeringsprogramma, en anderzijds de uiterste datum van het in kennis stellen van de gemeenten van de goedkeuring door de minister. Voor het lopende jaar worden overgangsmaatregelen voorzien.


* * *

Als gevolg van de voedselcrises uit de jaren negentig is gebleken dat bepaalde overdraagbare ziektes kunnen worden verspreid door niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten. Een Europese Verordening ter zake legt strenge gezondheidsvoorschriften vast voor het gebruik van die bijproducten, om een zo hoog mogelijk gezondheids- en veiligheidsniveau te garanderen. De Vlaamse Regering hecht nu haar goedkeuring aan de ondertekening van een overeenkomst tussen de federale staat en de Gewesten die tot doel heeft de bevoegdheden en de taken met betrekking tot de bescherming van de volksgezondheid, dierengezondheid en het leefmilieu tussen de verschillende bevoegde overheden af te bakenen. Het betreft ook een raamakkoord waarbinnen deze overheden de noodzakelijke regelgevingen voor de uniforme toepassing van bedoelde verordening moeten voorbereiden, waarbinnen ze de uitvoeringsbepalingen die onder het subsidiariteitsprincipe vallen moeten bepalen en waarbinnen ze moeten instaan voor de financiering van het toezicht op de controles.


* * *

Mits één wijziging keurt de Vlaamse Regering principieel een besluit goed over de regels inzake contractuele sanering van bedrijfsafvalwater op een openbare rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het besluit wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van Vlaams minister Marino KEULEN:

Na advies van de Raad van State keurt de Vlaamse Regering het ontwerp van provinciedecreet goed. Het decreet bestaat uit vier grote inhoudelijke krachtlijnen. Een eerste krachtlijn voorziet deregulering en het enkel sturen op hoofdlijnen, wat meer differentiatie en maatwerk mogelijk moet maken. Ten tweede wordt het ambtelijk apparaat geresponsabiliseerd. De derde krachtlijn is het versoepelen van de interne organisatie met de nadruk op een efficiënter en doorzichtiger financieel beheer. Ten slotte zal de burger als partner van het ondergeschikt bestuur bij het beleid betrokken worden. De bevoegde minister zal het decreet indienen bij het Vlaams Parlement.

Op voorstel van Vlaams minister Kathleen VAN BREMPT:

De Vlaamse Regering stemt in met een voorontwerp van wet tot bekrachtiging van het protocol van Vilnius van 3 juni 1999 houdende wijziging van het verdrag over het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980. De wijziging beoogt onder meer overeenstemming met de nieuwe regeling die de bevoegde overheden van de Europese Unie voor het spoorwegvervoer hebben uitgewerkt.


* * *

De Vlaamse Regering stemt in met het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit over de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur. De wijziging behelst de omzetting van een Europese Richtlijn in Belgisch recht. De belangrijkste wijzigingen betreffen de aanpassing van de data van inwerkingtreding van de artikels. De Vlaamse Regering stemt ook in met een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit dat de hoofdstukken III, V en VI van hogervermeld KB uitvoert. De wijziging heeft tot doel het verbeteren van de bepalingen van het KB om de veiligheid van het spoorverkeer te versterken.


-----
einde

-----