RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
C/05/222
Brussel, 19-20 september 2005
11933/05 (Presse 222)
PERSMEDEDELING
2677e zitting van de Raad
Landbouw en Visserij
Brussel, 19-20 september 2005
Voorzitter mevrouw Margaret BECKETT
Minister van Milieubeheer, Voedselvoorziening en Plattelandszaken van
het Verenigd Koninkrijk
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
In de marge van de Raad vond een informele bijeenkomst over de
suikersector plaats met de ministers van de suikerproducerende staten
in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de minst
ontwikkelde landen (MOL's). Tijdens deze bijeenkomst werden de
juridische en politieke aspecten van de Commissievoorstellen voor de
hervorming van de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) voor suiker
besproken, alsmede voorgestelde prijsdalingen, de sociaal-economische
gevolgen van de hervorming voor deze landen en het ACS-actieplan en de
begeleidende maatregelen.
De Raad heeft onder de A-punten de Verordening inzake steun voor
plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013 aangenomen. De Raad
heeft eveneens een beschikking aangenomen betreffende het bestaan van
een buitensporig tekort in Portugal, een richtlijn betreffende het
witwassen van geld en de financiering van terrorisme en een richtlijn
betreffende grensoverschrijdende fusies.
INHOUD^1
DEELNEMERS 6
BESPROKEN PUNTEN
GM 1507 8
AUTOWRAKKEN 8
MIDDELLANDSE ZEE (13406/03) 8
MAATREGELEN VOOR HET HERSTEL VAN DE VISBESTANDEN 8
DIVERSEN 9
- Economische problemen in de visserijsector 9
- Ansjovisbestand in ICES-deelgebied VIII 10
- Aviaire influenza 10
- Granen 11
- Groenten en fruit 11
- Regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB) 12
- Wereldhandelorganisatie (WTO) 12
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
LANDBOUW
Fonds voor plattelandsontwikkeling * 14
Biologische productie van landbouwproducten 15
VISSERIJ
EU/Comoren - Voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling
van de vangstmogelijkheden * 16
Bescherming van koudwaterkoraalriffen * 16
EXTERNE BETREKKINGEN
Belarus - Beperkende maatregelen 16
Egypte, Jordanië, Marokko en Tunesië - Associatieovereenkomsten 17
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN
Portugal - Buitensporig tekort 17
Witwassen van geld en financiering van terrorisme * 17
JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN
Informatie-uitwisseling in verband met strafbare feiten van
terroristische aard 18
Europese Politieacademie * 18
Denemarken - Samenwerking in burgerlijke en handelszaken 18
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
EU/Noorwegen - Liberalisering van de bilaterale handel in
landbouwproducten 18
Samenwerking op specifieke gebieden 18
HANDELSPOLITIEK
EU/Belarus - Textielproducten 19
Oploskoffie - Tariefcontingent 19
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Oost-Timor - Europees Ontwikkelingsfonds - ACS-landen 19
UITBREIDING
Roemenië - Douane-unie - Goederenverkeer 19
INTERNE MARKT
Grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen * 20
Maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes *
20
Beperkingen van het op de markt brengen en van het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen 20
STATISTIEK
Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek * 21
BENOEMINGEN
Comité van de Regio's 21
Economisch en Sociaal Comité 22
TRANSPARANTIE
Toegang van het publiek tot documenten van de Raad 22
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als
volgt vertegenwoordigd:
België:
mevrouw Sabine LARUELLE minister van Middenstand en Landbouw
de heer Yves LETERME minister-president van de Vlaamse regering en
Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij
en Plattelandsbeleid
Tsjechië:
de heer Petr ZGARBA minister van Landbouw
Denemarken:
de heer Hans Christian SCHMIDT minister van Voedselvoorziening,
Landbouw en Visserij
Duitsland:
de heer Alexander MÜLLER secretaris, ministerie van
Consumentenbescherming, Voedselvoorziening en Landbouw
Estland:
de heer Tiit NABER plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Griekenland:
de heer Evangelos BASIAKOS minister van Plattelandsontwikkeling en
Voedselvoorziening
Spanje:
mevrouw Elena ESPINOSA MANGANA minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening
Frankrijk:
de heer Dominique BUSSEREAU minister van Landbouw en Visserij
Ierland:
mevrouw Mary COUGHLAN minister van Landbouw en Voedselvoorziening
de heer Pat the COPE GALLAGHER onderminister, ministerie van
Communicatie, Mariene Aangelegenheden en Hulpbronnen (belast met
Mariene Aangelegenheden)
Italië:
de heer Giovanni ALEMANNO minister van Land- en Bosbouw
de heer Paolo SCARPA BONAZZA BUORA staatssecretaris van Land- en
Bosbouw
Cyprus:
de heer Efthymios EFTHYMIOU minister van Landbouw, Natuurlijke
Rijkdommen en Milieu
Letland:
de heer Martins ROZE minister van Landbouw
Litouwen:
mevrouw Kazimira Danute PRUNSKIENE minister van Landbouw
Luxemburg:
de heer Fernand BODEN minister van Land- en Wijnbouw en
Plattelandsontwikkeling, minister van Middenstand, Toerisme en
Volkshuisvesting
mevrouw Octavie MODERT staatssecretaris van Parlementszaken,
staatssecretaris van Land- en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling,
staatssecretaris van Cultuur, Hoger Onderwijs en Onderzoek
Hongarije:
de heer József GRÁF minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling
Malta:
de heer George PULLICINO minister van Plattelandszaken en Milieubeheer
de heer Martin BUGELLI eenheid Landbouw en Visserij, Permanente
Vertegenwoordiging
Nederland:
de heer Cornelis Pieter VEERMAN minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit
Oostenrijk:
de heer Josef PRÖLL minister van Land- en Bosbouw, Milieubeheer en
Waterhuishouding
Polen:
de heer Józef Jerzy PILARCZYK minister van Landbouw en
Plattelandsontwikkeling
Portugal:
de heer Jaime SILVA minister van Landbouw, Plattelandsontwikkeling en
Visserij
Slovenië:
mevrouw Marija LUKACIC minister van Land- en Bosbouw en
Voedselvoorziening
Slowakije:
de heer Marián RADOSOVSKY staatssecretaris, ministerie van Landbouw
Finland:
de heer Juha KORKEAOJA minister van Land- en Bosbouw
Zweden:
mevrouw Ann-Christin NYKVIST minister van Landbouw
Verenigd Koninkrijk:
mevrouw Margaret BECKETT minister van Milieubeheer, Voedselvoorziening
en Plattelandszaken
de heer Ben BRADSHAW staatssecretaris, ministerie van Milieubeheer,
Voedselvoorziening en Plattelandszaken
Commissie:
mevrouw Mariann FISCHER BOEL lid
de heer Louis MICHEL lid
de heer Joe BORG lid
De regeringen van de toetredende staten waren als volgt
vertegenwoordigd:
Bulgarije:
de heer Dimitar PEITCHEN onderminister van Landbouw
Roemenië:
de heer Mugur CRACIUN staatssecretaris van Land- en Bosbouw en
Plattelandsontwikkeling
BESPROKEN PUNTEN
GM 1507
De Raad heeft geen gevolg kunnen geven aan het Commissievoorstel
inzake maïs van lijn 1507 (10785/05), daar er geen gekwalificeerde
meerderheid kon worden gevonden.
Eerder dit jaar is door Pioneer Hi-Bred International, INC en door
Mycogen Seeds bij de bevoegde instantie van Nederland (referentie
C/NL/00/10) een kennisgeving ingediend betreffende het in de handel
brengen van een genetisch gemodificeerd maïsproduct (Zea mays L., lijn
1507).
De kennisgeving betreft de invoer en het gebruik op dezelfde wijze als
alle andere maïskorrels inclusief het gebruik in voeder, met
uitzondering van de teelt en toepassingen als of in levensmiddelen, in
de Gemeenschap van variëteiten die zijn afgeleid van de
1507-transformatiestap.
AUTOWRAKKEN
De Raad heeft de beschikking tot wijziging van bijlage II bij
Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende
autowrakken (11299/05+ REV 1 (de)) met gekwalificeerde meerderheid
aangenomen. De Deense en de Finse delegatie stemden tegen en de
Spaanse en de Zweedse delegatie onthielden zich. De Raad kwam ook
overeen de verklaring in 11756/1/05 REV I ADD 1 in zijn notulen op te
nemen. De richtlijn verbiedt het gebruik van lood, kwik, cadmium en
zeswaardig chroom in materialen en onderdelen van voertuigen. Bijlage
II van de richtlijn voorziet in vrijstellingen van dit algemene
verbod. De beschikking houdt in dat een aantal vrijstellingen niet
langer verlengd wordt omdat het gebruik van lood, kwik, cadmium en
zeswaardig chroom inmiddels kan worden vermeden in de betreffende
toepassingen. De beschikking herziet ook de einddatum van de
geldigheidsduur van de vrijstelling, zodat in de toekomst kan worden
nagegaan of het gebruik van de verboden stoffen nog steeds
onvermijdelijk is.
MIDDELLANDSE ZEE (13406/03)
De Raad is overeengekomen tijdens een volgende zitting op dit dossier
terug te komen.
MAATREGELEN VOOR HET HERSTEL VAN DE VISBESTANDEN
De ministers wisselden van gedachten over de discussienota van het
voorzitterschap betreffende opties en beginselen voor het verbeteren
van de maatregelen tot herstel van de bestanden.
Om de Raadswerkzaamheden vooraf te plannen ("front loading") en ter
voorbereiding op de bespreking in de Raadszitting van december over de
totaal toegestane vangsten (TACs) en quota voor 2006, heeft het
voorzitterschap de delegaties een aantal mogelijkheden voorgelegd.
Commissielid Borg herinnerde vooreerst aan de sterke overbevissing van
de kabeljauwbestanden en verklaarde dat er wellicht verdere
maatregelen nodig zullen zijn voor het herstel van deze bestanden,
zoals een algehele vermindering van het aantal dagen op zee, het
stellen van gesloten gebieden en administratieve sancties.
De delegaties kregen in de Raadszitting drie vragen voorgelegd:
* Indien het wetenschappelijk advies voor 2005 luidt dat de
visserijsterfte voor de belangrijkste bestanden verder moet worden
teruggedrongen, zou de Raad dan instemmen met strengere
beperkingen van de visserij in 2006?
De meeste delegaties benadrukten dat een bestudering van
geactualiseerde en betrouwbare wetenschappelijke gegevens nodig is
alvorens er maatregelen kunnen worden genomen. Verscheidene delegaties
drongen aan op de toepassing van de bestaande wetgevingsinstrumenten
en de beoordeling van hun effect, in plaats van extra maatregelen.
* Zo ja, wat zou dan de meest aangewezen maatregel of combinatie van
maatregelen zijn?
Een aantal delegaties plaatste vraagtekens bij de sluiting van
visserijgebieden en waarschuwde voor een mogelijke verplaatsing van de
visserijdruk naar andere visserijgebieden en soorten. Sommige
delegaties verzochten de zeedagenregeling in haar geheel opnieuw te
bezien. Enkele delegaties stelden voor, een premie toe te kennen aan
vissers die gebruik maken van selectiever vistuig.
* Moeten er extra controlemaatregelen worden ingevoerd, zoals een
meer algemeen gebruik van administratieve sancties?
Vele delegaties zagen wel wat in mogelijke administratieve sancties,
maar benadrukten dat de bevoegdheden van de lidstaten niet mogen
worden geschonden. Verscheidene delegaties drongen aan op een correcte
en onverkorte toepassing van de bestaande sancties en op betrouwbare
controles, in het bijzonder op de aanlandingen en de verkoop van vis.
DIVERSEN
* Economische problemen in de visserijsector
De Raad nam nota van de uiteenzetting van het Commissielid over de
economische problemen in de visserijsector en van een groot aantal
delegaties.
Commissielid Borg verklaarde dat bijstand op korte termijn kan worden
verleend binnen het huidige financiële kader van het
financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), via
bestaande instrumenten zoals de steun voor tijdelijke beëindiging van
de visserijactiviteit met het oog op een vermindering van de
exploitatiekosten voor een bepaalde tijd, of de financiering van nieuw
vistuig. Op de middellange en lange termijn bepleitte hij structurele
ingrepen zoals het gebruik van visserijtechnieken waarmee minder
brandstof wordt verbruikt, naast verder onderzoek inzake
brandstofefficiëntie en alternatieve energiebronnen. Hij wees er ook
op dat de door de lidstaten verleende 'de minimis'-steun voor de
visserijsector, namelijk 3000 euro over drie jaar voor een bepaalde
onderneming, ontoereikend is. Ten slotte kondigde hij aan dat voor het
einde van dit jaar aan het college van Commissieleden een voorstel met
een aantal structuurmaatregelen zal worden voorgelegd.
Voor de lange termijn stonden vele delegaties achter een
milieuvriendelijke benadering, waarin het zwaarte punt ligt op motoren
en vistuig die minder brandstof verbruiken en op het gebruik van
duurzame energie. Sommige delegaties benadrukten dat de
vlootcapaciteit moet worden beperkt. Een aantal delegaties sprak zijn
steun uit voor een heroverweging van de 'de minimis'-steun, terwijl
andere benadrukten dat een gelijke behandeling van belang is om
concurrentieverstoring tussen de lidstaten te voorkomen.
De gevolgen van de verhoging van de brandstofprijzen voor de
visserijsector zijn reeds verscheidene malen aan de orde gesteld,
meest recentelijk in oktober 2004 door Frankrijk en in juni 2005 door
België. De Commissie bleek weinig genegen maatregelen met betrekking
tot exploitatiekosten te nemen. Zij herinnerde de lidstaten eraan dat
nationale maatregelen in overeenstemming dienen te zijn met de
voorschriften inzake overheidssteun.
* Ansjovisbestand in ICES-deelgebied VIII
De Raad nam nota van de opmerkingen van Frankrijk, Spanje en de
Commissie in het licht van het jongste wetenschappelijk advies en kwam
overeen in december op het onderwerp terug te komen.
De Franse delegatie was bezorgd over de verlenging van 3 oktober tot
en met 31 december 2005 van de sluiting van de ansjovisvisserij in de
Golf van Biskaje. Zij herinnerde de Commissie aan haar alternatieve
voorstellen, met name een sluiting van een beperkt paaigebied in de
Golf van Biskaje. Zij verzocht de Commissie rekening te houden met de
indirecte gevolgen die de sluiting zal hebben voor andere bestanden en
voor de markt. Daarnaast verzocht deze delegatie ook om een hogere
financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de opslagkosten voor witte
tonijn - 40% in plaats van 18% van de totale kosten - gelet op het
toenemende aantal ansjovisvissers die na de sluiting van de
ansjovisvisserij op witte tonijn overschakelen.
De Spaanse delegatie erkende dat de sluiting van de ansjovisvisserij
met economische verliezen gepaard zal gaan, maar stond achter een
voorzichtige benadering op grond van betrouwbare wetenschappelijke
gegevens. Deze delegatie deelde mee dat dit najaar tijdens een
gezamenlijke wetenschappelijke onderzoeksmissie met Frankrijk zal
worden nagegaan welke adequate maatregelen zullen moeten worden
genomen alvorens het gebied uiteindelijk officieel opnieuw voor de
visserij wordt opengesteld.
Commissielid Borg rechtvaardigde de verlenging tot het einde van het
jaar van de sluiting - die aanvankelijk drie maanden zou duren,
namelijk van juli tot eind september - op grond van de zeer slechte
toestand van het ansjovisbestand in de Golf van Biskaje. Het
alternatief van een gesloten paaigebied, zoals door de Franse
delegatie voorgesteld, wees hij af.
De Commissie heeft op 1 juli 2005 besloten de visserij op ansjovis in
ICES-deelgebied VIII voor drie maanden te verbieden en heeft naar
aanleiding van het wetenschappelijk advies van het Wetenschappelijk,
Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) op 13
september aangekondigd voornemens te zijn om het huidige verbod te
verlengen tot eind december 2005. Volgens het WTECV zou het
visserijverbod nog dienen te gelden tot juli 2006.
* Aviaire influenza
De Raad nam nota van de door de Commissie verstrekte informatie
(12290/05) over de situatie inzake aviaire influenza en over het
initiatief van de VS "International Partnership on Avian and Pandemic
Influenza". Het voorzitterschap is voornemens tijdens een volgende
zitting op het onderwerp terug te komen, met name in het licht van wat
in de voorbereidende Raadsinstanties naar voren zal worden gebracht
tijdens de bespreking van het Commissievoorstel voor een richtlijn van
de Raad betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van
aviaire influenza. Het voorzitterschap wenst tot overeenstemming te
komen over het Commissievoorstel zodra het Europees Parlement advies
heeft uitgebracht (uiterlijk in december).
* Granen
De Poolse delegatie verzocht de Commissie zorg te dragen voor een
snelle opruiming van de marktoverschotten van Midden-Europa, bij
voorkeur door middel van aanbestedingen op de vrije markt in plaats
van door middel van aankoop voor interventievoorraden (12257/05 en
12291/05). De Franse, de Tsjechische, de Slowaakse en de Hongaarse
delegaties steunden het Poolse voorstel.
De Zweedse delegatie was het ermee eens dat een andere aanpak nodig is
en stelde voor om het interventiesysteem af te schaffen.
De Oostenrijkse delegatie verzocht de interventiecriteria voor granen
bij te stellen, gezien de slechte weersomstandigheden van dit jaar en
de slechte kwaliteit van de graanoogst die daarvan het gevolg is. Zij
drong erop aan dat deze bijstelling zo spoedig mogelijk zou
plaatsvinden. De Tsjechische, de Slowaakse en de Hongaarse delegatie
steunden de Oostenrijkse delegatie.
Wat het Poolse verzoek betreft, zei Commissielid Fischer-Boel dat haar
instelling zich terdege bewust is van de gevoelige situatie voor de
graanvoorraden in Polen en Midden-Europa. Zij herinnerde de Raad eraan
dat na de recordoogst van vorig jaar de totale hoeveelheid
interventiegraan 15,9 miljoen ton beliep, waarvan 885.000 ton graan
uit Polen afkomstig was. Zij wees er evenwel op dat de huidige
gemeenschappelijke marktordening voor granen met twee elkaar
aanvullende instrumenten werkt, die elk een eigen rol hebben, namelijk
het in aanmerking nemen en opslaan van graanoverschotten voor
interventie en de verkoop van graan op de vrije markt met restituties
bij uitvoer. Deze dynamische, gecombineerde benadering, waarin van
beide instrumenten gebruik wordt gemaakt is volgens het Commissielid
de enige manier om een vlotte marktorganisatie te garanderen en de
druk op de graanleveranciers te verminderen. Ten aanzien van het
Oostenrijkse verzoek stelde Commissielid Fischer-Boel dat de
interventienormen niet zullen worden versoepeld, om te voorkomen dat
nog meer voorraden voor interventie in aanmerking moeten komen.
* Groenten en fruit
De Italiaanse delegatie, gesteund door de Franse, de Griekse, de
Spaanse, de Poolse, de Portugese, de Hongaarse en de Cypriotische
delegatie attendeerden de Commissie en de Raad op de crisis in de
wijnbouw- en de groenten- en fruitsector, meer bepaald wat tomaten,
perziken en tafeldruiven betreft, en wees op verscheidene recente
betogingen in Italië (12255/05). De verhoogde productie, de toenemende
invoer uit derde landen en de verminderende consumptie van groenten en
fruit hebben geleid tot lage prijzen in deze sector. De Italiaanse
delegatie verzocht ook het licht opnieuw op groen te zetten voor de
aanneming van crisisdistillatiemaatregelen in de wijnbouwsector. Zij
verzocht de ontwerp-verordening inzake crisisbeheersing in de landbouw
- onder het Luxemburgse voorzitterschap zijn diverse mogelijkheden
besproken - zo spoedig mogelijk in te dienen. Maatregelen die deze
delegatie voor ogen heeft zijn met name het aan de markt onttrekken
van overtollige productie en promotiecampagnes.
Commissielid Fischer-Boel herinnerde eraan dat zij reeds een
mededeling van de Commissie had ingediend over risico- en
crisisbeheersing in de landbouw (zie 7177/05), waarover de Raad een
gedachtewisseling heeft gehouden (zie 9197/05) als een eerste aanzet
voor een alomvattend Raadsdebat. Zij benadrukte dat uitbreiding van de
veiligheidsnetten in de gemeenschappelijke marktorganisaties (GMO's)
met het oog op marktcrises zoals in de rundersector, niet overwogen
wordt. Iedere sector behoeft een afzonderlijke benadering. Zij
verklaarde ook dat er nog geen wetgevingsvoorstel is ingediend omdat
de door de delegaties in de Raad ingenomen standpunten sterk uiteen
lopen. Zij zei ook dat de Commissie is ingegaan op een verzoek van het
Europees Parlement en een beheersinstrument voor risico- en
crisisbeheersing heeft opgezet en dat zij wacht op een verslag van het
Europees Parlement en van andere Europese instanties over dit
onderwerp.
Met betrekking tot de hervorming van de gemeenschappelijke
marktorganisatie (GMO) voor groenten en fruit (Verordeningen (EG) nrs.
2200/1996 en 2201/1996) vermeldde zij dat er, om tot een samenhangend
en volledig overzicht van de sector te komen, in het tweede halfjaar
van 2006 bij de Raad wetgevingsvoorstellen zullen worden ingediend
over beide verordeningen betreffende vers en verwerkt fruit en
groenten. Zij pleitte ook voor een meer marktgerichte sector.
Tenslotte zei zij in verband met het Italiaanse verzoek inzake wijn
dat het Beheerscomité Wijn op 6 september 2005 overeenstemming
heeft bereikt over een verordening van de Commissie die
crisisdistillatie voor tafelwijn in Italië toestaat voor een omvang
van 2 miljoen hectoliter. In dit specifieke verband wees zij er ook op
dat Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke
ordening van de wijnmarkt producerende lidstaten ook de mogelijkheid
biedt van een specifieke regeling voor het definitief rooien van
wijngaarden. Zij liet tevens doorschemeren dat deze specifieke
regeling in de toekomstige ontwerp-wetgeving tot wijziging van de
huidige GMO voor wijn nog sterker zal worden aangemoedigd.
* Regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB)
De Tsjechische delegatie, gesteund door de Poolse, de Litouwse, de
Letse, de Cypriotische en de Slowaakse delegatie, attendeerde de Raad
en de Commissie op haar verzoek om een afwijking van artikel 28,
lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad, teneinde een
vervroegde betaling van de enkele areaalbetaling in de Tsjechische
republiek mogelijk te maken. Om die afwijking is verzocht bij brief
van minister Petr Zgarba aan Commissielid Mariann Fischer-Boel van
1 september 2005. Het verzoek is in het bijzonder ingegeven door de
aanzienlijke inkomensderving van landbouwers ten gevolge van de
dalingen van de prijzen voor belangrijke landbouwproducten (granen,
oliehoudende gewassen) en de overschotten van granen van mindere
kwaliteit.
Commissielid Fischer-Boel merkte op dat krachtens Verordening (EG) nr.
1782/2003 van de Raad niet kan worden afgeweken van de regel dat
betalingen uit hoofde van de REAB worden uitgekeerd vanaf 1 december
van elk jaar, behalve in urgente gevallen. In dit opzicht beantwoordt
het geval van Tsjechië niet aan het criterium. Gelet op de
uitzonderlijk slechte weersomstandigheden en het grote inkomensverlies
voor de landbouwers in Polen, Letland en Litouwen - 80 miljoen euro
volgens deze delegatie - kondigde Commissielid Fischer-Boel evenwel
aan dat de Commissie een voorstel zal indienen om een voorschot
mogelijk te maken waarmee aan het verzoek van de bovengenoemde
delegaties kan worden voldaan.
* Wereldhandelorganisatie (WTO)
Commissielid Fischer-Boel gaf de Raad mondeling informatie over haar
jongste bezoek aan de Verenigde Staten van Amerika en bracht hem op de
hoogte van de stand van zaken in het WTO-overleg. Zij heeft
ontmoetingen gehad met de handelsgezant van de Verenigde Staten de
heer Portman, de staatssecretaris voor Landbouw de heer Johanns, de
VS-onderstaatssecretaris de heer Zoellick en met verscheidene leden
van het Congres, met wie zij zich over de hervorming van het GLB heeft
onderhouden. Zij herhaalde dat de EU vastbesloten is om de
ministeriële WTO-bijeenkomst in Hong-Kong op 13-18 december tot een
succes te maken en wees erop dat de kwestie van de interne steun moet
worden aangepakt. Zij verklaarde dat de Commissie, die tot nog toe
geen toegevingen aan de VS heeft gedaan, zich zal houden aan het
mandaat van de EU-Raad, terwijl zij erop wees dat in andere sectoren
dan landbouw, zoals die van de diensten, enige vooruitgang is geboekt.
In haar antwoord op meer specifieke vragen van een delegatie over
geografische aanduidingen en het belang van een verdere bescherming
voor communautaire producten, bevestigde zij dat dit onderwerp in
bilaterale bijeenkomsten met de VS-vertegenwoordigers aan de orde is
gesteld.
Verscheidene delegaties spraken evenwel hun bezorgdheid uit over de
lopende onderhandelingen en drongen aan op een krachtiger standpunt
van de EU met betrekking tot de in 2003 aangevatte hervorming van het
GLB ten aanzien van interne steun alsook de positie van de EU inzake
uitvoerkredieten. Deze delegaties benadrukten dat een offensieve
opstelling in de WTO nodig is.
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
LANDBOUW
Fonds voor plattelandsontwikkeling *
De Raad heeft in het kader van de uitvoering van het
plattelandsontwikkelingsbeleid voor de periode 2007-2013 een
verordening tot instelling van een Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling (ELFPO) aangenomen (8688/05, 12188/05 ADD 1
REV 1 en 12188/05 ADD 2). De Portugese delegatie heeft zich van
stemming onthouden.
De taak van het ELFPO bestaat erin, een bijdrage te leveren aan de
bevordering van duurzame plattelandsontwikkeling in de hele
Gemeenschap door de verbetering van:
* het concurrentievermogen van de land- en bosbouw door steun te
verlenen voor herstructurering, ontwikkeling en innovatie;
* het milieu en het platteland door steunverlening voor landbeheer;
* de leefkwaliteit op het platteland en bevordering van
diversificatie van de economische bedrijvigheid.
Bij deze verordening:
* worden de algemene bepalingen vastgesteld met betrekking tot de
communautaire steun voor plattelandsontwikkeling die wordt
gefinancierd uit het bij Verordening (EG) nr. 1290/2005 opgerichte
ELFPO;
* worden de doelstellingen vastgesteld aan de verwezenlijking
waarvan het beleid inzake plattelandsontwikkeling moet bijdragen;
* wordt het strategische kader voor het beleid inzake
plattelandsontwikkeling vastgesteld, met inbegrip van de methode
om de communautaire strategische richtsnoeren voor dat beleid en
het nationale strategische plan vast te stellen;
* worden de prioriteiten en de maatregelen voor
plattelandsontwikkeling vastgesteld;
* worden de bepalingen betreffende het partnerschap, de
programmering, de evaluatie, het financiële beheer, het toezicht
en de controle vastgesteld op basis van een verdeling van de
verantwoordelijkheden tussen de lidstaten en de Commissie.
De daarvoor vrijgemaakte middelen zullen in overeenstemming zijn met
de financiële vooruitzichten voor de periode 2007-2013.
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke
voorstel zijn:
* minimumfinancieringspercentage per zwaartepunt: het communautaire
minimumpercentage voor elk zwaartepunt in de
plattelandsontwikkeling. Dat percentage bedraagt 10% voor de
verbetering van het concurrentievermogen en bebossing
(zwaartepunt 1), en maatregelen voor diversificatie
(zwaartepunt 3), in plaats van 15%. Het blijft 25% voor
zwaartepunt 2 "landbeheer". Voor de programma's in de Franse
overzeese departementen bedraagt het percentage voor zwaartepunt 2
10%.
* voor het ELFPO-zwaartepunt blijft het percentage 5% van de
communautaire programmering. Voor de 10 nieuwe lidstaten wordt het
percentage van de totale bijdrage van het Fonds echter op
gemiddeld 2,5% bepaald.
* de reserve voor ELFPO - 3% van de begroting voor
plattelandsontwikkeling - die is vastgesteld voor het einde van de
programmeerperiode (2011-2013), wordt geschrapt.
* wat de omvang betreft van de bedrijven die in aanmerking komen
voor steun voor verwerking en afzet van land- en bosbouwproducten,
is die steun in het geval van bosbouwproductie beperkt tot
micro-ondernemingen. Voor maatregelen met toegevoegde waarde voor
land- en bosbouwproducten wordt de steun beperkt tot
micro-ondernemingen, en kleine en middelgrote ondernemingen, en is
deze steun aan een maximumpercentage gebonden. Voor de Azoren,
Madeira, de Canarische Eilanden, de Franse overzeese departementen
en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee wordt geen beperking
gesteld aan de steun. Het maximumpercentage voor de steun wordt
met de helft verlaagd voor bedrijven met minder dan 750 werknemers
of een omzet van minder dan 200 miljoen euro.
* jaarrapporten van de lidstaten en de Commissie; deze worden om de
twee jaar ingediend, te beginnen in 2010 (in plaats van 2008 en
2009). Het laatste rapport moet in 2014 worden ingediend, zodat er
in totaal 3 rapporten zullen worden opgesteld.
* de vestigingspremie voor jonge landbouwers wordt verhoogd van
40.000 euro tot 55.000 euro. De termijn die aan jonge landbouwers
wordt toegekend om zich aan te passen aan de communautaire normen
bedraagt 36 maanden.
* voor de niet-terugvorderbare belasting op de toegevoegde waarde
kan steun uit het fonds worden verleend wanneer die belasting
definitief voor rekening van de begunstigde komt.
* voor de jaarlijkse verdeling van de middelen van het fonds door de
lidstaten wordt, aan de hand van objectieve criteria, onder meer
gekeken naar de specifieke situaties en behoeften.
* de steunpercentages in de ultraperifere gebieden en de
achterstandsgebieden worden in het algemeen verhoogd.
* achterstandsgebieden: de Commissie dient een rapport en
voorstellen in over het toekomstige betalingssysteem en de
afbakening van de achterstandsgebieden in 2010. Tot 2010 blijven
de bepalingen van Verordening nr. 1257/1999 van toepassing. Het
voorstel voorziet in wijziging van de bestaande criteria voor de
achterstandsgebieden, op basis van de bodemproductiviteit en
klimatologische omstandigheden.
* de steunintensiteit voor bebossing is verhoogd tot 70% buiten de
achterstandgebieden (+ 30%), 80% in de achterstandsgebieden
(+ 30%) en 85% in de ultraperifere gebieden (+ 10%). Voorts is het
maximumbedrag voor gederfde inkomsten op 700 euro/ha gebracht.
* de overgangsmaatregelen voor semi-zelfvoorzieningsbedrijven en
producentengroeperingen zijn verlengd tot eind 2013 in plaats van
2008.
Biologische productie van landbouwproducten
De Raad heeft met eenparigheid van stemmen een verordening aangenomen
tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2092/91 en tot verlenging van
de uitzondering voor biologische producten uit derde landen die niet
zijn opgenomen in de lijst van Verordening (EEG) nr. 2092/91 tot en
met 31 december 2006 (12003/05).
VISSERIJ
EU/Comoren - Voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling
van de vangstmogelijkheden *
De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit
aangenomen houdende goedkeuring van de sluiting van een overeenkomst
inzake de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling,
voor de periode 2005-2010, van de vangstmogelijkheden en de financiële
tegenprestatie, als bedoeld in de overeenkomst tussen de EU en de
Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren (11445/05 +
COR 1, 11449/05 ADD 1 + REV 1).
De Franse, de Spaanse en de Portugese delegatie hebben zich van
stemming onthouden.
Het nieuwe protocol, dat in november 2004 is geparafeerd, is bedoeld
om ervoor te zorgen dat de visserijactiviteiten van de vaartuigen van
de Gemeenschap in de visserijzone van de Comoren niet hoeven te worden
onderbroken. Het zal met terugwerkende kracht van toepassing zijn
vanaf 1 januari 2005.
De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden verleend
voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen (40 vaartuigen van
Spanje, Frankrijk en Italië) en voor vaartuigen voor de visserij met
de drijvende beug (17 vaartuigen van Spanje en Portugal).
De EU zal voor de volledige periode van zes jaar een financiële
tegenprestatie van 2.340.000 euro betalen.
De overeenkomst heeft betrekking op een jaarlijkse vangst van 6000 ton
tonijn in de wateren van de Comoren.
Bescherming van koudwaterkoraalriffen *
De Raad heeft met eenparigheid van stemmen een verordening aangenomen
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 met betrekking tot
de bescherming van koudwaterkoraalriffen tegen de gevolgen van de
visserij in bepaalde gebieden van de Atlantische Oceaan (12014/05,
12013/05 ADD 1).
In deze verordening wordt bepaald dat vaartuigen op meer dan 200 meter
diepte geen kieuwnet, warrelnet of schakelnet mogen gebruiken en geen
bodemtrawl of soortgelijke sleepnetten mogen gebruiken die in contact
komen met de bodem van de zee, in de gebieden rond de Azoren, Madeira
en de Canarische Eilanden.
EXTERNE BETREKKINGEN
Belarus - Beperkende maatregelen
De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld tot
verlenging, met één jaar, van de beperkende maatregelen tegen bepaalde
functionarissen van Belarus (11714/05).
Het besluit tot verlenging van de beperkende maatregelen, die voor het
eerst zijn aangenomen in september 2004, vloeit voort uit de recente
politieke ontwikkelingen die het gevolg zijn van de toegenomen
repressie in Belarus.
Bedoelde maatregelen bestaan in een verbod van binnenkomst op of
doorreis via het EU-grondgebied van bepaalde personen die
verantwoordelijk zijn voor, maar hebben nagelaten een aanvang te maken
met, het onafhankelijk onderzoek en de vervolging van de vermoedelijke
misdaden en degenen die in het Pourgourides-verslag worden aangemerkt
als centrale figuren in de verdwijning van vier algemeen bekende
personen in Belarus in 1999/2000 en bij de daaropvolgende
doofpotoperatie, gezien hun klaarblijkelijke tegenwerking van het
gerecht.
Egypte, Jordanië, Marokko en Tunesië - Associatieovereenkomsten
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan de sluiting van protocollen
bij de Euro-mediterrane overeenkomsten met Egypte, Jordanië, Marokko
en Tunesië in verband met de toetreding van de tien nieuwe lidstaten
tot de EU in mei 2004 (5100/05, 5092/05, 9649/05 en 9648/05).
De Raad heeft tevens een besluit aangenomen betreffende het in de
Associatieraad EU-Marokko in te nemen standpunt met betrekking tot de
goedkeuring van een aanbeveling betreffende de uitvoering van het
Actieplan EU-Marokko (2702/1/05).
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN
Portugal - Buitensporig tekort
De Raad heeft een beschikking vastgesteld betreffende het bestaan van
een buitensporig overheidstekort in Portugal en een aanbeveling gedaan
om dit buitensporige overheidstekort te verhelpen (12069/05 en
12070/05).
Volgens het geactualiseerde Portugese stabiliteitsprogramma van
juni 2005 zal het overheidstekort over 2005 uitkomen op 6,2% van het
bruto binnenlands product (BBP). Met dit tekort wordt de in het
EU-verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3% van het BBP duidelijk
overschreden. De overschrijding wordt niet veroorzaakt door een
ongewone gebeurtenis die buiten de macht van de Portugese autoriteiten
viel, en evenmin door een zware economische inzinking.
Conform de nieuwe bepalingen van het Stabiliteits- en Groeipact wordt
in de aanbeveling een termijn vastgelegd van zes maanden binnen welke
Portugal correctiemaatregelen moet presenteren; daarbij krijgt het
land tot uiterlijk 2008 de tijd om het buitensporige tekort weg te
werken. Bovendien wordt aanbevolen het tekort in 2006 ten opzichte van
2005 terug te dringen met 1,5% van het BBP en het in de twee jaar
daarna nog verder terug te dringen met ten minste 0,75% van het BBP
per jaar.
Witwassen van geld en financiering van terrorisme *
De Raad heeft een richtlijn aangenomen tot voorkoming van het gebruik
van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de
financiering van terrorisme (3631/05 + COR 1, 11443/05 ADD 1).
De richtlijn heeft tot doel, te voorkomen dat witwassers van geld en
financiers van terrorisme profiteren van de liberalisering van het
kapitaalverkeer en van het vrij verrichten van financiële diensten in
de EU.
De richtlijn zal van toepassing zijn op natuurlijke of rechtspersonen
die goederen verkopen tegen betaling in contanten voor een bedrag van
15.000 euro of meer, ongeacht of de transactie in één keer wordt
verricht dan wel uit verscheidene verrichtingen bestaat.
De lidstaten moeten de richtlijn voor 2007 uitvoeren.
Voor nadere informatie zij verwezen naar persmededeling 12500/05.
JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN
Informatie-uitwisseling in verband met strafbare feiten van
terroristische aard
De Raad heeft een besluit aangenomen betreffende
informatie-uitwisseling en samenwerking in verband met strafbare
feiten van terroristische aard (11259/05 + COR 1).
Overeenkomstig dit besluit zal elke lidstaat onder zijn
wetshandhavingsautoriteiten een gespecialiseerde dienst aanwijzen, die
toegang heeft tot alle relevante gegevens die betrekking hebben op en
voortvloeien uit strafrechtelijke onderzoeken van zijn
wetshandhavingsautoriteiten aangaande strafbare feiten van
terroristische aard, en die deze gegevens verzamelt en aan Europol
toezendt.
Elke lidstaat zal tevens één of meer nationale
terrorismecorrespondenten voor Eurojust aanwijzen, die toegang hebben
tot alle relevante gegevens over strafprocedures en strafrechtelijke
veroordelingen voor strafbare feiten van terroristische aard, en die
deze gegevens kunnen verzamelen en ze aan Eurojust toezenden.
Europese Politieacademie *
De Raad heeft besloten dat de Europese Politieacademie (EPA) uit de
algemene begroting van de Europese Unie zal worden gefinancierd. De
directeur en het personeel van haar secretariaat zullen onder het
Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de
regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de
Europese Gemeenschappen vallen (10040/1/05, 10534/1/05).
De EPA zal blijven functioneren als een netwerk dat tot stand komt
door koppeling van de met de opleiding van hoge leidinggevende
politiefunctionarissen van de lidstaten belaste nationale
opleidingsinstituten. De zetel van de EPA is gevestigd in Bramshill in
het Verenigd Koninkrijk.
Denemarken - Samenwerking in burgerlijke en handelszaken
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan de ondertekening van twee
overeenkomsten tussen de EU en Denemarken houdende uitbreiding tot
Denemarken van de bepalingen van respectievelijk Verordening (EG)
nr. 1348/2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten
van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in
handelszaken (10723/05) en Verordening (EG) nr. 44/2001 betreffende de
rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van
beslissingen in burgerlijke en handelszaken (10725/05).
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
EU/Noorwegen - Liberalisering van de bilaterale handel in
landbouwproducten
De Raad heeft de Commissie gemachtigd om in het kader van de
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
onderhandelingen met Noorwegen te openen met het doel de bilaterale
handel in landbouwproducten verder te liberaliseren.
Samenwerking op specifieke gebieden
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan twee ontwerp-besluiten van
het Gemengd Comité van de Europese Economische Ruimte (EER)
betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier
vrijheden, te weten:
* een besluit waarbij de samenwerking op het gebied van de
informatiemaatschappij wordt uitgebreid door de vaststelling van
een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de
toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale
inhoud in Europa (eContentplus) 2 (10923/05);
* een besluit tot uitbreiding van de samenwerking betreffende de
interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan
overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (IDABC) (10851/05).
Het Gemengd Comité van de EER heeft tot taak, alle relevante
communautaire wetgeving in de EER-overeenkomst te integreren, zodat in
de interne markt de nodige rechtszekerheid en juridische homogeniteit
kan heersen.
HANDELSPOLITIEK
EU/Belarus - Textielproducten
De Raad heeft de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te openen
over een nieuwe overeenkomst tussen de EU en Belarus inzake de handel
in textielproducten.
Oploskoffie - Tariefcontingent
De Raad heeft een verordening aangenomen tot intrekking van het
tariefcontingent voor de invoer van oploskoffie (11114/05).
Met ingang van 1 januari 2006 wordt het tariefcontingent voor de
invoer van oploskoffie vallende onder GN-code 2101 11 11 afgesloten en
Verordening (EG) nr. 2165/2001 ingetrokken.
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Oost-Timor - Europees Ontwikkelingsfonds - ACS-landen
De Raad heeft een besluit aangenomen voor de financiering van het
nationale indicatieve programma van Oost-Timor in de periode 2006-2007
(10752/05).
---
2 PB L 79 van 24.3.2005, blz. 1.
De Raad heeft ingestemd met de vrijgeving en het gebruik van
18 miljoen euro van het voorwaardelijk bedrag van 1 miljard euro uit
het negende Europees Ontwikkelingsfonds ten behoeve van
ontwikkelingssteun in Oost-Timor.
UITBREIDING
Roemenië - Douane-unie - Goederenverkeer
De Raad heeft besluiten aangenomen betreffende drie door de
Gemeenschap in de Gemengde Commissie EG-EVA "Vereenvoudiging van de
formaliteiten in het goederenverkeer" en in de Gemengde Commissie
EG-EVA "Gemeenschappelijk douanevervoer" in te nemen standpunten, ter
vergemakkelijking van het goederenverkeer tussen Roemenië, de EU en de
EVA-landen (11654/05, 11656/05 en 11658/05).
De beide Commissies EG-EVA dienen Roemenië uit te nodigen om toe te
treden tot de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de
formaliteiten in het goederenverkeer en tot de overeenkomst
betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer,
teneinde de handel in goederen tussen dat land, de EU en de EVA-landen
(IJsland, Noorwegen en Zwitserland) te vergemakkelijken.
INTERNE MARKT
Grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen *
De Raad heeft een richtlijn aangenomen betreffende
grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen, die ertoe
strekt de verwezenlijking van grensoverschrijdende fusies van onder de
wetgeving van verschillende lidstaten vallende kapitaalvennootschappen
van uiteenlopende vorm te vergemakkelijken (3632/05, 11444/05 en
11444/05 ADD 1). De richtlijn is in het kader van de
medebeslissingsprocedure in eerste lezing aangenomen; de Italiaanse
delegatie heeft tegengestemd.
Voor nadere informatie zij verwezen naar persmededeling 12482/05.
Maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes *
De Raad heeft een richtlijn aangenomen inzake de onderlinge aanpassing
van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot de maatregelen
tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door
voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van
verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas
lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (3617/05 + 11468/05
ADD 1).
De doelstelling van deze richtlijn is de voltooiing van de interne
markt door de invoering van gemeenschappelijke technische eisen
betreffende verontreinigende gassen en deeltjes voor alle typen
voertuigen, door middel van de aanscherping van de communautaire
voorschriften voor de beperking van de verontreinigende uitstoot van
nieuwe zware voertuigmotoren door de invoering van:
* nieuwe technische voorschriften en procedures voor de beoordeling
van de duurzaamheid van de emissiebeheersingssystemen van zware
motoren gedurende een gedefinieerde nuttige levensduur;
* nieuwe technische voorschriften en procedures voor de beoordeling
van de overeenstemming van emissiebeheersingssystemen voor zware
motoren tijdens het gebruik gedurende een voor het voertuig waarin
de motor is ingebouwd gedefinieerde nuttige levensduur;
* nieuwe technische voorschriften voor OBD-systemen (On-Board
Diagnostics, boorddiagnosesystemen) voor nieuwe zware voertuigen
en motoren.
Deze voorschriften zijn nu opgenomen in Richtlijn 88/77/EEG,
laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/27/EG van de Commissie, welke
richtlijnen worden ingetrokken 12 maanden na de inwerkingtreding van
de nieuwe richtlijn.
Beperkingen van het op de markt brengen en van het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen
De Raad heeft een richtlijn aangenomen inzake beperkingen van op het
op de markt brengen en van het gebruik van tolueen en trichloorbenzeen
(3626/1/05 REV 1).
Deze richtlijn beoogt geharmoniseerde voorschriften voor tolueen en
TCB in te voeren met het oog op het goed functioneren van de interne
markt en tegelijkertijd een hoog beschermingsniveau voor de menselijke
gezondheid en het milieu te waarborgen.
De richtlijn strekt tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG betreffende
de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke
bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt
brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en
preparaten.
Na de inwerkingtreding van de richtlijn beschikken de lidstaten over
een termijn van 12 maanden om aan de bepalingen van deze richtlijn te
voldoen.
STATISTIEK
Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek *
De Raad heeft een verordening aangenomen tot wijziging van Verordening
(EG) nr. 1059/2003 betreffende de opstelling van een
gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de
statistiek (NUTS) in verband met de toetreding van tien nieuwe
lidstaten tot de EU (3622/05 + 11462/05 ADD 1).
BENOEMINGEN
Comité van de Regio's
De Raad heeft besluiten aangenomen houdende benoeming van,
* de leden:
mevrouw Maria CORRIGAN, lid van de Dun Laoghaire-Rathdown Council, ter
vervanging van mevrouw Annette McNAMARA (10456/05),
de heer Paul O'DONOGHUE, lid van de Kerry County Council, ter
vervanging van de heer Royston BRADY(10456/05),
de heer Piero MARRAZZO, Presidente della Regione Lazio, ter vervanging
van de heer Francesco STORACE (10479/05),
de heer Gian Mario SPACCA, Presidente della Regione Marche, ter
vervanging van de heer Vito d'AMBROSIO (10479/05),
de heer Nichi VENDOLA, Presidente della Regione Puglia, ter vervanging
van de heer Raffaele FITTO (10479/05),
de heer Väino HALLIKMÄGI, burgemeester van Pärnu, ter vervanging van
de heer Andrus ANSIP (10709/05),
de heer Tõnis PALTS, burgemeester van Tallinn, ter vervanging van de
heer Edgar SAVISAAR (10709/05),
mevrouw Claudette ABELA BALDACCHINO (plaatsvervangend burgemeester,
Qrendi Local Council),
* de plaatsvervangers:
mevrouw Mary FREEHILL, lid van de Dublin City Council, ter vervanging
van mevrouw Angela LUPTON (10456/05),
mevrouw Michelle MULHERIN, lid van de Mayo County Council, ter
vervanging van mevrouw Catherine MURPHY (10456/05) ,
de heer Terry SHANNON, lid van de Cork City Council, ter vervanging
van de heer P.J. COGHILL (10456/05),
de heer Barney STEELE, lid van de Longford County Council, ter
vervanging van mevrouw Vivan O'CALLAGHAN (10456/05),
mevrouw Mercedes BRESSO, Presidente della Regione Piemonte, ter
vervanging van de heer Enzo GHIGO (10479/05),
de heer Claudio BURLANDO, Presidente della Regione Liguria, ter
vervanging van de heer Giandomenico BARCI (10479/05),
de heer Vito DE FILIPPO, Presidente della Regione Basilicata, ter
vervanging van de heer Filippo BUBBICO (10479/05),
de heer Ottaviano DEL TURCO, Presidente della Regione Abruzzo, ter
vervanging van de heer Giovanni PACE (10479/05),
de heer Agazio LOIERO, Presidente della Regione Calabria, ter
vervanging van de heer Giuseppe CHIARAVALLOTI (10479/05),
mevrouw Laine JÄNES, burgemeester van Tartu, ter vervanging van de
heer Väino HALLIKMÄGI (10709/05),
de heer Joe CORDINA (lid, XagHra Local Council) (11057/05),
mevrouw Irena MAJCEN (burgemeester van Slovensko Bistrica) (10540/05),
voor de verdere duur van de lopende ambtstermijn, dat wil zeggen tot
en met 25 januari 2006.
Economisch en Sociaal Comité
De Raad heeft een besluit aangenomen houdende benoeming van de heer
Hervé COUPEAU tot lid van het Economisch en Sociaal Comité, ter
vervanging van de heer Thierry UHLMANN, voor de verdere duur van diens
ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 20 september 2006 (10637/05).
TRANSPARANTIE
Toegang van het publiek tot documenten van de Raad
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan het antwoord op
confirmatief verzoek 33/c/03/05 (11623/05).
---
Zie:
http://europa.eu.int/comm/agriculture/minco/manco/wine/871.pdf
European Union