Zuinige auto en biobrandstof fiscaal gestimuleerd
In het Belastingplan 2006 zijn voorstellen opgenomen voor verbetering van de luchtkwaliteit en vermindering van uitstoot van CO2 in het verkeer. Het gaat daarbij om de stimulering van energiezuinige auto's via de BPM, een tijdelijke verlaging voor biobrandstoffen in de accijns en voortzetting van de stimulering van Euro IV/V vrachtauto's en autobussen via de milieu-investeringsaftrek.
De belasting op personenauto's en motorrijwielen (BPM) wordt in 2006 voor een deel afhankelijk gemaakt van het brandstofverbruik van de auto. Hiervoor wordt het bestaande stelsel van energielabels gebruikt. Voor relatief zuinige auto's (de labels A en B) met conventionele aandrijving (benzine, diesel) wordt een korting verleend op de BPM van maximaal 1000 euro. Auto's die relatief onzuinig zijn (de labels D, E, F en G) krijgen een oplopende toeslag van maximaal 540 euro. Voor auto's die zijn ingedeeld in klasse C heeft dit stelsel geen gevolgen. Deze maatregelen treden op 1 juli 2006 in werking. Verder wordt de huidige faciliteit voor hybride auto's in de BPM uitgebreid. Dit zijn auto's die zijn uitgerust met zowel een verbrandingsmotor als een elektromotor. Voor deze auto's in klasse A geldt op dit moment nog een volledige vrijstelling van BPM; voor die in klasse B geldt op dit moment in het geheel geen vrijstelling. Om een verdere groei van deze technieken te ondersteunen, wordt in de twee meest zuinige verbruiksklassen tot 1 juli 2008 een bonus ingevoerd: 6000 euro in klasse A en 3000 euro in klasse B. De vermindering van 3000 euro treedt al op 1 januari 2006 in werking. De voorstellen in de BPM zijn budgettair neutraal. Het milieueffect van deze maatregelen is geraamd op 100 à 200 kiloton CO2 -emissiereductie in 2011.
Overzicht kortingen/toeslagen op de BPM (per auto) per zuinigheidsklasse
A
B
C
D
E
F
G
Huidige situatie
Hybride
- ¤ 9.000*
Niet-hybride
Van 1-1-2006 tot 1-7-2006
Hybride
- ¤ 9.000*
- ¤ 3.000
Niet-hybride
Vanaf 1-7-2006
Hybride
- ¤ 6.000
- ¤ 3.000
¤ 135
¤ 270
¤ 405
¤ 540
Niet-hybride
- ¤ 1.000
- ¤ 500
¤ 135
¤ 270
¤ 405
¤ 540
* bij benadering
Om de broeikasemissie in het verkeer terug te dringen wordt in 2006 het bijmengen van 2% biobrandstoffen bij fossiele brandstoffen fiscaal gestimuleerd door een accijnsverlaging. Hierdoor is het mogelijk om zonder prijsverhoging aan de pomp 2% biobrandstoffen toe te voegen. Het budgettaire belang van deze maatregel is 70 miljoen euro. De stimulering van vervroegde introductie van schonere vrachtauto's en bussen (Euro IV/V) via de milieu-investeringsaftrek wordt voortgezet voor de periode 2006-2009.
Verder worden nog de volgende maatregelen genomen:
* De vrijstelling van accijns voor minerale oliën die worden gebruikt voor de opwekking van elektriciteit wordt verruimd naar installaties met een vermogen van ten minste 1 MW.
* De belasting op smeermiddelen wordt niet ingevoerd. Deze heffing zou slechts kunnen worden ingevoerd met een forse toename van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en een forse controle-inspanning door de Belastingdienst. Daarnaast zou de belasting slechts beperkt bijdragen aan de vervanging van fossiele smeermiddelen door milieuvriendelijke smeermiddelen.
* In verband met de gestegen brandstofprijzen wordt de accijns op benzine en diesel en op brandstoffen die worden gebruikt in het binnenlandse luchtverkeer, in 2006 niet geïndexeerd. Met deze maatregel is 57 miljoen euro gemoeid.
* Om economische schade en fileoverlast in verband met een grootschalig verkeersproject te voorkomen mogen werkgevers zonder fiscale gevolgen aan hun werknemers en anderen tijdelijke vervoerpassen verstrekken. Dit is eerder goedgekeurd bij de uitgebreide wegwerkzaamheden aan de Gaasperdammerweg in Amsterdam Zuidoost.
* Er komt een vrijstelling van grondwaterbelasting voor beregening en bevloeiing.
* De krediettermijn voor accijnszegels (het banderollenkrediet) die worden aangebracht op verpakkingen van sigaretten en rooktabak wordt met een maand teruggebracht. Voor sigaren blijft de huidige termijn gehandhaafd. Deze maatregel levert eenmalig 160 miljoen euro op.
Ministerie van Financiën