Provincie Zuid-Holland

"TNO Scheidingstechnologie en microbiologie naar Delft"

Gedeputeerde van Dijk wil nationaal centrum voor scheidingstechnologieTNO Apeldoorn (scheidingstechnologie en microbiologie) kunnen zich beter in Delft vestigen. Dat voorstel doet gedeputeerde Asje van Dijk van de provincie Zuid-Holland vandaag in een brief aan minister Maria van der Hoeven, mede namens de gemeente Delft, TU Delft en TNO.

Door scheidingstechnologie en microbiologie naar Delft te halen, willen TU Delft en TNO de gezamenlijke activiteiten op dit gebied in Delft concentreren op één locatie. "De keus voor Delft is in lijn met de hoge concentratie van de procesindustrie in de Botlek Europoort Regio," aldus gedeputeerde Van Dijk. Daarbij hebben de drie technische universiteiten ook afgesproken, dat Delft zwaartepunt is voor de procesindustrie in het algemeen en voor scheidingstechnologie in het bijzonder. Deze technologie werkt aan innovaties waarmee producten of ongewenste stoffen specifiek kunnen worden gewonnen of afgescheiden, bijvoorbeeld uit vervuild water. Door vestiging in Delft kan een nationaal centrum voor scheidingstechnologie gecreëerd worden, waar wetenschappelijk en op de industrie gericht onderzoek gecombineerd wordt. "Ik zie dat als een belangrijke stap in de ontwikkeling van de kenniseconomie, voor Zuid-Holland en voor Nederland. Concentratie van deze takken op één locatie verhoogt de intensiteit van kennisuitwisseling en samenwerking. Hiermee wordt de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse procesindustrie en watertechnologie verbeterd."

Directe aanleiding voor het verzoek van Van Dijk is het aangekondigde vertrek van TNO Automotive, dat zich bezig houdt met de veiligheid van auto's, naar Eindhoven. Van Dijk noemt de verhuizing begrijpelijk, gezien het feit dat in de regio Eindhoven meer bedrijven zitten waar Automotive aansluiting bij vindt. Om dezelfde reden zouden TNO Apeldoorn zich beter in Delft kunnen vestigen. De kosten van deze concentratie bedragen bijna achteneenhalf miljoen euro. De provincie vraagt de minister om de helft daarvan te financieren; de andere helft wordt door de betrokken partijen opgebracht.

Bron: afdeling Communicatie 070 - 441 66 22