Gemeente Haaren
* Permanente bewoning recreatiewoningen
* Permanente bewoning recreatiewoningen
Op 14 november 2003 stuurde de Minister van VROM aan alle gemeenten in
Nederland een brief over de aanpak van permanente bewoning van
recreatieverblijven. Op uiterlijk 31 december 2004 moest duidelijk
zijn hoe de gemeenten om zullen gaan met het probleem. Vervolgens
kreeg men nog een jaar de tijd om besluiten te nemen over legalisatie
en/of gedogen. Bij gevallen van permanente bewoning waarbij niet tot
legalisering of gedogen is besloten, moet handhavend worden
opgetreden.
De raad van de gemeente Haaren besloot om permanente bewoning van
recreatiewoningen in zijn gemeente niet te legaliseren. De raad
verzocht het college van B&W wel om een onderzoek te starten naar de
mogelijkheden om binnen de regels van het rijksbeleid,
persoonsgebonden gedoogbeschikkingen af te geven aan mensen die nu al
in de recreatieverblijven wonen.
Een gemeentelijke werkgroep ging vervolgens aan de slag met deze
opdracht en formuleerde een aantal uitgangspunten, waarmee het college
van B&W op 1 februari 2005 instemde:
* Er zal alleen op basis van een gemotiveerde aanvraag worden
overgegaan tot het verstrekken van een persoonsgebonden
gedoogbeschikking. Er zal een termijn worden gesteld waarbinnen
een aanvraag kan worden ingediend.
* Als peildatum wordt de richtlijn van de Minister gehanteerd, dat
houdt in dat de regeling alleen kan gelden voor gevallen van
permanente bewoning die zijn ontstaan vóór 31 oktober 2003.
* De gemeente geeft een handreiking voor het aannemelijk maken van
permanente bewoning op de peildatum.
* Er worden kostendekkende leges in rekening gebracht voor het in
behandeling nemen van een aanvraag. De legesverordening moet
hiervoor worden aangepast.
Op basis van deze uitgangspunten werd de beleidsnotitie handhaving
gemeente Haaren op bestaande gevallen van onrechtmatige bewoning van
recreatieverblijven opgesteld.
Het college van B&W legt deze notitie op 22 september a.s. voor aan de
raadscommissie en op 6 oktober a.s. aan de gemeenteraad.
De notitie geeft aan dat er sprake is van permanente bewoning als een
recreatief verblijf als hoofdverblijf wordt gebruikt.
* Een hoofdverblijf is een gebouw dat door eenzelfde persoon of
huishouden gebruikt wordt als woonruimte, zodanig dat de bewoners
in het bevolkingsregister van de gemeente zouden moeten zijn
ingeschreven op basis van de Wet op de Gemeentelijke Basis
Administratie.
* Als er sprake is van meerdere adressen, is het hoofdverblijf dat
adres waar de bewoners naar verwachting gedurende een half jaar de
meeste keren zullen overnachten.
De beleidsnotitie meldt dat bij geconstateerde onrechtmatige bewoning
handhaving het uitgangspunt is en dat gedogen de uitzondering vormt.
Ook wordt nog eens uitdrukkelijk aangegeven dat gedogen niet het
legaliseren van een onrechtmatige situatie is.
De gedoogbeschikking heeft dan ook een bijzonder karakter en moet aan
bepaalde eisen voldoen:
* de beschikking geldt alleen voor maximaal twee meerderjarige
huidige bewoners, waar de inwonende minderjarige kinderen bij
mogen blijven wonen in de recreatiewoning zolang een van de ouders
die woning gebruikt als hoofdverblijf.
* het gaan inwonen bij een houder van een gedoogbeschikking is niet
mogelijk.
* de gedoogbeschikking is niet overdraagbaar, dat geldt zowel bij
verhuizing en verkoop als bij overlijden.
* de gedoogbeschikking wordt voor maximaal 25 jaar afgegeven.
Voorts moet de betreffende recreatiewoning voldoen aan de landelijke
voorschriften, zoals het Bouwbesluit 2003 en de milieuwetgeving.
Daarnaast stelt de gemeente eisen aan de afgifte van een
gedoogbeschikking:
* Iedereen die in aanmerking wil komen voor een gedoogbeschikking
moet vóór 1 juni 2006 een aanvraag ingediend hebben.
* De permanente bewoning moet worden aangetoond door bijv.
inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie of door
lidmaatschap van een vereniging in de directe omgeving, het hebben
van een huisarts in een van de dorpen van de gemeente,
correspondentie van banken, verzekeringsmaatschappijen etc.
* Als een aanvrager nog niet in de gemeentelijke basisadministratie
is ingeschreven, moet dat alsnog gebeuren.
* Een verzoek om een gedoogbeschikking wordt alleen in behandeling
genomen na betaling van de legeskosten.
Zonder persoonsgebonden gedoogbeschikking treedt een traject van
handhaving in werking.
Al degenen die rechtstreeks belanghebbend zijn bij de uitvoering van
dit beleid zullen afzonderlijk geïnformeerd worden over de
aanvraagprocedure om een persoonlijke gedoogbeschikking, en de eisen
die daarbij door de gemeente worden gesteld.