Ministerie van Economische Zaken
Persbericht ministerraad
23 september 2005
KABINETSREACTIE OP SER-ADVIES ONDERNEMERSCHAP VOOR DE PUBLIEKE ZAAK
De ministerraad heeft op voorstel van minister Brinkhorst van Economische
Zaken ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de kabinetsreactie
op het SER-advies 'Ondernemerschap voor de publieke zaak.' Het kabinet
onderschrijft daarin de conclusie van de SER dat ondernemerschap kan
bijdragen aan een betere publieke dienstverlening. Concreet gaat het
daarbij om marktwerking in sectoren als wonen, zorg en onderwijs.
Ondernemerschap kan gestimuleerd worden door economische en bestuurlijke
prikkels als gereguleerde marktwerking, vraagsturing, prestatiefinanciering
en prestatiecontracten. Deze prikkels zorgen er voor dat aanbieders van
publieke diensten het belang van de afnemer centraal stellen. De
continuïteit van de dienstverlening staat immers centraal, niet die van de
dienstverlener. Het kabinet is van mening dat concurrentie tussen
ondernemingen die voor eigen rekening opereren ook impliceert dat ze in het
uiterste geval failliet moeten kunnen gaan. Voorwaarde daarbij is wel dat
de overheid de continuïteit van de publieke dienst kan garanderen.
Ondernemerschap voor de publieke zaak vereist ook bestuurlijke meervoudige
verantwoording om er voor de zorgen dat ondernemingen zowel met het belang
van de afnemers als het publieke belang rekening houden. Het inrichten van
verantwoordingsstructuren vereist maatwerk. Het kabinet beklemtoont hierbij
het belang van zelfregulering.
Het kabinet geeft daarnaast een aantal concrete vervolgstappen aan om
ondernemerschap te bevorderen en verantwoordingsstructuren te verbeteren op
het terrein van onderwijs en zorg en wonen. Het Kenniscentrum voor
Ordeningsvraagstukken zal onderzoek gaan doen naar de effecten,
mogelijkheden en randvoorwaarden voor het toelaten van uitkering van winst.
Een interdepartementale werkgroep gaat onderzoek doen naar de wenselijkheid
van een nieuwe rechtsvorm voor maatschappelijke ondernemingen met het oog
op de herkenbaarheid daarvan en met het oog op een beperking van extern
toezicht daarop. De werkgroep komt vóór 1 juni 2006 met haar rapport.
RVD, 23.09.2005
Ministerie van Algemene Zaken