September 2005 - Gemeenteraad steunt college in standpunt omleiding
Gemeenteraad steunt college in standpunt omleiding
Ook raad nog niet tevreden over de meest actuele plannen
Donderdag 22 september 2005
De gemeenteraad van Hardenberg heeft vanavond, vrijwel unaniem, via
motie het standpunt van het college ondersteund, dat de meest actuele
plannen met betrekking tot de omleiding van de N34 bij Ommen, nog niet
voldoen aan de wensen, zoals die al eerder nadrukkelijk door de
gemeente Hardenberg zijn uitgesproken. Gezamenlijk wordt ingezet op
aanpassing van de huidige plannen.
De raad is, net als het college, nog niet tevreden over de meest
actuele plannen met betrekking tot de omleiding. Het door de
gemeenteraad en het college bepleite viaduct bij het Zwarte Pad wordt
niet zo uitgevoerd, zoals Hardenberg dat graag wil. Het wordt geen
volwaardig viaduct, waar het verkeer elkaar kan passeren. Daarnaast
vinden raad en college dat de oversteek van landbouwverkeer bij de
Witte Paal onvoldoende veilig is geregeld. Ook constateert de raad dat
er nog geen oplossing is voor het knelpunt bij Varssen, waardoor een
snelle doorstroom richting Zwolle niet wordt bereikt. Bovendien vindt
de raad dat in het huidige plan geen ruimte is opgenomen om in de
toekomst de N34 op te waarderen tot een drie-baans autoweg, terwijl de
Provincie Overijssel nu al studeert op mogelijkheden om dit te gaan
realiseren.
De gemeenteraad vindt dat het huidige plan onvoldoende tegemoet komt
aan het in 1993 verschenen rapport van het Nederlands Economisch
Instituut, waarin klip en klaar wordt gesteld dat de N34 moet worden
opgewaardeerd tot een betere en snellere verbinding tussen Zwolle en
Emmen.
Met het aannemen van de motie voelt verantwoordelijk wethouder Jan
Koops zich breed gesteund in zijn pogingen om de plannen aangepast te
krijgen. Bovendien heeft de raad uitgesproken ook zelf haar eigen
kanalen in te zetten.
Het standpunt en de argumenten van de gemeenteraad en het college
worden gedragen door alle belanghebbende publieke en private partijen.
Gemeente Hardenberg