Nr. 157
22 september 2005
Voorstel gebedshuizenbeleid voorgelegd aan organisaties
De uitzonderingsbepaling in bestemmingsplannen die inhoudt dat kerktorens en minaretten tot 30 of 40 meter altijd gebouwd mogen worden, gaat verdwijnen. Dat staat in het raadsvoorstel dat wethouder Marco Pastors (Fysieke Infrastructuur) vanmorgen in een gesprek met maatschappelijke organisaties heeft toegelicht. Het college van burgemeester en wethouders vindt een afwijkende behandeling van religieuze gebouwen niet nodig , omdat deze geen groter maatschappelijk belang vertegenwoordigen dan andere gebouwen.
Het raadsvoorstel is het vervolg op de concept-nota 'Ruimtelijk moskeebeleid 2004, een kader voor nieuwbouw en verbouw van gebedshuizen' die voor de zomer van 2004 werd gepresenteerd. Voor deze nota bleek onvoldoende politieke steun. Het College heeft daarop besloten de nota terug te nemen.
Het proces rondom de oorspronkelijke nota heeft wel het denken over nieuwe gebedshuizen beïnvloed. Eén van de centrale gedachten van de nota, dat een zorgvuldig proces bij de ontwikkeling van een (bouw)plan noodzakelijk is en dat daarbij in goed overleg met belanghebbende partijen een plan wordt vormgegeven, is inmiddels breed geaccepteerd. Ook de wijze waarop de Welstandscommissie een bouwplan voor een gebedshuis beoordeelt is, blijkens de toetsing van het bouwplan voor de nieuwe Shaan-E-Islam-moskee in IJsselmonde, meegeëvolueerd met de maatschappelijke discussie op dit terrein.
Na de debatten over islam en integratie is het ruimtelijk gebedshuizenbeleid, dat gericht is op alle gebedshuizen, opnieuw tegen het licht gehouden. Er is besloten daarop geen nieuwe, uitgebreide nota op te stellen, maar de essentie van het ruimtelijk beleid - waaronder het schrappen van de uitzonderingsbepaling voor kerktorens en minaretten - in een beknopt raadsvoorstel te verwoorden.
Dit raadsvoorstel wordt voorgelegd aan maatschappelijke organisaties en deelgemeenten, die een schriftelijk advies kunnen uitbrengen. Op basis daarvan wordt het voorstel eventueel aangepast. Na een definitief besluit van het college van burgemeester en wethouders, wordt het voorstel aan de raad voorgelegd.
noot voor de redactie/
Gemeente Rotterdam