| | | |
|RAAD VAN | |NL | |DE EUROPESE UNIE | | |Brussel, 20 september 2005
12324/05 (Presse 234) P 101/05
(OR. en)
PERSMEDEDELING
Betreft: verklaring over situatie in Somalië
Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de situatie in Somalië
De Europese Unie (EU) staat volledig achter de eerste minister van de federale overgangsregering van Somalië en zijn initiatief, zoals uiteengezet in zijn brief van 13 september aan de ministers in Mogadishu, om na overleg regelmatig bijeenkomsten van de ministerraad te beleggen in Mogadishu. Dit initiatief komt geheel voor rekening van Somalië en de EU verzoekt de ministers in Mogadishu met klem om er positief op te reageren. De EU heeft tot haar tevredenheid vernomen dat de internationale gemeenschap van donorlanden dit initiatief zal financieren.
De EU acht dit een zeer belangrijke stap op weg naar een oplossing voor de problemen waarmee de federale overgangsinstellingen nog te kampen hebben en naar een ware dialoog waaraan iedereen kan deelnemen. De EU dringt er bij Somalië op aan om de door dit initiatief geboden kans niet te laten liggen, en benadrukt dat alle partijen hun meningsverschillen opzij moeten zetten (en met name iedere dreiging van een gewelddadig conflict moeten voorkomen) teneinde te bewerkstelligen dat de ministerraad, het parlement en andere belangrijke partijen in Somalië allen op transparante wijze samenwerken.
De Europese Unie blijft echter verontrust over recente meldingen van militaire activiteit en ophitsende verklaringen (met name van de zijde van extremisten) en over de daaruit voortvloeiende toename van de spanningen in Somalië. In dit verband staat de EU volledig achter de verklaring van
8 september van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor Somalië, de heer François Lonseny Fall, dat een militaire oplossing voor de problemen waarmee de Somalische federale instellingen te kampen hebben, uitgesloten is.
De internationale gemeenschap heeft zwaar geïnvesteerd in het Somalische verzoeningsproces, en blijft bereid de federale overgangsinstellingen te helpen in hun pogingen om van Somalië weer een functionerende staat te maken. Iedere terugkeer naar geweld zal echter onvermijdelijk het verzoeningsproces terugdraaien en de geboekte vooruitgang tenietdoen.
Derhalve roept de EU alle partijen op om af te zien van militaire voorbereidingen, geen ophitsende verklaringen af te leggen en zich in te zetten voor een vreedzame oplossing van hun geschillen middels een dialoog waaraan iedereen deelneemt. Er moet met name een Somalisch leger worden opgericht in het kader van een nationaal veiligheids- en stabilisatieplan dat door de nationale veiligheidsraad moet worden opgesteld, in aansluiting op de verklaring van de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad van
14 juli 2005.
Tot slot herhaalt de EU dat het federale overgangshandvest en de federale overgangsinstellingen, die het resultaat zijn van de Somalische nationale verzoeningsconferentie, het enige kader zijn waarin de internationale gemeenschap het opzetten van een bestuur in Somalië kan steunen.
De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten Turkije en Kroatië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië blijft deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.