Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid
Actualiteit
Conjunctuurmeting bouwnijverheid juli/augustus 2005
---
Bouwbedrijven ook na vakantieperiode positiever over conjunctuur dan een jaar geleden
Eind augustus 2005 overtreft het aandeel van de bouwbedrijven die het onderhanden werk als groot beoordelen (18 procent) het aandeel van de bedrijven die het als klein beoordelen (15 procent). Een jaar geleden was dit omgekeerd; toen vond een kwart van de bedrijven de werkvoorraad klein en 9 procent groot. Ook in de burgerlijke- en utiliteitsbouw oordelen de bedrijven in tegenstelling tot een jaar eerder, positief over de hoeveelheid onderhanden werk. In de grond-, water- en wegenbouw is het oordeel over de werkvoorraad nog steeds negatief. Wel is het aandeel van de gww-bedrijven dat de werkvoorraad als klein beoordeelt een stuk lager dan een jaar geleden; 16% nu tegenover 40% een jaar terug.
In de periode juli/augustus 2005 ondervond 14% van de bedrijven stagnatie van het onderhanden werk. Met een aandeel van 9% is het uitblijven van orders de belangrijkste stagnatieoorzaak. Een jaar geleden werd dit ook als belangrijkste stagnatieoorzaak genoemd; toen bedroeg dit aandeel nog 14%.
Over de te verwachten personele ontwikkelingen zijn de bouwbedrijven positief gestemd; 14% denkt dat het personeelsbestand de komende maanden zal uitbreiden, terwijl 6% denkt dat het aantal personeelsleden zal afnemen. In de gww is wat dat betreft sprake van evenwichtige; hier verwacht 5% een groei en 5% een daling van het personeelsbestand. Vooral voor de gww geldt, dat dit beeld een stuk positiever is dan een jaar geleden toen nog 35% van de gww-bedrijven een daling van het aantal personeelsleden voorspelden. Eind augustus 2005 verwacht bijna een kwart van de bedrijven dat de afzetprijzen de komende maanden zullen stijgen. In de gww geldt dit voor een tiende van de bedrijven. Zowel in de gww als in de b&u voorspelt geen enkel bedrijf een daling van de prijzen.
Omdat de bouwbedrijven ernaar streven projecten indien mogelijk vóór de bouwvakantie af te ronden is het niet ongebruikelijk is, dat de orderportefeuille in de vakantiemaanden afneemt. Eind augustus 2005 komt de omvang van de orderportefeuille in de bouwnijverheid dan ook lager uit dan in juni 2005. De orderportefeuille kromp in deze periode met 0,2 maand tot 7,6 maanden.
Dit wordt veroorzaakt door een afname van 0,2 maand van de orderportefeuilles in beide subsectoren. Hierdoor kwam de orderportefeuille in de b&u uit op 8,1 maanden (zie figuur 1); uit figuur 2 blijkt dat de omvang van de orderportefeuille in de gww is afgenomen tot 5,4 maanden.
Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juli/augustus 2005 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Zoals ieder jaar is de meting over juli en augustus samengevoegd in verband met de in die maanden vallende (bouwvak-)vakantie. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.
Zie het origineel
bron: EIB