Algemene onderwijsbond aob

Reactie Algemene Onderwijsbond op onderwijsbegroting:
Blij met investeringen, niet met visie

Utrecht. De Algemene Onderwijsbond, de grootste onderwijsvakbond in Nederland, is blij dat de bezuinigingsdrift van de afgelopen twee jaar tot staan is gebracht. Tegelijkertijd constateert de bond dat er nog steeds niet structureel gewerkt wordt aan een oplossing voor een van de grootste problemen in het onderwijs, het naderende lerarentekort. Zo zullen de salarissen wederom verder op achterstand worden gezet in vergelijking tot de marktsector. Walter Dresscher, voorzitter Algemene Onderwijsbond (AOb): Al met al blijft het ad-hoc beleid en is er van een langetermijnvisie nauwelijks sprake. Uiteindelijk gaat dat ten koste van de kwaliteit van ons onderwijs.

Gemengde gevoelens
Dankzij de meevallende aardgasopbrengsten wordt er de komende twee jaar, in aanloop naar de verkiezingen, weer geïnvesteerd in het onderwijs. Walter Dresscher, voorzitter AOb: Er komt geld bij. Dat is zonder meer mooi, laten we daar niet kinderachtig over doen. Jammer is alleen wel dat de hosannastemming hierover het zicht op de realiteit vertroebelt, namelijk het gebrek aan langetermijnbeleid. Het grootste probleem dat op het onderwijsveld afkomt, het lerarentekort, wordt namelijk wel benoemd maar niet structureel aangepakt. En bijna alle extra investeringen komen uit incidentele budgetten. Over een paar jaar, aan het eind van de kabinetsperiode, is de koek op. Bovendien worden we geacht blij te zijn met iets dat ons eigenlijk eerst is afgepakt. Alsof Sinterklaas de cadeautjes eerst uit de speelgoedkast wegpakt, om het vervolgens in te pakken en weer terug te geven.

Raad van State: investeringen moeten omhoog
De Algemene Onderwijsbond betreurt het gebrek aan prioriteit voor het onderwijs op de lange(re) termijn. De AOb sluit zich aan bij de bevindingen van de Raad van State, die in zijn reactie op de miljoenennota schrijft dat de uitgaven voor o.a. onderwijs achterblijven bij andere sectoren, het percentage van het BBP dat de afgelopen 35 jaar naar onderwijs ging is gedaald (van 6 naar 5 procent) en dat in het (beperkte) overheidsbudget ruimte moet worden gemaakt voor investeringen in kennis.

Doelstellingen, keuzes en investeringen
In de miljoenennota staan als belangrijkste doelstellingen op het terrein van onderwijs o.a. geformuleerd:

- terugdringen voortijdig schoolverlaten

- terugbrengen van het verwachte lerarentekort in 2007

Voor de eerste doelstelling is, terecht, veel geld uitgetrokken. Zo wordt de doorstroming van VMBO naar MBO vergroot en worden er nieuwe (praktijk)lokalen gebouwd. Bij de uitleg over de tweede doelstelling wordt echter alleen gefocust op het verbeteren van de lerarenopleidingen. Hoewel de AOb de noodzaak hiervan zeker onderkent, ziet de bond dit niet als de oplossing voor het tekort aan leerkrachten. In het persbericht van het ministerie van OCW wordt het hele lerarentekort niet behandeld. Alsof de doelstelling, het terugbrengen van het verwachte lerarentekort van 10400 fte naar 2200 fte, geen extra aandacht nodig heeft.

Walter Dresscher, AOb: Het doembeeld van het lerarentekort rechtvaardigt de vraag of het onderwijs nog wel een aantrekkelijke werkgever is. De begroting heeft het over de bevlogenheid van de leraren, volgens mij zijn er ook heel simpele economische wetten toepasbaar: als je mensen wil overhalen in het onderwijs te gaan werken, moet je ze ook gewoon meer bieden. Investeren in salarissen is dus noodzakelijk.

CPB: achterblijvende salarisontwikkelingen
Doordat de CAO-onderhandelingen waarschijnlijk binnenkort worden hervat, lijkt het er op dat het onderwijspersoneel niet veel verder op achterstand wordt gezet, zoals eerst de bedoeling van de minister was. Het Centraal Planbureau schrijft echter in zijn Macro Economische Verkenningen dat de contractloonstijging in de collectieve sector, waaronder het onderwijs, achter zal blijven lopen bij die in de marktsector. Van een inhaalslag en dus het aantrekkelijker en concurrerender maken van het onderwijs als werkgever is dus geen enkele sprake. Zeker voor academici blijft het onderwijs dus nog altijd een onderbetaalde sector, m.n. op de langere termijn. Walter Dresscher, AOb: Als dit kabinet, met de minister van onderwijs voorop, echt werk wil maken van de kenniseconomie, kan het niet zo zijn dat het opleiden van onze schooljeugd door steeds minder hoog gekwalificeerd personeel wordt gedaan. Dat deze downgrading reeds plaatsvindt is een feit. Dat het beleid van de minister hier geen verandering in zal brengen spijtig genoeg ook.

Draagvlak
De AOb vindt het mooi dat er geld bijkomt. Wel vindt de bond het jammer dat al is vastgelegd waar het geld aan uitgegeven wordt. Het onderwijs staat voor een aantal grote uitdagingen en er moeten keuzes gemaakt worden waaraan prioriteit wordt gegeven. Draagvlak voor de te maken keuzes en beslissingen is van groot belang. De AOb zou daarom graag met de minister en andere grote onderwijsorganisaties om de tafel gaan, om samen een toekomstplan op te stellen.


----------------------- einde persbericht -------------------

Meer informatie: Marc Mathies voorlichter AOb: 030-2989210 / 06-53410159