Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB)
Nieuws
Blessures kosten 590 miljoen euro
23 september 2005
Het ministerie van VWS heeft Consument en Veiligheid gevraagd de
totale kosten van sportblessures in Nederland te berekenen. De directe
medische kosten van sportblessures zijn de kosten van de
gezondheidszorgconsumptie. De indirecte kosten zijn de kosten van het
arbeidsverzuim. Wanneer deze twee worden opgeteld, kosten
sportblessures 590 miljoen euro per jaar. Ter vergelijking: voor
ongevallen in de privé-sfeer is dit jaarlijks 1.380 miljoen en voor de
verkeersongevallen 610 miljoen euro. (Bron: Consument en Veiligheid)
Directe medische kosten
Voor het berekenen van de directe medische kosten zijn de
belangrijkste behandelaars en het aantal behandelingen per behandelaar
in kaart gebracht. De directe medische kosten voor sportblessures
worden geschat op jaarlijks 170 miljoen euro. Voor de ongevallen in de
privé-sfeer is dit jaarlijks 680 miljoen en voor de verkeersongevallen
230 miljoen euro.
De huisarts(post), Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) van een ziekenhuis,
specialist, de ziekenhuisopname en de fysiotherapeut zijn de meest
geraadpleegde behandelaars voor sportblessures.
Met 55 miljoen euro per jaar is de fysiotherapeut de medische
behandelaar waar de meeste kosten worden gemaakt. Sportblessures zijn
jaarlijks goed voor 2,8 miljoen fysiotherapeutische behandelingen.
Daarna volgen de kosten van specialistische hulp (33 miljoen euro per
jaar) en die van behandelingen op een Spoedeisende Hulpafdeling (SEH)
van een ziekenhuis (32 miljoen euro per jaar). De kosten van de
huisartsbehandelingen zijn met jaarlijks 12 miljoen euro beperkter in
vergelijking met andere behandelaars, alhoewel het aantal
behandelingen van 650 duizend per jaar aanzienlijk is.
Indirecte kosten
Om de indirecte kosten door sportblessures te bepalen, is het
arbeidsverzuim in werkdagen vermenigvuldigd met de kosten per
verzuimdag. Sportblessures leiden jaarlijks gemiddeld tot 1,7 miljoen
verzuimde werkdagen. De totale kosten van dit verzuim worden geschat
op 420 miljoen euro per jaar, waarvan 95 procent vanwege medisch
behandelde blessures.
De indirecte kosten door sportblessures zijn iets hoger dan die van
verkeersongevallen (380 miljoen euro), maar beduidend lager dan die
van de ongevallen in de privé-sfeer (700 miljoen euro).
Aanbevelingen
Het terugdringen van het aantal sportblessures zal een aanzienlijke
besparing opleveren. Zeker nu de overheid meer investeert in
breedtesport en in meer bewegen zal het aantal sportblessures de
komende jaren toenemen en daarmee ook de kosten van sportblessures.
Extra investeringen in de preventie van sportblessures kunnen en mogen
dan ook niet achterblijven wanneer Nederland meer aan het sporten en
bewegen gaat.
Het rapport 'Kosten van sportblessures in Nederland' kunt u hier
downloaden.