Ministerie van Buitenlandse Zaken

================

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4
Den Haag Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum20 september 2005BehandeldM.A. Ivalo

KenmerkDAM-409/05Telefoon070-3485838

Blad1/1Fax070-3486639

Bijlage(n)

BetreftBeantwoording vragen van het lid Van Baalen over openbare terechtstelling van homoseksuelen in Iran.

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Baalen over openbare terechtstelling van homoseksuelen in Iran op 25 augustus 2005 met kenmerk 2040520090.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Baalen (VVD) over openbare terechtstelling van homoseksuelen in Iran.

Vraag 1
Kunt u het bericht bevestigen dat in Iran opnieuw twee homoseksuelen mannen ter dood zijn veroordeeld? 1

Antwoord
Uit enkele persberichten blijkt dat in Iran opnieuw mensen ter dood zijn veroordeeld. Dat het hierbij gaat om homoseksuele mannen kan ik (nog) op basis van de mij ter beschikking staande inforrmatie niet bevestigen. Vraag 2
Kunt u voorts bevestigen dat sinds Iran de Islamitische Republiek uitriep in Iran meer dan 4.000 homoseksuelen zijn geëxecuteerd?

Antwoord
Zoals ik reeds antwoordde op eerder gestelde Kamervragen (vraag 3 gesteld door het lid Herben op 29 juli jl., kamerstuknummer 2285) kan ik deze cijfers niet bevestigen noch uitsplitsen. Van de laatste jaren zijn mij geen executies bekend alleen op grond van homoseksualiteit.

Vraag 3
In hoeverre geven de Nederlandse regering en de Europese Unie in de relatie met Iran prioriteit aan deze en andere zeer ernstige schendingen van de mensenrechten in Iran? Of is deze kwestie ondergeschikt aan de onderhandelingen over de nucleaire ambities van Iran?

Antwoord
De regering neemt de mensenrechtensituatie in Iran zeer serieus. Zowel bilateraal als in EU-verband wordt de situatie nauwlettend gevolgd en wordt waar nodig actie ondernomen, zoals reeds bij diverse gelegenheden aan de Kamer is uiteengezet. De behandeling van mensenrechtenkwesties staat los van het nucleaire dossier.

Vraag 4
Bent u bereid, naast het bevorderen van de vrije, op Iran gerichte media (op grond van het amendement Karimi/Van Baalen2 respectievelijk de motie Van Baalen/Karimi3), in internationaal kader, politieke en/of economische maatregelen tegen Iran te overwegen teneinde de voorgenomen executie te voorkomen en de situatie van homoseksuelen in Iran te verbeteren? Welke concrete maatregelen worden er nu reeds genomen?

Antwoord
De Europese Unie heeft zich middels démarches herhaaldelijk uitgesproken tegen de doodstraf in Iran en zal Iran blijven aanspreken op de internationale verplichtingen waaraan het zich te houden heeft. De regering gaat er van uit dat economische maatregelen eerder een verdere verharding van de Iraanse opstelling zullen opleveren.

Vraag 5
Kunt u aangeven wat de recente verkiezingsuitslag in Iran betekent voor de al zeer slechte situatie van de mensenrechten in Iran? Bent u bereid de Kamer volgend jaar een uitgebreide rapportage te sturen over de ontwikkelingen op mensenrechtengebied in het eerste jaar van de nieuwe regering in Iran?

Antwoord
De mensenrechtensituatie in Iran blijft zorgwekkend. Ik zal voldoen aan het verzoek de Kamer in 2006 te voorzien van rapportage over de ontwikkelingen na de regeringswisseling.


1) Het Parool, 16 augustus jl.

2) Kamerstuk 29800 V, nr.14

3) Kamerstuk 29 800 V, nr. 116