Verbeterde regelgeving energiemarkt


Ministerie van Economische Zaken

Persbericht

19 september 2005


Verbeterde regelgeving energiemarkt


Minister Brinkhorst van Economische Zaken wil een aantal maatregelen
nemen om het huidige verbeterde kwaliteitsniveau met betrekking tot
de administratieve processen bij de energiebedrijven te handhaven en
de marktwerking verder te stimuleren. Hij schrijft dat in een brief
aan de Tweede Kamer waarmee hij een rapportage van de Directie
Toezicht Energie (DTe) over de administratieve achterstanden bij
energiebedrijven aanbiedt. Uit die rapportage blijkt dat alle grote
energiebedrijven erin zijn geslaagd om de achterstanden van vóór 1
januari van dit jaar bij de verwerking van verhuizingen en switches
weg te werken. De minister stelt vast dat zijn gesprek in januari met
de energiebedrijven en de voortdurende druk van DTe op het proces er
toe hebben geleid dat de energiebedrijven zich grote inspanningen
hebben getroost om hun prestaties op een voor de klant optimaal niveau
te brengen. Hij spreekt zijn waardering daarvoor uit. Maar om het
huidige prestatieniveau te handhaven en een aantal hardnekkige
problemen op te lossen, zijn nog een aantal maatregelen nodig. Daarbij
komt dat bij Delta nieuwe achterstanden zijn ontstaan en ook bij een
aantal andere partijen die door DTe zijn onderzocht de tijdigheid van
facturering te wensen overlaat. Dit komt deels door de bedrijfsvoering
van individuele bedrijven. Vertraging en fouten worden voorts
veroorzaakt door het complexe proces van verwerking en verzending van
meetgegevens waarbij meerdere partijen een eigen rol spelen waardoor
allerlei ongewenste afhankelijkheden ontstaan.


De minister stelt dat de uitkomsten van het DTe onderzoek van belang
zijn, omdat het vertrouwen van de consument om zich actief te bewegen
op de energiemarkt zo snel mogelijk dient te worden hersteld.
Enkele maatregelen die op korte termijn al effect moeten hebben zijn:
- verbeteringen van het geautomatiseerde proces van uitwisseling van
meetgegevens. Dit kan op een aantal punten efficiënter en robuuster
worden ingericht;

- de leverancier is voortaan formeel verantwoordelijk voor het
opvragen van meetgegevens als de klant verhuist of switcht. De
leverancier stuurt deze door naar de netbeheerder. Op basis van deze
gegevens kan de leverancier direct factureren. Nu is de leverancier
daarvoor nog geheel afhankelijk van de netbeheerder.
- strengere controle op de huidige eis dat meterstanden minstens eens
per drie jaar fysiek worden opgenomen.


Om de marktwerking op de langere termijn een stimulans te geven is
minister Brinkhorst daarnaast van mening dat de leverancier hèt
aanspreekpunt moet worden voor vragen en problemen van klanten en dat
de leverancier ook zelf controle moet hebben over de oplossing
daarvan. In de huidige situatie zijn verantwoordelijkheden vaak te
diffuus en is er teveel ruimte voor "kastje-naar-de-muur" situaties.
EnergieNed heeft 31 augustus voorstellen gedaan voor eenvoudiger
spelregels op de energiemarkt met als doel verbetering van de service
aan de klant en een aanzienlijke kostenbesparing. Minister Brinkhorst
tekent in zijn brief aan de Tweede Kamer aan dat deze voorstellen voor
een aanzienlijk deel aansluiten bij zijn visie op de markt. Vanwege
hun brede impact vereisen de voorgestelde structurele wijzigingen
echter wel de nodige zorgvuldigheid. Kern van het voorstel van
EnergieNed is uniforme invoering van het zogenoemde leveranciersmodel
waarbij de leverancier factureert namens de netbeheerder en het
aanspreekpunt is voor de klant. De minister wil zich er sterk voor
maken dat medewerking van de netbeheerder aan dit model zo spoedig
mogelijk verplicht wordt. De minister ziet ook voordelen van een
zogeheten capaciteitstarief zoals dat door EnergieNed wordt
voorgestaan. Het feit dat voor facturering van transportkosten op
basis van een capaciteitstarief geen meetgegevens meer nodig zijn,
betekent een enorme reductie van de complexiteit van het proces en de
hoeveelheid berichtenverkeer. Maar er moet wel eerst meer
duidelijkheid komen over bij voorbeeld inkomenseffecten voor afnemers
met een laag verbruik en effecten op besparingsprikkels. Hiernaar
wordt nu eerst nader onderzoek gedaan.

Met betrekking tot de metermarkt stelt de minister dat er een antwoord
moet komen op de vraag welke partij het meest geschikt is om ervoor te
zorgen dat de consument een goed werkende meter heeft en wie ervoor
zorgt dat de verbruiksgegevens snel en correct bij de leverancier en
netbeheerder terecht komen. Cruciaal is dat de facturering zo
efficiënt mogelijk moet verlopen. Ook is de vraag op welke manier
zogenoemde slimme meters, die op afstand uitleesbaar zijn, hieraan een
bijdrage kunnen leveren.

De minister geeft aan dat er twee modellen denkbaar zijn: één waarbij
de regionale netbeheerder centraal staat en één waarbij de
leveranciers de regie hebben. In beide modellen is dan een optie om
vanuit de overheid op enigerlei wijze druk te zetten op de
grootschalige uitrol van op afstand uitleesbare meters. De minister
stelt vast dat in de sector grote verdeeldheid bestaat over de keuze
tussen deze beide modellen. Omdat deze keuze ook diep ingrijpt in de
ordening op de markt, gaat de minister in samenspraak met de sector
aanvullend onderzoek doen naar welk model tot de hoogste
welvaartseffecten leidt. Tegelijkertijd zal de minister al wel het
Nederlands Normalisatie Instituut opdracht geven de ontwikkeling van
standaarden en open protocollen te starten voor slimme meters.


Meer informatie

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51,
telefoon 0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl
Voor journalisten: Jan van Diepen, persvoorlichter, telefoon (070) 379
60 73, e-mail: J.S.vanDiepen@minez.nl