|RAAD VAN | |NL | |DE EUROPESE UNIE | | |Brussel, 21 september 2005 12541/05 (Presse 243) (OR. en)
PERSMEDEDELING
Betreft: UITBREIDING: TURKIJE VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN HAAR LIDSTATEN UITBREIDING: TURKIJE VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN HAAR LIDSTATEN
Heden is de onderstaande verklaring van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten aangenomen , naar aanleiding van de verklaring die Turkije heeft afgelegd bij de ondertekening op 29 juli 2005 van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst van Ankara:
"1. De Europese Gemeenschap en haar lidstaten nemen met waardering nota van de ondertekening door Turkije van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Turkije, anderzijds, overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van december 2004. Zij betreuren het dat Turkije het nodig heeft geacht bij de ondertekening een verklaring over de Republiek Cyprus af te leggen.
2. De Europese Gemeenschap en haar lidstaten geven te verstaan dat dit een unilaterale verklaring van Turkije is, die geen deel uitmaakt van het Protocol en geen rechtsgevolgen heeft voor de verplichtingen van Turkije uit hoofde van het Protocol.
3. De Europese Gemeenschap en haar lidstaten verwachten dat het Aanvullend Protocol volledig en op niet-discriminerende wijze wordt toegepast, en dat alle belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, inclusief beperkingen op middelen van vervoer, worden opgeheven. Turkije moet het Protocol volledig toepassen ten aanzien van alle EU-lidstaten. De EU zal een en ander op de voet volgen en de volledige toepassing in 2006 evalueren. De Europese Gemeenschap en haar lidstaten benadrukken dat de opening van onderhandelingen over de relevante hoofdstukken afhangt van het gegeven dat Turkije zijn op overeenkomst berustende verplichtingen jegens alle lidstaten nakomt. Als Turkije verzuimt zijn verplichtingen volledig na te komen, zal dat gevolgen hebben voor de algemene vooruitgang van de onderhandelingen.
4. De Europese Gemeenschap en haar lidstaten herinneren eraan dat de Republiek Cyprus op 1 mei 2004 een lidstaat van de Europese Unie is geworden. Zij onderstrepen dat zij alleen de Republiek Cyprus als volkenrechtelijk subject beschouwen.
5. De erkenning van alle lidstaten is een noodzakelijk onderdeel van het toetredingsproces. De EU beklemtoont dan ook hoe belangrijk zij het vindt dat de betrekkingen tussen Turkije en alle EU-lidstaten zo spoedig mogelijk worden genormaliseerd.
6. De Raad zal in 2006 zorgen voor de follow-up van de vorderingen met bovengenoemde kwesties.
7. In het kader van deze verklaring zijn de Europese Gemeenschap en haar lidstaten het erover eens dat het van belang is steun te verlenen aan de inspanningen van de secretaris-generaal van de VN om tot een allesomvattende regeling van de kwestie Cyprus te komen die aansluit bij de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad en bij de beginselen waarop de EU gegrond is, en dat een rechtvaardige en duurzame regeling zal bijdragen tot vrede, stabiliteit en harmonieuze betrekkingen in de regio."
---
Via de schriftelijke procedure