VROM leidt project Transgene gewassen
In 2006 start het door VROM geleide zevenjarige project 'Transgene gewassen'. Dit project is erop gericht een ecologisch onderzoeksprogramma op te zetten dat noodzakelijk is om de milieurisicobeoordeling van toekomstige transgene gewassen in te richten.
Deze kennis is nodig om de milieurisicobeoordeling van genetisch gemodificeerde planten te verbeteren en is essentieel om de kansen die de plantenbiotechnologie voor Nederland biedt, verantwoord te benutten. Het onderzoeksprogramma omvat drie aandachtsgebieden, te weten voedselwebrelaties, bodemecologie en uitkruising/verwildering. Zo zullen de milieu-effecten van genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) die in het milieu worden geïntroduceerd, worden vergeleken met de milieueffecten die de gangbare landbouw heeft op het milieu. Ook zullen de milieueffecten van GGO's die in laboratoria worden gebruikt, worden vergeleken met de milieueffecten die werkzaamheden met wildtype-organismen hebben op het milieu. De Nederlandse overheid heeft voor dit project jaarlijks 2 miljoen euro begroot.
Veerman: warm hart voor biotechnologie Verder stelt minister Veerman in de LNV-begroting 'blijf ik biotechnologie een warm hart toedragen'. Er dient op verantwoorde wijze ruimte te worden geboden aan biotechnologische toepassingen die een oplossing bieden voor maatschappelijke problemen. Biotechnologie kan vanuit dit perspectief een belangrijke bijdrage leveren aan innovatie, milieuontlasting en economisch perspectief. Via biotechnologie verkregen producten kunnen belangrijke voordelen bieden voor boeren, verwerkende industrie, en vervolgens ook voor de consument. Wel dienen handel en verwerking van door de EU toegelaten GGO-gewassen vanzelfsprekend veilig te zijn voor mens, dier en milieu.
Coëxistentie
Om de coëxistentie van de drie teeltmethoden (gangbaar, biologisch en genetisch gemodificeerd) te faciliteren blijft de Nederlandse overheid ernaar streven om convenantafspraken tussen de belangengroepen tot stand te laten komen. Afspraken daartoe dienen naar de mening van de minister van LNV niet op centraal niveau gemaakt te worden, maar allereerst lokaal door de betrokken telers onder elkaar.
Etikettering
VWS stelt dat de etiketteringregelgeving moet worden verbeterd, waardoor de consument adequater wordt geïnformeerd en tevens de administratieve lasten voor het bedrijfsleven worden beperkt. Voedselketens moeten transparant en traceerbaar zijn, en dit geldt ook voor ketens van voedingsmiddelen die afkomstig zijn van ggo's en nieuwe voedselingrediënten.
Sluit venster