Nederland klimt langzaam uit dal, minima blijven in de put

Landelijke clientenraad

Nederland klimt langzaam uit het dal, minima blijven in de put.

Kloof tussen en arm rijk wordt groter

2006 is volgens het kabinet het jaar waarin de eerste vruchten van de hervormingen worden geplukt. De Landelijke Cliëntenraad constateert dat deze vruchten niet bij de minima terecht komen. Zij gaan er in 2006 niet of nauwelijks op vooruit en dreigen er zelfs op achteruit te gaan. De generieke maatregelen om de koopkracht te verbeteren hebben nauwelijks invloed op de minima.

Koopkrachtplaatjes
Het herstel van de koppeling uitkeringen aan lonen is op zich positief. Het is echter een dringend noodzakelijke maatregel om verdere achteruitgang van de koopkracht van de minima tegen te gaan. De koopkrachtplaatjes voor mensen die geen betaald werk verrichten en op het sociaal minimum zitten, geven een vertekend beeld. Het voordeel van het afschaffen van het OZB-gebruikersdeel komt hen niet toe. De meeste mensen op het sociaal minimum hebben ontheffing voor deze belasting en merken dus niets van dit voordeel. Bij hun inkomensplaatje zoals het ministerie van SZW schetst, moet daarom 0,4% worden afgetrokken.
Al met al zien we dat de kloof tussen arm en rijk groter wordt.

Financiële onzekerheid
Voor iedere burger geldt dat de hoge olieprijzen en de daaraan gekoppelde aardgasprijzen een belangrijke invloed zullen hebben op de koopkracht in 2006. Dit treft iedere burger maar de mensen met de kleine beurs extra hard. Terecht merkt het ministerie van SZW op dat het koopkrachtbeeld van 2006 omgeven is met vele onzekerheden. De onzekerheid van de burger over zijn financiële positie in 2006 betreffen niet alleen de zorg over de aardgasprijzen maar ook over de gevolgen van het nieuwe ziektekostenstelsel.
Tot slot hebben de minima te maken met de bijzondere bijstand. Het afschaffen van de categorale bijstand in 2004 heeft voor hen extra problemen meegebracht. Meer dan de helft van de gemeenten heeft bovendien in 2004 bezuinigd op de bijzondere bijstand. Deze zaken komen niet tot uitdrukking in de begroting 2006 van het ministerie van SZW. Al met al is het zoete dat dit kabinet aankondigt zuur voor mensen met een uitkering op het sociaal minimum.
Ook voor ouderen en chronisch zieken zijn de vruchten wrang. Voor hen zullen de kosten voor het nieuwe ziektekostenstelsel hoger uitvallen. Zij profiteren niet van de no-claim korting en en het is de vraag of zij de kosten voor de aanvullende ziektekostenverzekering kunnen opbrengen.

Maatregelen voor de werkgelegenheid
Het ontbreekt aan serieuze maatregelen om de werkgelegenheid te bevorderen. De aangekondigde voorstellen voor participatiebanen vindt de LCR uitermate vaag. En daar waar het in dit kader werken met behoud van uitkering betreft, leidt dit niet tot inkomensverbetering. Werk moet lonen! Dit is nu vaak niet het geval. De slechte arbeidsmarkt vergroot de kansen van zwakke groepen op de arbeidsmarkt niet. Door herbeoordelingsoperatie op basis van het aangescherpte schattingsbesluit wordt een deel van de WAO-ers en Wajongers lager afgeschat. Het is zeer de vraag of deze mensen ook daadwerkelijk werk zullen vinden. Hun perspectief op de arbeidsmarkt is weinig rooskleurig te noemen.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakte recent bekend dat de afname van werkgelegenheid iedereen treft, maar mensen met een handicap extra. Door de moeilijke arbeidsmarkt wordt de groep mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking het hardst getroffen. In dit kader moet de LCR tot zijn verbazing constateren dat de financiering van de extra middelen voor kinderopvang voor een deel gefinancierd worden door de verlaging van het budget voor reïntegratie met 100 miljoen euro.

Belastingvoordeel
Belastingvoordelen lijken vooral terecht te komen bij midden- en hoge inkomens. Alleenstaande op het sociaal minimum gaan er niet op vooruit en gaan er waarschijnlijk op achteruit.
Door de introductie van de nieuwe zorgverzekeringswet gaat iedereen een hoge nominale premie betalen. Lage inkomens worden slechts gedeeltelijk gecompenseerd met een zorgtoeslag. De premie zal maximaal 3,5% van het inkomen bedragen. Wajongers tot 23 jaar zullen extra gecompenseerd worden. Hiervoor is een bedrag van 4,4 miljoen uitgetrokken. De LCR vindt dit op zich een goede zaak. De wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald is niet duidelijk. Verder constateert de LCR dat jongeren met een bijstandsuitkering die zich in een vergelijkbare positie vinden niet extra worden gecompenseerd.
Tot slot kondigt het kabinet aan de aftrek van buitengewone lasten verder te richten op de lagere inkomens. Op zich is dat positief, maar deze regeling wordt nog altijd, zo laten cijfers over 2004 zien, weinig gebruikt. In 2004 heeft 60% van de mensen die hiervoor in aanmerking zouden komen geen gebruik gemaakt van deze regeling.

Mening LCR
De LCR vindt dat een fatsoenlijke regering ervoor zorgt dat mensen met de smalste beurzen er niet op achteruit gaan en dat er een al gehele solidariteit moet zijn. Er moet meer gekeken worden naar solidariteit tussen arm en rijk dan van armen onderling. De lachende derde lijkt nu het gezin met een inkomen van minimaal twee keer modaal.


Noot voor de redactie (