Rotterdam wil alle kinderen op de voorschool

Gemeente Rotterdam

Met het openen van de honderdste voorschool vandaag volgen nu tienduizend kinderen tussen twee en vijf jaar een speciaal lesprogramma dat onderwijsachterstanden moet voorkomen. Het College heeft hiermee een belangrijke collegedoelstelling gerealiseerd. Wethouder Leonard Geluk is nog niet tevreden en wil dat binnen vijf jaar álle doelgroepkinderen naar de voorschool gaan.

Wethouder Leonard Geluk (Onderwijs en Integratie) opende vandaag de honderdste voorschool. Het gaat om de samenwerkingscombinatie van de islamitische basisschool Ibn-i-Sina en peuterspeelzaal De Regenboog (van stichting Charlois Welzijn). Rotterdam begon in 2000 met het opzetten van voorscholen. Dit schooljaar zijn weer dertien nieuwe voorscholen begonnen, waarmee het aantal op 104 komt. Voorscholen zijn samenwerkingsverbanden tussen één of meerdere peuterspeelzalen en de groepen 1 en 2 van basisscholen. Op de voorschool krijgen de kinderen een gestructureerd programma dat begint op de peuterspeelzaal en doorloopt tot en met groep 2 van de school. Dit programma is vooral bedoeld voor kinderen die het risico lopen al met een achterstand aan groep 3 te beginnen, de zogenoemde doelgroepkinderen.

Naar 100 procent deelname
De helft van de doelgroepkinderen gaat nu vier dagdelen per week naar de voorschool. Daarmee is een belangrijke doelstelling uit het collegeprogramma gerealiseerd. Wethouder Geluk is echter pas tevreden als alle doelgroepkinderen naar de voorschool gaan. Met steun van het Kabinet verwacht ik dat we dat binnen vijf jaar voor elkaar krijgen. Op de langere termijn wil de wethouder peuterspeelzalen en kinderdagverblijven integreren tot een basisvoorziening voor alle Rotterdamse kinderen of ze nu risico op leerachterstand hebben of niet. Aangezien kinderdagverblijven vooral autochtone peuters tellen en peuterspeelzalen veel allochtone peuters, zal integratie van deze twee voorzieningen meehelpen aan integratie tussen witte en zwarte leerlingen.

Effect voorscholen pas op langere termijn meetbaar Uit landelijk onderzoek blijkt dat de effecten van voor- en vroegschoolse educatie programmas op de cognitieve en taalontwikkeling van kinderen groot kunnen zijn. Vooral op de langere termijn gaan leerlingen beter presteren. Vooral kinderen uit achterstandsgroepen lijken veel baat te hebben bij deze programmas. In Rotterdam zijn de effecten nog niet zo duidelijk waarneembaar, omdat gemeente en scholen pas relatief kort bezig zijn. Het is ook belangrijk dat leerlingen het hele programma doorlopen en dat is nu niet altijd het geval. ,,Het kost tijd om de vruchten van de voorscholen te plukken, aldus wethouder Geluk. Het College van B en W in Rotterdam heeft zich ten doel gesteld om via voor- en vroegschoolse educatie (VVE) 50 procent van de doelgroepkinderen in 2006 te bereiken (circa 9500 kinderen). Die doelstelling wordt dit schooljaar gehaald. Met de huidige 104 voorscholen komt Rotterdam naar verwachting ruim boven de 50 procent uit. ,,.

Bron: Bestuursdienst, 22-09-2005