D66
Om te voorkomen dat er na 2007 weer een groot lerarentekort ontstaat,
presenteert D66 een aantal maatregelen die snel genomen moeten worden.
D66-kamerlid Ursie Lambrechts: `Minister Van der Hoeven probeert ons
in slaap te sussen met de boodschap dat het wel meevalt, maar zij
rekent zich ten onrechte rijk. Dat is gevaarlijk; als we een nieuw
lerarentekort willen voorkomen moet zij moet nú in actie komen'.
De Democraten geloven dat het vak van leraar nog interessanter kan
worden, door de vakkennis van de docent weer centraal te zetten in de
opleiding. Ook moeten leraren wat D66 betreft beter betaald worden.
Lambrechts: `Nu maak je carrière als leraar door manager te worden;
door niet langer voor de klas te staan, maar door te organiseren en
roosters te maken. Maar juist goed lesgeven zou carrièreperspectieven
moeten bieden. Coördinerende taken en management zijn belangrijk, maar
moeten ondersteunend zijn aan het werk in de klas'.
Kwaliteit lerarenopleiding
De kwaliteit van de lerarenopleidingen is de afgelopen jaren fors
gedaald. Dat is volgens D66 niet goed voor het aanzien van de
leerkracht. Daarom willen de Democraten het instroomniveau van de
opleiding verhogen. Studenten moeten minstens over het niveau Havo met
wiskunde A beschikken. Lerarenopleidingen die ernstig te kort schieten
moeten van D66 binnen een jaar dicht. Volgens Lambrechts moet minister
Van der Hoeven hier haast mee maken: `Ieder jaar tijdsverlies betekent
een nieuwe lichting slecht opgeleide docenten voor de klas. We halen
nu niet het beste uit deze mensen en dat is doodzonde'.
Vertrouw op de professionaliteit van de leraar
Op dit moment worden veel taken van het onderwijsministerie
overgedragen aan de scholen zelf. `Dat is toe te juichen, maar in de
praktijk zijn er nog wel wat problemen,' zegt Lambrechts. `Nog steeds
worden plannen van boven gedropt. Weliswaar niet meer vanuit Den Haag
maar door besturen van scholen. Die staan soms net zo ver af van de
praktijk in de klas als het ministerie. Leraren, leerlingen en ouders
zélf moeten centraal staan. Niet alleen in beleidsvoornemens, maar
gewoon in de dagelijkse praktijk'.
Betere arbeidsvoorwaarden
Volgens D66 hoort bij een steviger opleiding en meer eigen
verantwoordelijkheid voor leraren ook een beter salaris. `De leraar
bungelt momenteel onderaan in de hiërarchie. Maar voor D66 is er in
het onderwijs geen hogere functie denkbaar dan die van de goed
opgeleide en excellente leraar die de kinderen en jongeren in de klas
begeleidt. Daarom moet er naast een algemene salarisverhoging ruimte
komen voor meer functiedifferentiatie. Bovendien kunnen we
afgestudeerden die voor het onderwijs kiezen na drie jaar een bonus
geven ter hoogte van het betaalde collegegeld'.
Tijdelijk extra leraren
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen zal D66-leider Boris
Dittrich een motie indienen die het voor scholen mogelijk moet maken
om tijdelijk extra leraren aan te stellen op school. Dittrich: `Op dit
moment gaan er bevoegde leraren voor het onderwijs verloren, omdat ze
direct na het afstuderen geen baan op school kunnen vinden. Maar over
een paar jaar hebben we deze mensen heel hard nodig. Daarom wil D66
dat we deze mensen een baan aanbieden. Ze kunnen tijdelijk boventallig
aan de slag op de scholen waar de grootste tekorten verwacht worden.
Zo houden we ze in het onderwijs en verliezen we ze niet aan het
bedrijfsleven'.
---
Lees hieronder het hele D66 Lerarenplan:
Lerarentekort: zonder goede leraar geen goed onderwijs
Regeren is vooruitzien. Over 2 tot 3 jaar dreigt een nieuw
lerarentekort te ontstaan. Dat betekent weer lesuitval, grotere
klassen en meer lager opgeleide leerkrachten. Daarom moet Nederland nú
extra maatregelen nemen. D66 stelt voor de lerarenopleiding te
verbeteren, docenten meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid te
geven, de arbeidsvoorwaarden van leraren op te schroeven en om
tijdelijk extra leraren op scholen aan te nemen die na 2007 de grote
pensioneringsgolf kunnen opvangen.
De kenniseconomie en de kennissamenleving beginnen met goed onderwijs.
Goed onderwijs staat of valt met goede, professionele mensen voor de
klas. De vraag is echter of die professionele leraren in de nabije
toekomst nog wel in voldoende mate voorhanden zullen zijn. Alles wijst
er op dat we binnen enkele jaren opnieuw te maken gaan krijgen met een
groot lerarentekort. Dit keer ten gevolge van de (pre) pensionering
van een fors deel van het huidige bestand aan leraren. En dat terwijl
de desastreuze gevolgen van het vorige lerarentekort nog steeds
doorwerken. De vereisten voor het leraarschap zijn in die tijd
(periode 2000- 2003) steeds verder naar beneden geschroefd: een groot
aantal onbevoegden voor de klas, onderwijsassistenten zonder
begeleiding voor de klas en mbo3-ers met een te laag niveau aan
vooropleiding naar de Pabo. Begrijpelijk wellicht vanuit de situatie
van het tekort aan leraren, maar uiteindelijk desastreus voor de
kwaliteit van het onderwijs en het beroep van leraar. Dit heeft het
imago van het leraarschap ook geen goed gedaan. D66 wil ten koste van
alles voorkomen dat Nederland over 2 jaar weer in exact dezelfde
situatie belandt en dat wederom dit type kwaliteitsondermijnende
noodmaatregelen nodig zullen blijken te zijn. Ook andere
noodmaatregelen die we eerder zagen, zoals extra vrije dagen,
lesuitval en grotere klassen, zijn een nachtmerriescenario.
Kwantiteit
Inmiddels is de jaarlijkse trendnota "Werken in het onderwijs"
verschenen.
Minister van der Hoeven wekt in deze nota de indruk dat het komende
tekort mee valt. Er is reden om aan die conclusie te twijfelen.
Weliswaar lijken de tekorten in het basisonderwijs iets minder groot
dan eerder voorspeld maar de laatste cijfers geven aan dat ook in het
basisonderwijs wel degelijk flinke tekorten te verwachten zijn als de
economie aantrekt zoals de verwachting is.
In het voortgezet onderwijs is de situatie erger. Ook als de economie
tegenzit krijgen we daar in de komende 10 jaar te maken met zeer
ernstige tekorten. Bij hoogconjunctuur zal het tekort in de jaren 2010
tot 2015 oplopen naar 8 tot 10%.
Zelfs op dit moment zijn er in het voortgezet onderwijs al een aantal
niet te onderschatten problemen. Voor Duits, klassieke talen, natuur-
en scheikunde zijn nog maar moeilijk leraren te vinden. In de steden
en op de vmbo's wordt nu al een flink tekort ervaren.
Kwaliteit
Naast een kwantitatief probleem is er ook een groot kwalitatief
probleem zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs.
Uit de visitatierapporten van het basisonderwijs is gebleken dat
studenten aan de Pabo over volstrekt onvoldoende kennis van
Nederlandse taal en rekenen beschikken. Soms niet meer dan het niveau
van groep 8 van het basisonderwijs. Voorts is 20% van de leerkrachten
in het voortgezet onderwijs onbevoegd of onderbevoegd. Een groot deel
van hen (16%)geeft les in een vak waarvoor ze niet bevoegd zijn.
Bovendien lijkt het opleidingsniveau steeds verder te dalen. "het
gemiddelde opleidingsniveau van het personeel in het onderwijs is de
laatste jaren gedaald. Dit komt enerzijds door een grote toename van
onderwijsondersteunend personeel. (..) De tweede oorzaak van de daling
van het opleidingsniveau is dat er minder academisch gevormde leraren
in het voortgezet onderwijs werken. In de marktsector doet zich
overigens juist het tegenovergestelde voor. Daar stijgt in de meeste
sectoren het gemiddelde opleidingsniveau."(nota werken in het
onderwijs 2006)
Het probleem van het geringe aantal academisch gevormden in het
onderwijs zal met zekerheid alleen maar groter worden omdat het nieuwe
functiewaarderingssysteem "Fuwasys onderwijs" de academisch geschoolde
leraar nauwelijks nog perspectief biedt op een zogenaamde 12 functie.
Alle reden dus om ons niet door de minister in slaap te laten sussen
maar hard aan de slag te gaan. D66 doet hierbij een aantal concrete
voorstellen die kunnen bijdragen aan onderwijs met voldoende goed
geschoolde leerkrachten.
1) Verbeter de kwaliteit van de lerarenopleiding door het stellen van
hogere eisen aan instroom en opleiding
2) Verbeter de arbeidsvoorwaarden van leraren
3) Neem tijdelijk leraren boventallig in dienst in het basisonderwijs
4) Vertrouw op de professionaliteit van de leraar
1 - Verbeter de kwaliteit van de lerarenopleiding
In Nederland kun je kiezen voor drie soorten lerarenopleiding. Twee op
HBO-niveau (voor respectievelijk basisonderwijs en voortgezet
onderwijs) en een op universitair niveau. De kwaliteit van de
lerarenopleidingen is door zowel de NVAO (Nederland-Vlaamse
Accreditatieorganisatie) als door visitatiecommissies zwaar
bekritiseerd. Dat is onacceptabel want leraren moeten de volgende
generatie van Nederland opleiden. Een van de belangrijkste opdrachten
is dus ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de instroom en van de
opleiding verbetert. In de overtuiging ook dat dit de
aantrekkelijkheid van de opleiding zal vergroten. Wie wil er immers
naar een opleiding die geen maatschappelijk aanzien heeft, die bekend
staat als een opleiding voor "kneusjes"?
Eerder zijn er al nieuwe initiatieven opgepakt waaronder de lio-ers
(leraar in opleiding), de zij-instromers en het opleiden binnen de
school. Kansrijke initiatieven maar de kwaliteit moet wel gewaarborgd
zijn. Gelet op het oordeel van visitatiecommissies en
Onderwijsinspectie is dat op dit moment onvoldoende het geval.
D66 stelt daarom het volgende voor:
a) Toelatingseisen tot de Pabo verhogen: havo plus wiskunde A
De lerarenopleiding moet een stevige opleiding zijn. Het is belangrijk
dat er eisen gesteld worden aan diegenen die aan de opleiding beginnen
zeker op het gebeid van rekenen en taal.
D66 wil niet dat MBO-3 niveau nog toegang geeft tot de Pabo. Dat
niveau is te laag en heeft het niveau van de Pabo in de afgelopen tijd
omlaag gehaald.
D66 is bovendien van mening dat alleen studenten moeten worden
toegelaten die tenminste in het bezit zijn van een havo-diploma met
wiskunde A. Voor mensen die vanuit het MBO 4 toestromen geldt dat zij
dit niveau zullen moeten aantonen middels een toelatingsexamen.
b) Opleidingen die tekort schieten krijgen niet meer eindeloos de tijd
zich te verbeteren
Wat D66 betreft moeten de opleidingen die ernstig tekort schieten
binnen een jaar aantonen dat ze verbeterd zijn anders moet de
opleiding dicht. Ieder jaar tijdsverlies is immers weer een lichting
slecht opgeleide docenten die incompetent voor de klas komt te staan.
c) Vakkennis weer meer centraal
Tijdens de opleiding moet vakkennis weer centraal komen te staan. En
de kennis moet op onderling vergelijkbare wijze worden getoetst. Het
accent ligt nu veel te zwaar op uitsluitend pedagogische vaardigheden.
Het is goed dat daar meer aandacht voor is gekomen maar op dit moment
is de balans volkomen doorgeschoten. Was er 10 jaar geleden nog sprake
van 80% vakkennis en 20% pedagogische vaardigheden, inmiddels is dat
zo ongeveer omgekeerd. De basis van het onderwijs is het overdragen
van kennis. Didactische en pedagogische vaardigheden zijn daarbij een
nuttig en noodzakelijk hulpmiddel maar geen eigenstandig goed.
d) Universitaire lerarenopleidingen moeten aantrekkelijker worden
Daarnaast is het belangrijk dat er weer meer universitair opgeleide
docenten komen in plaats van minder. Het gemiddelde opleidingsniveau
van leraren is de laatste jaren gedaald terwijl je in de marktsector
het tegenovergestelde ziet. Opvallend is bovendien dat de helft van de
studenten die aan de universitaire opleiding begint die niet af maakt.
Dat kan alleen maar betekenen dat ofwel de opleiding niet
aantrekkelijk is (om wat voor redenen dan ook) of dat de
beroepspraktijk toch erg tegenvalt. Eerst zal moeten uitgezocht waar
dit aan ligt voordat hier maatregelen mogelijk zijn .
2 - Verbeter de arbeidsvoorwaarden van leraren
Goed salaris
De maatschappelijk waardering voor een beroep hangt samen met de
beloning. Bij een stevige opleiding en een zwaar en complex beroep
hoort een goed salaris. Voorkomen moet worden dat opnieuw grote
achterstanden in salariëring worden opgebouwd ten opzichte van de
marktsector. Zodra het economisch weer beter gaat worden daardoor de
beste leerkrachten als eerste naar andere sectoren weggezogen. Dat is
gebeurd in de periode 2000 - 2003 en zonder maatregelen gebeurt het
straks opnieuw.
D66 heeft er daarom bij de minister op aangedrongen dat zij in de
CAO-onderhandelingen niet vasthoudt aan 0% loonsverhoging voor leraren
in het basis en voortgezet onderwijs. Gelukkig lijkt die ruimte er nu
te komen.
Functiedifferentiatie: leraar aan de top
Daarnaast is het belangrijk dat er ruimte komt voor meer
functiedifferentiatie. Daarbij is ons uitgangspunt dat alle niet
lesgevende taken, ook de coördinerende en de managementtaken
ondersteunend zijn aan het primaire proces van lesgeven. Dat vraagt
een omslag in denken en belonen. De leraar bungelt momenteel onderaan
in de hiërarchie. Het is te gek voor woorden dat in het onderwijs
alleen carrière te maken is als er geen of minder onderwijs wordt
gegeven. Voor D66 is er in het onderwijs geen hogere functie denkbaar
dan die van goed opgeleide en excellente leraar die in de klas staat.
D66 stelt daarom voor dat er een ander functiewaarderingsysteem komt
dat meer recht doet aan het belang van de positie van de leraar.
Permanente bijscholing moet een belangrijk criterium worden in een
dergelijk functie- en beloningssysteem.
Schaal 12 terug
In het onderwijs zijn nauwelijks nog 12 functies (LD). En al helemaal
niet voor diegenen die uitsluitend les geven. Ook niet als ze dat heel
erg goed doen en zich voortdurend bijscholen. Als academici
doorkrijgen dat er geen schaal 12 functies meer te vergeven zijn en
dat vakkennis slechts marginaal meetelt zullen zij het leraarschap en
het voortgezet onderwijs echt helemáál voor gezien houden.
D66 stelt daarom voor om weer meer schaal 12 functies in te bouwen
voor goed opgeleide en excellente leraren.
Bonus voor wie voor het onderwijs kiest
Door het geven van zo'n bonus na drie jaar lesgeven en niet bij
aanvang van de studie voorkom je pretstudenten die een studie
uitkiezen op basis van een financiële prikkel. Maar tegelijkertijd doe
je toch iets extra's om te bevorderen dat mensen die volledig bevoegd
zijn, minder snel kiezen voor een baan buiten het onderwijs. En als je
eenmaal drie jaar in het onderwijs werkzaam bent mag je ervan uitgaan
dat er ook een verbondenheid
3 - Neem tijdelijk leraren boventallig in dienst en laat Pabo
leerkrachten doorstromen naar het vmbo
Op dit moment is er een bizarre situatie in het basisonderwijs gaande.
Een licht overschot aan leraren maar wel een perspectief van grote
tekorten over enkele jaren. Afgestudeerde Pabo-leerkrachten kunnen nu
soms geen werk vinden in het basisonderwijs. Zij zijn daardoor
gedwongen om elders werk te zoeken. Met als gevolg dat wanneer het
tekort zich over enkele jaren aandient, deze mensen niet meer voor het
onderwijs beschikbaar zijn. D66 pleit er daarom voor dat deze mensen
tijdelijk boventallig in dienst genomen kunnen worden tot het moment
dat de uitstroom aan leraren die met pensioen gaan op gang komt. Op
deze manier voorkom je dat mensen noodgedwongen een baan buiten het
onderwijs gaan zoeken.
Laten we afgestudeerden een traineeship aanbieden op scholen waar de
grootste tekorten verwacht gaan worden. Dat lost het probleem van het
voortgezet onderwijs vanzelfsprekend nog niet op.
Om ook voor het voortgezet onderwijs iets te doen zou het goed zijn om
leraren die dat willen en kunnen vanuit het basisonderwijs te laten
doorstromen naar het voortgezet onderwijs. Daar worden immers de
allergrootste tekorten verwacht. Een toename van de doorstroom van
leraren met ten minste een aantal jaren ervaring basisonderwijs naar
het voortgezet onderwijs en zeer speciaal het vmbo komt ook de
doorstroming op de basisscholen ten goede. Er ontstaat op deze wijze
ruimte voor pas afgestudeerden van de Pabo. In het voortgezet
onderwijs (VMBO) krijgen scholen extra leerkrachten. Bovendien komt er
ruimte voor functiedifferentiatie: oudere/meer ervaren leraren kunnen
worden ingezet bij de begeleiding van de nieuwe collega's.
D66 zal bij de algemene beschouwingen met concrete voorstellen op dit
punt komen.
4 - Vertrouw op de professionaliteit van de leraar
Op dit moment worden veel taken van het ministerie overgedragen aan de
scholen zelf. Dat is toe te juichen. De wijze waarop dat in de
praktijk uitpakt baart ons echter zorgen. Nog steeds worden plannen
van boven gedropt. Weliswaar niet meer vanuit Den Haag maar door
besturen van scholen. Als het ministerie alleen maar vervangen wordt
door een ver weg gelegen schoolbestuur dat alle beslissingen zelf
blijft nemen en leerkrachten nog steeds geen ruimte gunt, dan winnen
we niets. Leraren, leerlingen en ouders moeten centraal staan. Niet
alleen in mooie beleidsvoornemens maar ook in de dagelijkse praktijk.
Geef hen daadwerkelijke (mede-) zeggenschap over de werkwijze en de
pedagogische aanpak van de school. Geef ruimte voor de
professionaliteit van de leraar.
Onderwijsvernieuwingen moeten op de werkvloer ontstaan. Niet van
bovenaf worden opgelegd. Op dit moment zie je dat
onderwijsadviesbureau's plannen ontwikkelen, allerlei varianten op het
nieuwe leren, die vervolgens aan het hele onderwijsveld worden
opgedrongen op dezelfde wijze als vroeger blauwdrukken uit Den Haag
kwamen. D66 maakt zich daar ernstig zorgen over.
Een voorbeeld is team-teaching. Op zich een prima en nuttig instrument
maar het biedt de mogelijkheid om rondom 1 bevoegde leraar een aantal
onbevoegde leerkrachten te zetten die met elkaar een "bevoegd team"
vormen. Bevoegd omdat slechts één iemand uit het team bevoegd is.
Leraren die hierop kritiek uitoefenen worden al snel weggezet als
behoudend en niet flexibel terwijl de kritiek voortkomt uit
bezorgdheid over de kwaliteit van ons onderwijs.
Van onderop zou moeten betekenen dat uitsluitend vernieuwingen die
door leerkrachten gedragen worden, daadwerkelijk worden ingevoerd.
Leerkrachten moeten de initiators en bondgenoten van
onderwijsvernieuwingen worden, niet de slachtoffers.
21-9-2005 15:49